133 resultados para docenten eigen effectiviteitsverwachting


Relevância:

10.00% 10.00%

Publicador:

Resumo:

Zelfsturend leren is cruciaal voor het leren van leerlingen. Verschillende studies geven echter aan dat zelfsturend leren in het basisonderwijs nauwelijks op gang komt. In dit onderzoek werken onderwijsprofessionals en onderzoekers samen aan het optimaliseren van een professionaliseringsaanpak waarin 55 basisschoolleraren worden getraind en begeleid in het bevorderen van zelfsturend leren van hun leerlingen. Een belangrijk kenmerk van deze aanpak is dat leraren niet worden getraind volgens een formeel professionaliseringstraject, maar dat de professionele ontwikkeling van leraren is ingebed in de eigen lespraktijk en dat leraren van en met elkaar leren. De effectiviteit van de ontwikkelde aanpak wordt onderzocht op de mate van zelfsturend leren, motivatie, metacognitie en leerprestaties van leerlingen en de professionele ontwikkeling van deelnemende leraren.

Relevância:

10.00% 10.00%

Publicador:

Resumo:

De Groot, D. (2016). Flexibele Leerroutes voor Propedeusestudenten: Grounded Theory Onderzoek naar het Identificeren van Studentkenmerken in de Matching, ten behoeve van een Vraaggerichte, Gepersonaliseerde Leerroute in de Propedeuse Social Work. Juli, 26, 2016, Heerlen, Nederland: Open Universiteit.

Relevância:

10.00% 10.00%

Publicador:

Resumo:

Koops, J. (2016) International mindedness: kan het positief worden gestimuleerd? Een gestructureerde samenwerkingsopdracht als onderwijskundig middel ter bevordering van de international mindedness met behulp van de computer-mediated communication tool Skype©. Augustus, 1, 2016, Heerlen, Nederland: Open Universiteit.

Relevância:

10.00% 10.00%

Publicador:

Resumo:

Kragten, L. (2016). Excelleren in een Passende Omgeving: een Verkennend Onderzoek naar Wenselijke Karakteristieken van Excellentieprogramma’s voor het Middelbaar Beroepsonderwijs. Juni, 21, 2016, Heerlen, Nederland: Open Universiteit.

Relevância:

10.00% 10.00%

Publicador:

Resumo:

Wessels, N. (2016). Ik ben een gelukkeling! Exploratief Onderzoek naar het Geluk van Basisschoolleerlingen binnen de Schoolcontext. Juli, 26, 2016, Heerlen, Nederland: Open Universiteit.

Relevância:

10.00% 10.00%

Publicador:

Resumo:

Kragten, L. (2016). Excelleren in een Passende Omgeving: een Verkennend Onderzoek naar Wenselijke Karakteristieken van Excellentieprogramma’s voor het Middelbaar Beroepsonderwijs. Juni, 21, 2016, Heerlen, Nederland: Open Universiteit.

Relevância:

10.00% 10.00%

Publicador:

Resumo:

In de scriptie “Stichting Brein: Op het scherp van de snede” is onderzocht in hoeverre de private opsporing door stichting Brein kan bijdragen aan de strafrechtelijke handhaving van de Auteurswet. Brein is een organisatie die voor haar aangeslotenen uit de entertainmentindustrie de strijd aangaat met intellectuele eigendomsfraude. Brein richt zich vooral op piraterij: illegale dvd’s en cd’s en grootschalig delen via internet. Haar werkzaamheden zijn het best te omschrijven als private opsporing. Het juridisch kader hiervan is beperkt: stichting Brein valt niet onder een wet zoals de WPBR. Medewerkers van Brein zijn in wezen burgers die aan opsporing doen. Tijdens de opsporing wordt intensief samengewerkt met politie en FIOD. Het door elkaar lopen van private en publieke opsporing kan vragen oproepen over de monopolie van opsporing en vervolging van het OM. Brein is altijd afhankelijk van OM: het OM kan alleen bij grootschalige piraterij, georganiseerde criminaliteit én als civielrechtelijk optreden tekort schiet, kiezen voor een strafrechtelijke vervolging. De jurisprudentie toont aan dat de private opsporing van stichting Brein goed kan bijdragen aan de strafrechtelijke handhaving van de Auteurswet, zolang er sprake is van een goed opererend OM. Als het OM faalt, staat stichting Brein, ondanks de gedegen eigen private opsporing en hoog gewaardeerde expertise, met lege handen.

Relevância:

10.00% 10.00%

Publicador:

Resumo:

Kinderen worden in basisscholen veelal in leeftijdsgroepen ingedeeld. Er zijn dan steeds leerlingen die ten opzichte van leeftijdsgenoten heel goed of juist slecht presteren. Dit leidt bij deze 'relatief afwijkende leerlingen' tot demotivatie, gerichtheid op andere activiteiten, en 'onderpresteren'. In de hier voorgestane pedagogiek en didactiek wordt elk kind, per ontwikkelings- of competentiegebied, doorlopend en adequaat gesteund. Dit is ook conform de vigerende onderwijswetgeving. De praktische consequentie is dat het onderwijsaanbod in elke groep of klas steeds dient te zijn afgestemd op de werkelijke (begin)kenmerken van de aanwezige leerlingen. Vervolgens dient elk kind in school steeds iets boven het eigen niveau te kunnen spelen en leren, deels volgens eigen voorkeuren en eigen regulatie. Dit vereist voorbereide onderwijsleersituaties en een doorlopend helder inzicht in relevante diagnostische ontwikkelings- en leerniveaus alsmede in de individuele leerprocessen en -effecten. Praktische realisatie van deze eisen vraagt ten eerste om vaststelling van de beginkenmerken van leerlingen. Ten tweede dient het feitelijke speel- en leeraanbod te zijn georganiseerd in aansluiting op deze individuele beginkenmerken, in een meer flexibele vormgeving dan gebruikelijk. Deze twee onderwijsaspecten worden hier concreet uitgewerkt en ingevuld in het kader van een handleiding voor ontwikkelings- of design-based onderzoek dat samen met leerkrachten en management wordt uitgevoerd.

Relevância:

10.00% 10.00%

Publicador:

Resumo:

Zelfbeeldvorming is een levenslang proces en vindt plaats in de sociale context. Het zelfbeeld wordt gevormd op basis van zelfreflectie en sociale vergelijking en staat onder invloed van verschillende factoren. Het zelfbeeld is belangrijk voor de zelfregulatie en heeft invloed op het psychologisch welzijn. Door een asynchrone ontwikkeling wijkt de ontwikkeling van hoogbegaafden af van de gangbare patronen. Hoewel wordt gedacht dat hierdoor een adequate en positieve zelfbeeldvorming problematisch is, is hiernaar nauwelijks onderzoek gedaan. Dit kwalitatieve onderzoek is een eerste verkenning naar levensloopontwikkelingen in het zelfbeeld van personen die op volwassen leeftijd als hoogbegaafd zijn geïdentificeerd. De ontwikkelingen worden daarnaast in verband gebracht met het psychologisch welzijn. Acht personen, die op volwassen leeftijd als hoogbegaafd zijn geïdentificeerd, werden tijdens een diepte-interview uitgenodigd hun levensverhaal te vertellen. De levensverhalen werden geanalyseerd volgens een narratieve analysemethode. Levensloopontwikkelingen van hoogbegaafden in dit onderzoek kunnen het best kunnen worden begrepen vanuit het samenspel van de aan- en afwezigheid van belemmerende en bevorderende factoren, de kwaliteit van sociale interacties, individuele persoonskenmerken en de opeenstapeling van levenservaringen. In verschillende levensfasen staan zelfbeelden centraal die betrekking hebben op sociale rollen in de betreffende levensfase en de sociale eisen die daaruit voortvloeien. Variëteit hierin is afhankelijk is van de levensomstandigheden en de opeenstapeling van levenservaringen. Persoonlijke levenservaringen beïnvloeden de manier waarop men zichzelf begrijpt en naar zijn verleden, heden en toekomst kijkt. De betekenis die men geeft aan de eigen hoogbegaafdheid is afhankelijk van de mate van inadequatheid van het zelfbeeld vóór de identificatie en de persoonlijke opvatting over hoogbegaafdheid. Voor sommigen is de identificatie cruciaal voor de vorming van een adequaat zelfbeeld en een solide identiteitsvorming. Na de identificatie als hoogbegaafd staan zelfbeelden met betrekking tot persoonlijkheidskenmerken verbonden aan de hoogbegaafde identiteit, emotionaliteit en autonomie op de voorgrond. De mate waarin deze op de voorgrond treden is afhankelijk van de betekenis die men geeft aan de eigen hoogbegaafdheid. Bij alle deelnemers zijn zelfbeelden met betrekking tot de sociale interactie, zelfsturing, persoonlijke ontwikkeling en zelfontplooiing gedurende de gehele levensloop belangrijk. Onder invloed van veranderingen in het zelfbeeld gedurende de levensloop neemt het psychologisch welzijn toe op de domeinen zelfacceptatie, autonomie, grip op de omgeving en persoonlijke groei en voor een enkeling op het domein levensdoel. In verhouding tot deze welzijnsdomeinen neemt het welzijn op het domein positieve relaties met anderen matig toe. Dit heeft te maken met de onconventionaliteit van de deelnemers, waardoor men niet in de sociale context past en te maken heeft met (zelf)stigmatisering en een negatieve benadering door anderen.

Relevância:

10.00% 10.00%

Publicador:

Resumo:

Inverse analysis for reactive transport of chlorides through concrete in the presence of electric field is presented. The model is solved using MATLAB’s built-in solvers “pdepe.m” and “ode15s.m”. The results from the model are compared with experimental measurements from accelerated migration test and a function representing the lack of fit is formed. This function is optimised with respect to varying amount of key parameters defining the model. Levenberg-Marquardt trust-region optimisation approach is employed. The paper presents a method by which the degree of inter-dependency between parameters and sensitivity (significance) of each parameter towards model predictions can be studied on models with or without clearly defined governing equations. Eigen value analysis of the Hessian matrix was employed to investigate and avoid over-parametrisation in inverse analysis. We investigated simultaneous fitting of parameters for diffusivity, chloride binding as defined by Freundlich isotherm (thermodynamic) and binding rate (kinetic parameter). Fitting of more than 2 parameters, simultaneously, demonstrates a high degree of parameter inter-dependency. This finding is significant as mathematical models for representing chloride transport rely on several parameters for each mode of transport (i.e., diffusivity, binding, etc.), which combined may lead to unreliable simultaneous estimation of parameters.

Relevância:

10.00% 10.00%

Publicador:

Resumo:

The type of discrimination claim that strikes fear in the hearts of all employers is the dreaded retaliation claim. While employers contend, and plaintiffs admit, that retaliation is different from other discrimination complaints, employee advocates have put forth legislation that would equalize retaliation with the other types of discrimination. This bill, Protecting Older Workers against Discrimination Act (POWADA), would expand the so-called mixed-motive jury instruction to age, and disability, as well as retaliation. Moreover, it would allow plaintiffs, not judges, to decide which types of instruction the jury would receive. In this article, the authors argue that retaliation claims should not receive the same treatment as other discrimination claims (including age and disability), because it’s easy for juries to believe that retaliation is a factor, regardless of other facts. Once a fact-finding jury checks the box to indicate that an employer’s motive might include retaliation, the employer will likely have to pay fees and costs, at minimum, regardless of the claim’s final resolution.

Relevância:

10.00% 10.00%

Publicador:

Resumo:

The recent advent of new technologies has led to huge amounts of genomic data. With these data come new opportunities to understand biological cellular processes underlying hidden regulation mechanisms and to identify disease related biomarkers for informative diagnostics. However, extracting biological insights from the immense amounts of genomic data is a challenging task. Therefore, effective and efficient computational techniques are needed to analyze and interpret genomic data. In this thesis, novel computational methods are proposed to address such challenges: a Bayesian mixture model, an extended Bayesian mixture model, and an Eigen-brain approach. The Bayesian mixture framework involves integration of the Bayesian network and the Gaussian mixture model. Based on the proposed framework and its conjunction with K-means clustering and principal component analysis (PCA), biological insights are derived such as context specific/dependent relationships and nested structures within microarray where biological replicates are encapsulated. The Bayesian mixture framework is then extended to explore posterior distributions of network space by incorporating a Markov chain Monte Carlo (MCMC) model. The extended Bayesian mixture model summarizes the sampled network structures by extracting biologically meaningful features. Finally, an Eigen-brain approach is proposed to analyze in situ hybridization data for the identification of the cell-type specific genes, which can be useful for informative blood diagnostics. Computational results with region-based clustering reveals the critical evidence for the consistency with brain anatomical structure.

Relevância:

10.00% 10.00%

Publicador:

Resumo:

Pb(II) binding by SiO2 nanoparticles in an aqueous dispersion was investigated under conditions where the concentrations of Pb2+ ions and nanoparticles are of similar magnitude. Conditional stability constants (log K) obtained at different values of pH and ionic strength varied from 4.4 at pH 5.5 and I = 0.1 M to 6.4 at pH 6.5 and I = 0.0015 M. In the range of metal to nanoparticle ratios from 1.6 to 0.3, log K strongly increases, which is shown to be due to heterogeneity in Pb(II) binding. For an ionic strength of 0.1 M the Pb2+/SiO2 nanoparticle system is labile, whereas for lower ionic strengths there is loss of lability with increasing pH and decreasing ionic strength. Theoretical calculations on the basis of Eigen-type complex formation kinetics seem to support the loss of lability. This is related to the nanoparticulate nature of the system, where complexation rate constants become increasingly diffusion controlled. The ion binding heterogeneity and chemodynamics of oxidic nanoparticles clearly need further detailed research.