1000 resultados para dak- en thuisloze jongeren


Relevância:

100.00% 100.00%

Publicador:

Resumo:

Het doel van dit onderzoek betrof het verkrijgen van meer zicht op de relatie tussen de opvoedstijl en externaliserend probleemgedrag en de mediërende rol van het zelfbeeld daarbij bij dak- en thuisloze jongeren in Utrecht in de leeftijd van 18 tot en met 25 jaar. Het onderzoek is uitgevoerd middels een ad hoc survey met een eenmalige meting onder dak- en thuisloze jongeren in Utrecht in de leeftijd van 18 tot en met 25 jaar. De respondenten zijn benaderd bij een voorziening in Utrecht waar ambulante hulp wordt geboden aan deze doelgroep in deze leeftijdscategorie. In totaal namen 89 respondenten deel aan het onderzoek waarvan er 79 overbleven na het verwijderen van respondenten met missende data. De populatie bestond uit 51 jongens met een gemiddelde leeftijd van 23 jaar en 28 meisjes met een gemiddelde leeftijd van 22 jaar. Het zelfbeeld is gemeten met de Rosenberg Self-Esteem Scale (Rosenberg, 1989), het externaliserende probleemgedrag met de Self-Report Delinquency Scale (SRD; West & Farrington, 1973), en de verkregen opvoedstijl met de Parenting Style Index (PSI; Steinberg, Lamborn, Darling, Mounts & Dornbusch,1994). Uit de resultaten van het onderzoek kwam bij de relatie van ouderlijke steun met externaliserend probleemgedrag een partiële mediatie naar voren door het zelfbeeld. Bij de relatie van ouderlijke controle met externaliserend probleemgedrag bleek geen mediatie op te treden door het zelfbeeld. Een hoge mate van ouderlijke steun leidde tot een hoger zelfbeeld, maar ouderlijke controle had geen effect op het zelfbeeld. Daarnaast werd gevonden dat een hoge mate van ouderlijke steun en controle, alsmede het hebben van een hoog zelfbeeld leidde tot minder externaliserend probleemgedrag.

Relevância:

40.00% 40.00%

Publicador:

Resumo:

Veel jongeren met gedragsproblemen in residentiële behandelcentra hebben daarnaast te maken met depressieve symptomen. Deze comorbiditeit van externaliserende problematiek en depressieve symptomen is geassocieerd met belemmeringen in het functioneren op vele gebieden. Het is bekend dat de manier van denken (denkstijl) en de manier van reageren (responsstijl) op stressvolle gebeurtenissen invloed hebben op het ontstaan en in stand houden van depressie bij jongeren. De vraag is welke invloed de denkstijl en de responsstijl hebben op de ernst van de depressieve symptomen bij jongeren met comorbide problematiek in residentiële behandelcentra. Het doel van het onderzoek is meer inzicht te verwerven in de cognities en het gedragsmatig handelen van jongeren met comorbiditeit van externaliserende problematiek en depressieve symptomen in residentiële behandelcentra. Jongeren en hun ouders van zeven leefgroepen van De Hoenderloo groep, acht leefgroepen van Jan Pieter Heije en vier leefgroepen van Karakter werden uitgenodigd voor deelname aan het onderzoek. Na een mondelinge toelichting gaven 90 jongeren (en hun ouders) toestemming. Bij alle deelnemende jongeren was er sprake van externaliserende problematiek. De onderzoeksgroep bevatte 60 jongens en 30 meisjes. De leeftijd van de jongeren varieerde van 9 jaar en 5 maanden tot 18 jaar en 1 maand (M = 169.79, SD = 19.29). Het totale IQ van de jongeren ligt tussen de 60 en 110 (M = 84.04, SD = 12.98). Er werd op de leefgroepen eenmalig, individueel en in interview-vorm een zelfrapportage vragenlijst afgenomen bij de jongeren. Om de ernst van de depressieve symptomen bij de jongeren te meten werd gebruik gemaakt van de Children´s Depression Inventory 2 (CDI 2; Kovacs, 2011). Cognitieve denkfouten werd gemeten met de Children’s Negative Cognitive Error Questionnaire- Revised (CNCEQ-R; Maric, Heyne, Widenfelt, & Westenberg, 2011) en de responsstijl werd gemeten met de Children’s Response Styles Questionnaire (CRSQ; Abela, Rochon, & Vanderbilt, 2000). De resultaten lieten zien dat er geen significant verband bestaat tussen het gebruik van afleiding zoeken en probleem oplossen enerzijds en depressieve symptomen anderzijds. Wel kwam uit de resultaten naar voren dat jongeren die meer rumineren in stressvolle situaties, meer last hebben van depressieve symptomen. Deze samenhang tussen rumineren en depressieve symptomen wordt voor een deel verklaard door overgeneralisatie. Selectieve abstractie bood geen verklaring voor de samenhang tussen rumineren en depressieve symptomen. Uit de bevindingen van dit onderzoek kan worden geconcludeerd dat rumineren en overgeneralisatie van invloed kunnen zijn op de ernst van de depressieve symptomen bij residentiële jongeren met externaliserende problematiek. Voor het uitblijven van verwachte verbanden worden mogelijke verklaringen besproken. Dit onderzoek kan, rekening houdend met de beperkingen van en aanbevelingen in dit onderzoek, worden gezien als een aanzet tot toekomstig onderzoek naar de denkstijl en responsstijl bij jongeren met comorbide problematiek in residentiële behandelcentra.

Relevância:

30.00% 30.00%

Publicador:

Resumo:

Realizar un estudio sobre la prevención primaria, que tiene por finalidad evitar la aparición de un proceso o problema: se dirige a los no consumidores y a los usuarios sociales u ocasionales de las drogas. Diversos grupos que se dedican a la prevención de drogodependencias de la provincia de Guipúzcoa: DAK, CMPD, Askagintza, Antxeta, Zain-Berri, DAEZ, Agipad. La investigación está dividida en dos partes: teórica, en la que se centra y define el problema de las drogodependencias en Euskadi, así como los aspectos teóricos de la prevención. Experimental: metodología, instrumentos, resultados y conclusiones. Es una investigación descriptivo-experimental. Cuestionario ad hoc, cuya aplicación se llevó a cabo a modo de entrevista. Análisis de los documentos escritos que aportan los diferentes grupos entrevistados. Porcentajes. Hay 17 grupos que trabajan en la prevención en la provincia que se concretan en la Comarca de San Sebastián, quedando pobremente cubiertas otras zonas. El 64 de los grupos han surgido a partir de iniciativas privadas. Cada grupo está formado por 129 personas que trabaja de forma voluntaria. El Ayuntamiento y el DAK son los organismos que más han apoyado económicamente a los grupos. Los medios técnicos con los que se cuenta son escasos. Las demandas que merecen atención más rápida son las que vienen de BUP y FP. Las principales dificultades son: económicas, carencias de medios humanos y técnicos, desinterés en las escuelas y en la sociedad. La elaboración de un programa de educación sobre las drogas y la formación de profesionales en prevención primaria deben ser tareas prioritarias a desarrollar. Es necesario poner en macha planes de atención a los grupos que trabajan en prevención primaria. El esfuerzo realizado por las administraciones debe estar en función de la magnitud del problema. Fecha finalización tomada del código del documento.

Relevância:

30.00% 30.00%

Publicador:

Resumo:

Veerkracht en gezondheid zijn de hoofdconcepten in dit explorerend theoretisch onderzoek. Gezondheid wordt benaderd vanuit een biomedisch perspectief (objectieve gezondheid), een psychologisch/epidemiologisch perspectief (subjectieve gezondheid) en een levensloopperspectief (retrospectief evalueren van subjectieve gezondheid). De hoofdhypothese is dat veerkracht sterker positief samenhangt met subjectieve gezondheid, dan met objectieve gezondheid. Het onderzoek werd uitgevoerd bij mensen van 65 jaar en ouder vanuit de veronderstelling dat ouderen relatief veerkrachtiger zijn dan jongeren. De meetinstrumenten voor het operationaliseren van de begrippen zijn: Handgreepsterkte (HGS)meting en Tappingtesten voor objectieve gezondheid, Algemene Gezondheid (ASGZ)- en Visgezond(VG)vraag voor subjectieve gezondheid, Fysieke en Chinese Veerkrachtschaal voor veerkracht. Standaardisatie van testen en structureren van interview beogen eenvormigheid van afname met het oog op toekomstig grootschalig onderzoek. Resultaten worden hoofdzakelijk kwalitatief geanalyseerd. Door het beperkt aantal correspondenten dienen de kwantitatieve data uitsluitend als krijtlijnen. Resultaten De eerste preliminaire resultaten zijn niet in overeenstemming met de gestelde hypothese. De scores op de hoofdbegrippen correleren niet en onderzoek van de kwalitatieve data wijst meer op individuele verscheidenheid dan op overeenstemming in conceptuele invulling. Als veerkracht niet geassocieerd is met gezondheid krijgt het begrip ook in de context van gezondheidszorg een andere invulling. Zonder verder uitgebreider en diepgaander onderzoek zijn al deze interpretatieconclusies echter voorbarig.

Relevância:

30.00% 30.00%

Publicador:

Resumo:

Diverse onderzoeken bij adolescenten tonen, met name bij meisjes, een verband aan tussen sociale stress, fysieke activiteit en negatief affect en het ontwikkelen van depressie. Jongeren kunnen tijdens de adolescentiefase meer negatief affect ervaren als gevolg van te veel sociale stress en te weinig fysieke activiteit. In dit onderzoek is specifiek gekeken naar het verband tussen sociale stress en negatief affect en naar het verband tussen fysieke activiteit en negatief affect en naar de rol van sekse in deze verbanden. De data zijn verzameld middels de Experience Sampling Methode (ESM); via een applicatie op de smartphone vulden 33 adolescenten tussen de 12 en 18 jaar gedurende vijf dagen (drie weekdagen en twee weekenddagen) op 10 willekeurige tijdstippen per dag vragenlijsten in met betrekking tot sociale stress, fysieke activiteit en negatief affect. Multilevel regressie analyse toont aan dat er een significant positief verband is tussen sociale stress en negatief affect en dat sekse dit verband niet modereert. In dit onderzoek wordt geen relatie aangetoond tussen fysieke activiteit en negatief affect. Vervolgonderzoek naar determinanten van sociale stress, fysieke activiteit en de rol van sekse is nodig om meer inzicht te krijgen in risico- en protectieve factoren ten aanzien van het ontwikkelen van depressie.

Relevância:

20.00% 20.00%

Publicador:

Resumo:

Este libro es una invitación reconceptualizar las maneras de escuchar, conocer, acompañar y educar a los niños desde la primera infancia en un mundo multicultural, cambiante y posmoderno. Los trabajos que lo integran parten de perspectivas que generan nuevas formas de ver, hacer y estar en el mundo, ofrecen una reconstrucción de la psicología del desarrollo y destacan la importancia de la cultura, la etnia, el género y la sexualidad, sin olvidar la historia, la política y el discurso científico.

Relevância:

20.00% 20.00%

Publicador:

Resumo:

Aux confluences historiques et conceptuelles de la modernité, de la technologie, et de l’« humain », les textes de notre corpus négocient et interrogent de façon critique les possibilités matérielles et symboliques de la prothèse, ses aspects phénoménologiques et spéculatifs : du côté subjectiviste et conceptualiste avec une philosophie de la conscience, avec Merleau-Ponty ; et de l’autre avec les épistémologues du corps et historiens de la connaissance Canguilhem et Foucault. Le trope prometteur de la prothèse impacte sur les formations discursives et non-discursives concernant la reconstruction des corps, là où la technologie devient le corrélat de l’identité. La technologie s’humanise au contact de l’homme, et, en révélant une hybridité supérieure, elle phagocyte l’humain du même coup. Ce travail de sociologie des sciences (Latour, 1989), ou encore d’anthropologie des sciences (Hakken, 2001) ou d’anthropologie bioculturelle (Andrieu, 1993; Andrieu, 2006; Andrieu, 2007a) se propose en tant qu’exemple de la contribution potentielle que l’anthropologie biologique et culturelle peut rendre à la médecine reconstructrice et que la médecine reconstructrice peut rendre à la plastique de l’homme ; l’anthropologie biologique nous concerne dans la transformation biologique du corps humain, par l’outil de la technologie, tant dans son histoire de la reconstruction mécanique et plastique, que dans son projet d’augmentation bionique. Nous établirons une continuité archéologique, d’une terminologie foucaldienne, entre les deux pratiques. Nous questionnons les postulats au sujet des relations nature/culture, biologie/contexte social, et nous présentons une approche définitionnelle de la technologie, pierre angulaire de notre travail théorique. Le trope de la technologie, en tant qu’outil adaptatif de la culture au service de la nature, opère un glissement sémantique en se plaçant au service d’une biologie à améliorer. Une des clés de notre recherche sur l’augmentation des fonctions et de l’esthétique du corps humain réside dans la redéfinition même de ces relations ; et dans l’impact de l’interpénétration entre réalité et imaginaire dans la construction de l’objet scientifique, dans la transformation du corps humain. Afin de cerner les enjeux du discours au sujet de l’« autoévolution » des corps, les théories évolutionnistes sont abordées, bien que ne représentant pas notre spécialité. Dans le cadre de l’autoévolution, et de l’augmentation bionique de l’homme, la somation culturelle du corps s’exerce par l’usage des biotechnologies, en rupture épistémologique de la pensée darwinienne, bien que l’acte d’hybridation évolutionnaire soit toujours inscrit dans un dessein de maximisation bionique/génétique du corps humain. Nous explorons les courants de la pensée cybernétique dans leurs actions de transformation biologique du corps humain, de la performativité des mutilations. Ainsi technologie et techniques apparaissent-elles indissociables de la science, et de son constructionnisme social.

Relevância:

20.00% 20.00%

Publicador:

Resumo:

Este texto hace un acercamiento sociológico al análisis de la raza y la lengua en la formación de programas de educación en idiomas. Este enfoque usa los modelos de Bourdieu de habitus y campo social, los cuales enmarcan la raza y la lengua como elementos variables en el cambio educativo y pedagógico, que están, a la vez, sujetos a la agenciamiento de profesores y estudiantes. El enfoque sugiere que una política de educación en lenguas para la justicia social puede concentrarse no sólo en el cambio y el desarrollo del sujeto humano, sino también en cambio sistemático de los campos sociales del currículo.

Relevância:

20.00% 20.00%

Publicador:

Relevância:

20.00% 20.00%

Publicador:

Resumo:

The body of the article concerns itself with the vulnerability of islands and focuses on the Galapagos Archipelago where the author spent three years studying flamingoes and flightless cormorants.The article suggests practical, simple behavioural changes that individuals might adopt to help increase biodiversity and extend natural corridors and islands of vegetation throughout cities and suburbs. It will ask some questions about human motives for behaviour change and moral decisions.

Relevância:

20.00% 20.00%

Publicador:

Resumo:

Il s’agit de faire des étudiants étrangers des usagers de bibliothèques et des apprenants heureux. Les professionnels des bibliothèques peuvent y contribuer, pour peu qu’ils soient sensibles à leurs points forts et aux difficultés qu’ils rencontrent. Cet article part du point de vue des étudiants étrangers recueillis lors d’une enquête qualitative menée dans deux universités australiennes. Celle-ci a révélé que, pris collectivement,ces étudiants sont satisfaits de leur bibliothèque universitaire. D’un point de vue individuel cependant, des difficultés apparaissent, liées à l’organisation de la bibliothèque, de ses services et de ses ressources. Pour certains étudiants, le rôle du personnel est assez flou ; ils ne se doutent même pas que les bibliothécaires peuvent les assister dans leurs études. Pour finir, les formations à la maîtrise de l’information ont été jugées inadaptées à leurs besoins. Cet article se concentre sur trois points à l’attention des bibliothécaires universitaires australiens : être sensible aux expériences des étudiants internationaux ; identifier les besoins d’apprentissage et mettre en oeuvre des stratégies qui répondent à ces besoins.

Relevância:

20.00% 20.00%

Publicador:

Resumo:

In the title squaraine dye solvate, C26H24N2O2·2CHCl3, the dye molecule is essentially planar, except for the methyl groups, having a maximum deviation over the 26-membered delocalized bond system of 0.060 (2) Å. It possesses crystallographic twofold rotational symmetry with the indole ring systems adopting a syn conformation. The molecular structure features intramolecular N-HO hydrogen bonds enclosing conjoint S7 ring motifs about one of the dioxocyclobutene O atoms, while the two chloroform solvent molecules are linked to the second O atom through C-HO hydrogen bonds.

Relevância:

20.00% 20.00%

Publicador:

Resumo:

Autonomous navigation and locomotion of a mobile robot in natural environments remain a rather open issue. Several functionalities are required to complete the usual perception/decision/action cycle. They can be divided in two main categories : navigation (perception and decision about the movement) and locomotion (movement execution). In order to be able to face the large range of possible situations in natural environments, it is essential to make use of various kinds of complementary functionalities, defining various navigation and locomotion modes. Indeed, a number of navigation and locomotion approaches have been proposed in the literature for the last years, but none can pretend being able to achieve autonomous navigation and locomotion in every situation. Thus, it seems relevant to endow an outdoor mobile robot with several complementary navigation and locomotion modes. Accordingly, the robot must also have means to select the most appropriate mode to apply. This thesis proposes the development of such a navigation/locomotion mode selection system, based on two types of data: an observation of the context to determine in what kind of situation the robot has to achieve its movement and an evaluation of the behavior of the current mode, made by monitors which influence the transitions towards other modes when the behavior of the current one is considered as non satisfying. Hence, this document introduces a probabilistic framework for the estimation of the mode to be applied, some navigation and locomotion modes used, a qualitative terrain representation method (based on the evaluation of a difficulty computed from the placement of the robot's structure on a digital elevation map), and monitors that check the behavior of the modes used (evaluation of rolling locomotion efficiency, robot's attitude and configuration watching. . .). Some experimental results obtained with those elements integrated on board two different outdoor robots are presented and discussed.