997 resultados para 320.7120
Resumo:
"Due: October 1, as shown below."
Resumo:
Mode of access: Internet.
Resumo:
Includes index.
Resumo:
The Miocene Climatic Optimum (MCO; ~16.9 to 14.7 Ma) provides an outstanding opportunity to investigate climate-carbon cycle dynamics during a geologically recent interval of global warmth. We present benthic stable oxygen (d18O) and carbon (d13C) isotope records (5-12 kyr time resolution) spanning the late early to middle Miocene interval (18 to 13 Ma) at Integrated Ocean Drilling Program (IODP) Site U1335 (eastern equatorial Pacific Ocean). The U1335 stable isotope series track the onset and development of the MCO as well as the transitional climatic phase culminating with global cooling and expansion of the East Antarctic ice-sheet at ~13.8 Ma. We integrate these new data with published stable isotope, geomagnetic polarity and X-ray fluorescence (XRF) scanner-derived carbonate records from IODP Sites U1335, U1336, U1337 and U1338 on a consistent, astronomically-tuned timescale. Benthic isotope and XRF scanner-derived CaCO3 records depict prominent 100 kyr variability with 400 kyr cyclicity additionally imprinted on d13C and CaCO3 records, pointing to a tight coupling between the marine carbon cycle and climate variations. Our inter-site comparison further indicates that the lysocline behaved in highly dynamic manner throughout the MCO, with >75% carbonate loss occurring at paleo-depths ranging from ~3.4 to ~4 km in the eastern equatorial Pacific Ocean. Carbonate dissolution maxima coincide with warm phases (d18O minima) and d13C decreases, implying that climate-carbon cycle feedbacks fundamentally differed from the late Pleistocene glacial-interglacial pattern, where dissolution maxima correspond to d13C maxima and d18O minima. Carbonate dissolution cycles during the MCO were, thus, more similar to Paleogene hyperthermal patterns.
Resumo:
Stable carbon and oxygen isotopes (d13C and d18O) of foraminiferal tests are amongst the most important tools in paleoceanography but the extent to which recrystallization can alter the isotopic composition of the tests is not well known. Here, we compare three middle Miocene (16-13 Ma) benthic foraminiferal stable isotope records from eastern equatorial Pacific sites with different diagenetic histories to investigate the effect of recrystallization. To test an extreme case, we analyzed stable isotope compositions of benthic foraminifera from Integrated Ocean Drilling Program Site U1336, for which the geochemistry of bulk carbonates and associated pore waters indicate continued diagenetic alteration in sediments > 14.7 Ma. Despite this diagenetic overprinting, the amplitudes and absolute values of the analyzed U1336 stable isotopes agree well with high resolution records from better preserved Sites U1337 and U1338 nearby. Our results suggest that although benthic foraminiferal tests of all three sites show some degree of textural changes due to recrystallization, they have retained their original stable isotope signatures. The good agreement of the benthic foraminiferal stable isotope records demonstrates that recrystallization occurred extremely rapidly (<100 kyr) after deposition. This is confirmed by the preservation of orbital cyclicities in U1336 stable isotope data and d18O values being different to inorganic calcite that would precipitate from U1336 pore waters during late recrystallization. The close similarity of the benthic foraminiferal stable isotope records between the sites allows the well resolved paleo-magnetic results of Site U1336 to be transferred to Sites U1337 and U1338 improving the global Geological Timescale.
Resumo:
Understanding changes in export production through time provides insight into the response of the biological pump to global climate change, particularly during periods of rapid climate change. In this study we consider what role changes in export production may have had on carbon sequestration and how this may have contributed to the onset of the Eocene-Oligocene transition (EOT). In addition, we consider if these export production variations are dominantly controlled by orbitally driven climate variability. To accomplish these objectives, we report changes in export production in the Eastern Equatorial Pacific (EEP) from Site U1333 across the EOT reconstructed from a high-resolution record of marine barite accumulation rates (BAR). BAR fluctuations suggest synchronous declines in export production associated with the two-step increases in oxygen isotopes that define the transition. The reduction in productivity across the EOT suggests that the biological pump did not contribute to carbon sequestration and the cooling over this transition. We also report a previously undocumented peak in EEP export productivity before the EOT onset. This peak is consistent with export production proxies from the Southern Ocean, potentially implying a global driver for this precursor event. We propose that this enhanced export production and the associated carbon sequestration in the late Eocene may have contributed to the pCO2 drawdown at the onset of Antarctic glaciation.
Resumo:
Doel Het doel van dit onderzoek is om meer inzicht te krijgen in de wetenschappelijke kennis, wat betreft de invloed van seksdrive op de verschillen in partnervoorkeuren, bij het opteren voor een lange termijn strategie van homoseksuele en heteroseksuele vrouwen. In deze cross-sectionele studie zijn afzonderlijk bepaalde partnervoorkeurverschillen, in relatie met seksdrive en lange termijn strategieën, onderzocht van heteroseksuele en homoseksuele vrouwen. Middels digitale verspreiding van een vragenlijst hebben 320 respondenten meegedaan aan het onderzoek. Hiervan bleken 215 respondenten geschikt voor analyse; 115 heteroseksuele vrouwen en 100 homoseksuele vrouwen. De gemiddelde leeftijd van de heteroseksuele vrouwen is 43 jaar met een range van 24 tot 70 jaar. De leeftijd van de homoseksuele vrouwen is gemiddeld 44 jaar met een range van 20 tot 70 jaar. Voor het meten van seksdrive werd de seksdriveschaal gebruikt, ontwikkelt door Waterink (2011). Partnervoorkeuren werd onderzocht aan de hand van een vragenlijst met vier partnervoorkeuren; gezichtsaantrekkelijkheid, intelligentie, leeftijd en humor geselecteerd uit onderzoek van Buss (1989); Baily, Gaulin, Agyei, & Gladue (1994); Smith en Stillmann (2002) en Lippa (2007). Korte versus lange termijnstrategieën werd gemeten aan de hand van een vrij vertaalde vragenlijst uit het Engels van Jackson en Kirkpatrick (2007) die “Short en Long Term Mating Orientation” meet. De analyse liet zien dat er geen significant verschil werd gevonden met betrekking tot de seksdrive van homoseksuele vrouwen vergeleken met heteroseksuele vrouwen. Uit de analyse kwam dat de partnervoorkeuren gezichtsaantrekkelijkheid, intelligentie, jongere leeftijd en humor niet belangrijker is bij homoseksuele vrouwen vergeleken met heteroseksuele vrouwen. De mate van seksdrive had invloed op het partnerkenmerk intelligentie. Volgens de verwachting werd bij een hoge seksdrive intelligentie belangrijker gevonden bij homoseksuele vrouwen dan bij heteroseksuele vrouwen. In tegenstelling tot de verwachting werd intelligentie bij de groep homoseksuele vrouwen met een gemiddelde seksdrive significant belangrijker dan bij de groep homoseksuele vrouwen met een hoge seksdrive
Resumo:
Rezension von: Andrea Goldenbaum: Innovationsmanagement in Schulen. Eine empirische Untersuchung zur Implementation eines Sozialen Lernprogramms. Wiesbaden: Springer VS 2012 (320 S.; ISBN 978- 3-531-19424-0)