Nederlands eerste betrekkingen met Oostenrijk toegelicht uit de correspondentie der keizerlijke gezanten te 's Gravenhage, 1658-1678.

Signatures marked: Letterk. verh. der Koninkl. akademie, deel v.

Filip van Marnix, heer van St. Aldegonde, bijzonder aan de hand van Willem I : ter inleiding Margareta van Parma en Katharina de Medicis, Willem I en Hendrik IV /

Mode of access: Internet.

Die Landwirtschaft auf der hamburgischen Geest : Beitrag zur Kenntnis der vorstadtischen Wirtschaft.

Thesis (doctoral)--Vereinigte Friedrichs-Universitat Halle-Wittenberg.

Verslag der handelingen der Staten-Generaal.

1846/47-1875/76: "Bijblad tot de Nederlandsche Staats-Courant."

Quantitatief onderzoek over het bromeeren van toluol.

Thesis (doctoral)--Universitat Van Amsterdam.

De dubbelzouten van kalium- en magnesiumsulfaat : schoniet en Kaliumastrakaniet /

Thesis (doctoral)--Universiteit van Amsterdam, 1893.

Zur kenntniss der dichlorbernsteinsauren und ihrer derivate.

Thesis (doctoral)--

Bijdrage tot de geschiedenis van het natuurgevoel in de middeleeuwsche nederlanden /

Includes bibliographical references (p. 146-153).

Flora batava, afgebeeld door en van wegens J.C. Sepp en zoon; /

Accompanied by "Naamlijst der Nederlandsche gewassen. Afgebeeld en beschreven in deel 1-XXV der Flora batava, door L.Vuyck en H.C. van de Pavord Smits. Met vervolg op deel XXVI en XXVII." (131, 16 p.) Published: s'Gravenhage, M. Nijhoff, 1930.

Catalogue raisonné de la précieuse collection de dessins et d'estampes, au nombre de pres̀ de 30,000, formant le cabinet de M. Ch. van Hulthem ...

Mode of access: Internet.

Last Interglacial synthesis of high-latitude temperature: temperature anomalies and associated errors for 4 time slices

The Last Interglacial (LIG, 129-116 thousand of years BP, ka) represents a test bed for climate model feedbacks in warmer-than-present high latitude regions. However, mainly because aligning different palaeoclimatic archives and from different parts of the world is not trivial, a spatio-temporal picture of LIG temperature changes is difficult to obtain. Here, we have selected 47 polar ice core and sub-polar marine sediment records and developed a strategy to align them onto the recent AICC2012 ice core chronology. We provide the first compilation of high-latitude temperature changes across the LIG associated with a coherent temporal framework built between ice core and marine sediment records. Our new data synthesis highlights non-synchronous maximum temperature changes between the two hemispheres with the Southern Ocean and Antarctica records showing an early warming compared to North Atlantic records. We also observe warmer than present-day conditions that occur for a longer time period in southern high latitudes than in northern high latitudes. Finally, the amplitude of temperature changes at high northern latitudes is larger compared to high southern latitude temperature changes recorded at the onset and the demise of the LIG. We have also compiled four data-based time slices with temperature anomalies (compared to present-day conditions) at 115 ka, 120 ka, 125 ka and 130 ka and quantitatively estimated temperature uncertainties that include relative dating errors. This provides an improved benchmark for performing more robust model-data comparison. The surface temperature simulated by two General Circulation Models (CCSM3 and HadCM3) for 130 ka and 125 ka is compared to the corresponding time slice data synthesis. This comparison shows that the models predict warmer than present conditions earlier than documented in the North Atlantic, while neither model is able to produce the reconstructed early Southern Ocean and Antarctic warming. Our results highlight the importance of producing a sequence of time slices rather than one single time slice averaging the LIG climate conditions.

Systematic review of Late Jurassic sauropods from the Museu Geológico collections (Lisboa, Portugal)

The Museu Geológico collections house some of the first sauropod references of the Lusitanian Basin Upper Jurassic record, including the Lourinhasaurus alenquerensis and Lusotitan atalaiensis lectotypes, previously considered as new species of the Apatosaurus and Brachiosaurus genera, respectively. Several fragmentary specimens have been classical referred to those taxa, but the most part of these systematic attributions are not supported herein, excluding a caudal vertebra from Maceira (MG 8804) considered as cf. Lusotitan atalaiensis. From the material housed in the Museu Geológico were identified basal eusauropods (indeterminate eusauropods and turiasaurs) and neosauropods (indeterminate neosauropods, diplodods and camarasaurids and basal titanosauriforms). Middle caudal vertebrae with lateral fossae, ventral hollow border by pronounced ventrolateral crests and quadrangular cross-section suggest for the presence of diplodocine diplodocids in north area of the Lusitanian Basin Central Sector during the Late Jurassic. A humerus collected from Praia dos Frades (MG 4976) is attributed to cf. Duriatitan humerocristatus suggesting the presence of shared sauropod forms between the Portugal and United Kingdom during the Late Jurassic. Duriatitan is an indeterminate member of Eusauropoda and the discovery of new material in both territories is necessary to confirm this systematic approach. The studied material is in according with the previous recorded paleobiodiversity for the sauropod clade during the Portuguese Late Jurassic, which includes basal eusauropods (including turiasaurs), diplodocids and macronarians (including camarasaurids and basal titanosauriforms).

Veranderende rol van de controller. Balans tussen het toepassen van hard en soft controls

Het doel van dit onderzoek is om inzicht te geven in de ontwikkeling van de rol van de controller en te onderzoeken hoe de rol van de controller zich verhoudt tot het gebruik van hard en soft controls. Het onderzoek is uitgevoerd in de vorm van een case study waarbij de onderzoeksdata op twee manieren is verzameld. Ten eerste is door middel van desk research op basis van brondocumenten een overzicht in de tijd gemaakt van de gehanteerde management control systemen bij de casusorganisatie, zijnde vier lokale Rabobank vestigingen. Ten tweede is voor het beantwoorden van de deelvragen en hoofdvraag gebruik gemaakt van semigestructureerde interviews. De ontwikkelingen binnen management control laten zien dat de invulling hiervan bij de casusorganisatie veranderd is en dat management control niet meer alleen vraagt om hard controls. In de casusorganisatie zijn de hard controls duidelijk ingericht en laten de onderzoeksresultaten zien dat soft controls wel worden uitgevoerd maar niet concreet zijn geformuleerd en ingericht. Ten aanzien van het toepassen van hard of soft controls blijkt dat de nadruk ligt op hard controls. De verhouding lijkt samen te hangen met de verschillen in inrichting van de control afdeling en fase waarin de vier verschillende lokale banken zich bevinden. De ontwikkeling die reeds heeft plaatsgevonden en de verwachte ontwikkelingen ten aanzien van de taken van de controller en het toepassen van het type controls, duiden op een verschuiving van traditioneel controlewerk naar een controller die steeds meer betrokken is bij de business en gesprekspartner is van management en directie. De rol van de controller heeft zich doorontwikkeld en is veranderd van achteraf controle uitvoeren (controleur-rol) naar een veel bredere partner-rol die ook aan de voorkant met de business probeert mee te denken en management en directie ondersteunt bij organisatieveranderingen. Het bewustzijn ten aanzien van het inzetten van verschillende type controls, passend bij de doelstelling en situatie, is de laatste jaren toegenomen. Naast sturing op resultaat-, vindt nu ook actiesturen en medewerker- en leiderschapssturing plaats. De rol van de controller is over tijd veranderd, maar er heeft geen duidelijke verschuiving plaatsgevonden in het toepassen van het type controls van hard naar soft.

Heeft Interactice control invloed op de rol van de controller?

De Hoofdvraag van dit onderzoek is: Is er een relatie tussen de lever of control Interactive control en het vervullen van de controllerrol business partner? Dit onderzoek is gebaseerd op de dataset verkregen uit de controllerenquête 2013, uitgevoerd in opdracht van de Open Universiteit (Bork & van der Wal, 2014). Vanuit het literatuuronderzoek is het duidelijk: de rol business partner is een zeer gewenste rol voor controllers. Daarnaast is er in de literatuur een verband te vinden tussen de rol business partner en de lever of control Interactive control. De factor- en clusteranalyse zoals beschreven door Bork & van der Wal (2014), resulteerde in de identificatie van twee type controllers. In dit uitgebreide onderzoek is TYPE II geïdentificeerd als business partner, omdat hij/zij activiteitencombinaties uitvoert die gerelateerd zijn aan strategie, analyseren, het management ondersteunen in besluitvorming, advisering, change management en de organisatie vertegenwoordigen. 36% van de populatie van aan Nederlandse Universiteiten afgestudeerde controllers die ook werkzaam zijn als controller vervullen een rol grotendeels gelijk aan de rol business partner. De vervulling van de rol (TYPE II) is niet puur business partner. Vervaardigen en organiseren van rapportagestromen zijn ook activiteiten die uitgevoerd worden door TYPE II. Daarnaast voert TYPE I activiteiten als change en risk management uit, volgens de definitie zou de business partner deze activiteiten uit moeten voeren. De rol business partner wordt uitgevoerd, maar nog niet in de optimale vorm zoals aangegeven in de theorie. De logistische regressieanalyse op de dataset laat zien dat geen van de levers of control een significante trigger is voor het uitvoeren van een van de twee types controllerrollen (Bork & van der Wal, 2014). Dit verdiepende onderzoek concentreert zich op de relatie tussen de lever of control Interactive control en de zes activiteitencombinaties (factoren) in plaats van de twee clusters (TYPE I & II). De statistische analyses bevestigen de uitkomsten het onderzoek van Bork & van der Wal (2014). Er is geen significantie tussen Interactive control en de factoren die behoren bij de business partner rol. De hoofdvraag moet ontkennend beantwoord worden, er is geen relatie tussen de lever of control Interactive control en de controllerrol business partner. Een paar beperkingen van het onderzoek richten zich op de vragenlijst over de levers of control: is het de juiste vragenlijst voor dit onderzoek en meet deze vragenlijst de levers of control van controllers? Vervolg onderzoek kan zich richten op bovenstaande beperking. Daarnaast zijn er uit het onderzoek van Bork & van der Wal (2014) triggers naar voren gekomen die verder onderzocht kunnen worden.