5 resultados para school improvement

em Open University Netherlands


Relevância:

60.00% 60.00%

Publicador:

Resumo:

Informatie wordt gegeven over de beleidsvraag, de probleemopzet, het onderzoeksontwerp met kernvariabelelen, het onderzoeksproces en de belangrijkste uitkomsten van deze multiniveau, longitudinale veiligheidsmonitor. Tenslotte worden enkele van de meest kenmerkende aspecten van deze onderzoeksmethode behandeld.

Relevância:

60.00% 60.00%

Publicador:

Resumo:

In deze Masterclass worden de begrippen ‘excellent’ en ‘hoogbegaafd’ met elkaar vergeleken vanuit multiniveau perspectief. Ingegaan wordt op verschillen die zich tijdens het doen van onderzoek manifesteren en waarmee niet altijd adequaat rekening wordt gehouden. Ook worden leerpsychologische en pedagogische accenten verhelderd. Tenslotte wordt ingegaan op noodzakelijke schoolontwikkeling in het primair en voortgezet onderwijs.

Relevância:

60.00% 60.00%

Publicador:

Resumo:

Een review van onderwijsanalyses en (beleids)onderzoeken verricht in de periode 1916-2015 wijst uit dat de reguliere jaarklassensystematiek in het Nederlandse primair en voortgezet onderwijs aanleiding geeft tot prestatie- en motivatieproblemen bij risico-leerlingen. Dit zijn met name de leerlingen die qua ontwikkelingspotenties of leervorderingen (aanvankelijk) duidelijk naar beneden of naar boven afwijken van leeftijdsgenoten in een groep of klas. Ondervanging van deze problemen lijkt mogelijk via een preventieve systematiek van ‘Optimaliserend Onderwijs’ voor elk kind in de vóór- of vroegschoolse educatie en elke leerling in het primair of voortgezet onderwijs. Een eerste vraag betreft de inhoudelijke en vormgevingskenmerken van dit onderwijsontwerp: welke richtlijnen en specificaties daarvan kunnen het onderwijs, spelen en leren voor elke leerling, zo optimaal mogelijk inhoud en vorm geven en hoe ziet een model van dit Optimaliserend Onderwijs eruit? Een tweede vraag is gericht op de realisatie van dit onderwijsontwerp: hoe is deze onderwijssystematiek te ontwikkelen in de Nederlandse schoolpraktijk? Gebruik van de sneeuwbalmethode in met name Nederlandse onderzoeks- en designliteratuur leidt tot beantwoording van de eerste vraag in de vorm van een multiniveau theoretisch ontwerp van ‘Optimaliserend Onderwijs’. Kernpunten hierin zijn: landelijke (deel)curricula gekenmerkt door instructievarianten; integratie van dubbele diagnostiek (individueel-longitudinaal en vergelijkend-genormeerd); flexibele certificerings- en diplomeringsstructuur; een ondersteunende schoolorganisatie; gecontroleerde opbrengst-optimalisering per kind of leerling en op instellings- en schoolniveau; per vóór- of vroegschoolse instelling of school(bestuur) kunnen ook vrije ofwel eigen onderwijsinvullingen worden ingericht. Beantwoording van de tweede vraag gebeurt met behulp van (onderzoeks)literatuur over multiniveau onderwijsinnovatie in de schoolpraktijk. Aanbevolen wordt om, op basis van een gezamenlijk besluit van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, de Tweede Kamer, relevante onderwijsinstanties, schoolbesturen en ouderorganisaties, te komen tot inrichting van samenhangende ontwikkelingsprojecten en -onderzoeken. Via een projectenserie in instellingen voor vóór- of vroegschoolse educatie en scholen voor primair en voortgezet onderwijs kan gecontroleerd worden samengewerkt tussen leid(st)ers, leerkrachten en docenten, scholen, ontwikkelings- en andere onderwijsinstellingen, instellingen voor onderzoek en informatietechnologie, en onderwijspolitiek. Tussenresultaten van Optimaliserend Onderwijs worden steeds in andere instellingen en scholen beproefd en verder verspreid.

Relevância:

60.00% 60.00%

Publicador:

Resumo:

Kinderen worden in basisscholen veelal in leeftijdsgroepen ingedeeld. Er zijn dan steeds leerlingen die ten opzichte van leeftijdsgenoten heel goed of juist slecht presteren. Dit leidt bij deze 'relatief afwijkende leerlingen' tot demotivatie, gerichtheid op andere activiteiten, en 'onderpresteren'. In de hier voorgestane pedagogiek en didactiek wordt elk kind, per ontwikkelings- of competentiegebied, doorlopend en adequaat gesteund. Dit is ook conform de vigerende onderwijswetgeving. De praktische consequentie is dat het onderwijsaanbod in elke groep of klas steeds dient te zijn afgestemd op de werkelijke (begin)kenmerken van de aanwezige leerlingen. Vervolgens dient elk kind in school steeds iets boven het eigen niveau te kunnen spelen en leren, deels volgens eigen voorkeuren en eigen regulatie. Dit vereist voorbereide onderwijsleersituaties en een doorlopend helder inzicht in relevante diagnostische ontwikkelings- en leerniveaus alsmede in de individuele leerprocessen en -effecten. Praktische realisatie van deze eisen vraagt ten eerste om vaststelling van de beginkenmerken van leerlingen. Ten tweede dient het feitelijke speel- en leeraanbod te zijn georganiseerd in aansluiting op deze individuele beginkenmerken, in een meer flexibele vormgeving dan gebruikelijk. Deze twee onderwijsaspecten worden hier concreet uitgewerkt en ingevuld in het kader van een handleiding voor ontwikkelings- of design-based onderzoek dat samen met leerkrachten en management wordt uitgevoerd.

Relevância:

30.00% 30.00%

Publicador:

Resumo:

Background. In pre-school and primary education pupils differ in many abilities and competences (‘giftedness’). Yet mainstream educational practice seems rather homogeneous in providing age-based or grade-class subject matter approaches. Aims. To clarify whether pupils scoring initially at high ability level do develop and attain differently at school with respect to language and arithmetic compared with pupils displaying other initial ability levels. To investigate whether specific individual, family or educational variables co-vary with the attainment of these different types of pupils in school. Samples. Data from the large-scale PRIMA cohort study including a total of 8258 grade 2 and 4 pupils from 438 primary schools in The Netherlands. Methods. Secondary analyses were carried out to construct gain scores for both language and arithmetic proficiency and a number of behavioural, attitudinal, family and educational characteristics. The pupils were grouped into different ability categories (highly able; able; above average; average and below). Further analyses used Pearson correlations and analyses of variance both between and within ability categories. Cross-validation was done by introducing a cohort of younger pupils in pre-school and grouping both cohorts into decile groups based on initial ability in language and arithmetic. Results. Highly able pupils generally decreased in attainment in both language and arithmetic, whereas pupils in average and below average groups improved their language and arithmetic scores. Only with highly able pupils were some educational characteristics correlated with the pupils’ development in achievement, behaviour and attitudes. Conclusions. Pre-school and primary education should better match pupils’ differences in abilities and competences from their start in pre-school to improve their functioning, learning processes and outcomes. Recommendations for educational improvement strategies are presented in closing.