5 resultados para business partner
em Open University Netherlands
Resumo:
Which 'actor' takes the management accountant role as an extravert business partner? Does a relation between the personal trait Extraversion and fulfilling a management accountant role as a business partner exist? Open Universiteit Nederland End thesis MSc Management, Accounting & Finance Support 1: Prof. dr. A.C.N. van de Ven RA Support 2: dr. P.C.M. Claes Examinator: dr. P. Kamminga Date of approval: September 3, 2014 student: P.R. van der Wal (studentnumber 839104017 email petervanderwal2003@yahoo.com The main question of this research is: Does a relation between the personal trait Extraversion and fulfilling a management accountant role as a business partner exist? This research is based on the dataset obtained by the controller survey 2013, executed in commission of the 'Open Universiteit' (Bork & van der Wal, 2014). From the literature review it is clear: among other management accountant roles we need business partners. And there is a relation between the personal trait Extraversion and fulfilling the role as business partner. At the same time a lack of necessary personal traits for this role has been noticed, among which is Extraversion. The factor- and cluster analyses reported by Bork & van der Wal (2014) resulted in the identification of two types of management accountant roles. In this extended research TYPE II is identified as a business partner because (s)he practices activity-combinations which are related to strategy, analyzing, supporting management in decision making, advisory, change-agency and representing the organization. 36% of the population of Dutch management accountants with a master degree (or similar) meet with the role of the business partner. Although the fulfillment of the role (TYPE II) is not purely business partnering. E.g. reporting and scorekeeping are still activities executed by TYPE II and it is not clear to what extent. Apart from that, role TYPE I executes change management and risk-management activities, which are (according to the definition) activities that belong to the business partner. The role as business partner is practiced but not that optimal as defined in theory. The logistic regression analyses on the survey-data show that Extraversion among three other triggers is significant for the prediction of the fulfillment of the management accountant role (Bork & van der Wal, 2014). A more extravert personal trait predicts a preference for TYPE II, which relates to the business partner. This 'in depth research' concentrated on the relation between the Big Five personal traits and the six activity-combinations (factors) instead of on the two clusters (I and II). The statistic analyses confirm the predicting influence of Extraversion on the business partner role. Although, except for one factor, no extra significance has been found in this additional research. The essential question can be confirmed positively: the management accountant role business partner exists in practice, some management accountants are more extravert then others, and there is a positive relation between extraversion and fulfilling the business partner role. Some formulated research limitations are related to the statistical weakness of some prediction outcomes and to interpretation differences that might occur. Further research can e.g. concentrate on the other personal traits and the significance for role-differentiation in education programs. The management accountant survey 2013 Management accountant roles in 2013 in the Netherlands Open Universiteit Nederland End thesis MSc Management, Accounting & Finance Support 1: Prof. dr. A.C.N. van de Ven RA Support 2: dr. P.C.M. Claes Examinator: dr. P. Kamminga Date of approval: September 3, 2014 student: P.R. van der Wal and H.J. Bork studentnumber: 839104017 and 838532340) email: petervanderwal2003@yahoo.com and hjbork@hotmail.com This paper describes the conceptual model and results of the 'management accountants survey 2013'. The survey is part of a longitudinal survey, earlier executed in 2004, 2007 and 2010 under responsibility of the 'Open Universiteit Nederland'. Secondly the dataset of this survey will be used by us to do our own analyses on the predicting value of the triggers 'personality factor: extraversion' and 'lever of control: interactive controls' on the management accounting role that comes close to a role defined as 'Business Partner'. Scientific research shows that there are different management accounting roles, and that these roles change and that preferences exist for certain roles (Verstegen B. , Loo, Mol, Slagter, & Geerkens, 2007). The main question that will be answered in this paper is which coherent combinations of activities are being executed by management accountants in 2013 in the Netherlands by master-graduates? And secondly which triggers of management accountants' activities predict to which cluster a management accountant belongs? The conceptual model of this research has been developed in 2004 (Verstegen B. , Loo, Mol, Slagter, & Geerkens, 2007). For this research the same 37 activities as in the former researches are included (appendix 1). In the trigger-set (appendix 1) some adaptations have been made for reasons of restricting the length of the survey and to pinpoint on particular research goals (e.g. personality and levers of control). The coherent combinations of activities were found by a factor-analysis and the groups of controllers by a cluster analysis. A regression analysis shows which trigger-items are most significant. The survey has been sent to 2.353 students that finished a controller-study on a Dutch University. There was a 9% (211) response with a completely filled survey. 137 of which indicated to work in a controller-function at the moment. These controllers have been included in the results. The factor-analysis results in six different coherent combinations of activities (factors). Shortly these factors are: advising top management on strategic level with result-effecting information (1), organizing internal reporting (2) organizing and representing the organization on external reporting (3), advising and managing changes by shortcomings in processes and control systems (4), maintaining and managing administrative organization- , information- and control systems (5) and organizing/executing risk management and internal audit (6). Factors 4, 5 and 6 are clustered in cluster TYPE I (125 controllers) and factors 1, 2 and 3 in cluster TYPE II (69 controllers). TYPE II can be associated with the management accountant role 'Business Partner', although the accountant keeps partly active in a scorekeeper role. The four most significant triggers for predicting being a TYPE II controller are 'Executing a risk-management task in order to meet compliance standards' (1), extraversion (2), company size in terms of fte (3) and gender (4).
Resumo:
De Hoofdvraag van dit onderzoek is: Is er een relatie tussen de lever of control Interactive control en het vervullen van de controllerrol business partner? Dit onderzoek is gebaseerd op de dataset verkregen uit de controllerenquête 2013, uitgevoerd in opdracht van de Open Universiteit (Bork & van der Wal, 2014). Vanuit het literatuuronderzoek is het duidelijk: de rol business partner is een zeer gewenste rol voor controllers. Daarnaast is er in de literatuur een verband te vinden tussen de rol business partner en de lever of control Interactive control. De factor- en clusteranalyse zoals beschreven door Bork & van der Wal (2014), resulteerde in de identificatie van twee type controllers. In dit uitgebreide onderzoek is TYPE II geïdentificeerd als business partner, omdat hij/zij activiteitencombinaties uitvoert die gerelateerd zijn aan strategie, analyseren, het management ondersteunen in besluitvorming, advisering, change management en de organisatie vertegenwoordigen. 36% van de populatie van aan Nederlandse Universiteiten afgestudeerde controllers die ook werkzaam zijn als controller vervullen een rol grotendeels gelijk aan de rol business partner. De vervulling van de rol (TYPE II) is niet puur business partner. Vervaardigen en organiseren van rapportagestromen zijn ook activiteiten die uitgevoerd worden door TYPE II. Daarnaast voert TYPE I activiteiten als change en risk management uit, volgens de definitie zou de business partner deze activiteiten uit moeten voeren. De rol business partner wordt uitgevoerd, maar nog niet in de optimale vorm zoals aangegeven in de theorie. De logistische regressieanalyse op de dataset laat zien dat geen van de levers of control een significante trigger is voor het uitvoeren van een van de twee types controllerrollen (Bork & van der Wal, 2014). Dit verdiepende onderzoek concentreert zich op de relatie tussen de lever of control Interactive control en de zes activiteitencombinaties (factoren) in plaats van de twee clusters (TYPE I & II). De statistische analyses bevestigen de uitkomsten het onderzoek van Bork & van der Wal (2014). Er is geen significantie tussen Interactive control en de factoren die behoren bij de business partner rol. De hoofdvraag moet ontkennend beantwoord worden, er is geen relatie tussen de lever of control Interactive control en de controllerrol business partner. Een paar beperkingen van het onderzoek richten zich op de vragenlijst over de levers of control: is het de juiste vragenlijst voor dit onderzoek en meet deze vragenlijst de levers of control van controllers? Vervolg onderzoek kan zich richten op bovenstaande beperking. Daarnaast zijn er uit het onderzoek van Bork & van der Wal (2014) triggers naar voren gekomen die verder onderzocht kunnen worden.
Resumo:
De rol van de controller behelst een grote verscheidenheid aan activiteiten. Er is veel over deze rol geschreven, dat resulteerde in verschillende gezichtspunten over en categorieën van controller activiteiten. In het algemeen kan gesteld worden dat de controller de manager ondersteunt bij de uitvoering van zijn besluitvormingsproces. Er is niet veel geschreven over perceptieverschillen over de rol van de controller. Omdat dat wel nuttig kan zijn voor de werkrelatie tussen manager en controller is onderzocht of er perceptieverschillen bestaan en bij welke controller activiteiten deze zich voordoen. Het onderzoek naar perceptieverschillen tussen managers en controllers over de rol van de controller is uitgevoerd door een kwalitatief onderzoek, een gevalsstudie, bij een universitair medisch centrum. Drie manager-controller koppels zijn geïnterviewd aan de hand van een door hen ingevulde lijst met controller activiteiten. De resultaten van de interviews zijn de belangrijkste bron voor het onderzoek. Er komen drie verklaringscategorieën naar voren voor de perceptieverschillen, namelijk 1. een perceptieverschil veroorzaakt door een interpretatieverschil over het hiërarchische niveau waarop de activiteit wordt uitgevoerd; 2. een perceptieverschil veroorzaakt door een interpretatieverschil over de betekenis van de woorden waarmee de activiteit is omschreven; 3. een perceptieverschil veroorzaakt door een interpretatieverschil over het kwaliteitsniveau waarop de activiteit wordt uitgevoerd. De controller kent in het algemeen een hogere score toe aan het belang van het uitvoeren van de controlling activiteit dan de manager. Er bestaan veel perceptieverschillen, maar het patroon tussen de 3 onderzochte koppels met betrekking tot hun perceptie van het al dan niet uitvoeren van de controller activiteit en met betrekking tot het belang dat zij aan het uitvoeren van de activiteit hechten is te grillig om een gelegitimeerde conclusie te trekken over het daadwerkelijke bestaan van perceptieverschillen of over de importantie van een activiteit als moderator voor de verklaring van het perceptieverschil. De meeste perceptieverschillen worden verklaard door een interpretatieverschil over het hiërarchisch niveau waarop de activiteit wordt uitgevoerd. In deze gevallen die liggen op het gebied van interne analyse, risico management en management control systemen, is de manager meestal van mening dat een controller activiteit wordt uitgevoerd, terwijl de controller van mening is dat deze niet wordt uitgevoerd. Dit verschil kan te maken hebben met de afstand van de beoordelaar tot de uit te voeren activiteit. Bij de meeste perceptieverschillen percipieert de manager de activiteit als uitgevoerd en de controller percipieert deze als niet uitgevoerd. Naast de afstand tot de uit te voeren activiteit, kan ook het professioneel oogpunt meespelen als verklarende factor voor deze perceptieverschillen. Dit speelt met name een rol bij activteiten op het gebied van interne analyse, leiding geven en veranderen en onderhoud van systemen. Over activteiten behorend bij het controllertype business partner bestaan meer perceptieverschillen dan die behorend bij het type policeman. Dit kan betekenen dat de business partner activiteiten van de onderzochte controllers niet of minder zichtbaar worden uitgevoerd. De perceptie er over verschilt zeker.
Resumo:
Bij de provincie Gelderland is per 01-01-2009 een reorganisatie doorgevoerd waarbij o.a. de ondersteunende disciplines zoals Financiën zijn samengevoegd binnen één centrale afdeling. Binnen de afdeling Financiën is een team ‘Business control’ gevormd waarin de Financieel adviseurs zijn ondergebracht. Daarbij is vanaf 2009, in verschillende termen en bewoordingen, steeds de ambitie uitgesproken om van de “Financieel expert” naar “Partner in business” te groeien. De ervaring tot dusver laat zien dat deze ambitie in de praktijk moeizaam te realiseren is. Dit onderzoek richt zich op verschillende facetten die samenhangen met bovengenoemde ambitie. Daarbij richt het onderzoek zich vooral op de vraag wat de invloed daarbij is van de persoonskenmerken van de medewerkers. De onderzoeksvraag is: Hoe beïnvloeden de persoonskenmerken de ontwikkeling naar “Partner in Business” bij het team Business control binnen de afdeling Financiën bij de provincie Gelderland? Uit het literatuuronderzoek blijkt dat New Public Management (NPM) een belangrijke externe ontwikkelingen is voor de publieke sector. NPM heeft als doel om publieke organisaties meer resultaatgericht, meer gecoördineerd en efficiënter te laten werken. Bij NPM gaat het o.a. om begrippen als resultaatgerichtheid, output en efficiency. Aangezien de controller het management adviseert bij het efficiënt realiseren van de organisatiedoelstellingen is NPM van invloed op de (rol van) de controller. Een verandering in de rol van de controller is ook het gevolg van de veranderingen in de financiële functie. Uit diverse onderzoeken blijkt dat de controllersfunctie zich ontwikkelt van een administratieve, ten behoeve van het top-management controlerende functie, naar een beslissingsondersteunende functie voor alle geledingen van het management. Conijn et al. (2005) beschrijven de ontwikkeling in de financiële functie aan de hand van een denkmodel met daarin vier fasen met de bijbehorende archetypes Scorekeeper, Financial controller, Managementcontroller en Businesspartner. Naast deze ontwikkelingen zijn ook persoonsgerelateerde factoren van invloed op de rol van een controller binnen een organisatie. Vanuit de organisatiepsychologie worden de persoonlijke eigenschappen van mensen dikwijls in vijf verschillende dimensies gevat, ook wel ‘the big five’ genoemd. Het big five factor model gaat ervan uit dat elk persoon in meer of mindere mate de volgende vijf persoonlijke dimensies heeft: Extraversie, Meegaandheid, Zorgvuldigheid, Openheid en Emotionele stabiliteit. De situatie bij de provincie Gelderland is onderzocht aan de hand van een enquête. De enquête is uitgezet bij de 28 Financieel adviseurs met 17 representatieve respondenten. Hieruit blijkt dat de Financieel adviseurs bij de provincie Gelderland voornamelijk activiteiten verrichten die horen bij de rol van Financial controller en in mindere mate die van respectievelijk Managementcontroller, Businesspartner en Scorekeeper. Daarbij beschikken de Managementcontrollers en de Businesspartners meer over de persoonskenmerken Extraversie, Openheid en Emotionele stabiliteit dan de Scorekeepers en Financial controllers. De Scorekeepers beschikken juist het minst over deze drie persoonskenmerken ten opzichte van de andere drie typen controllers. Voor wat betreft de persoonskenmerken Zorgvuldigheid en Meegaandheid laten de resultaten van de enquête geen eenduidig beeld zien in de relatie tot de typen controllers die de Financieel adviseurs vervullen. Op basis van dit onderzoek en met inachtneming van het aantal van 17 respondenten bij de enquête, lijkt er een relatie te zijn tussen de persoonskenmerken van controllers en de rol die zij als controller vervullen. De rol van Businesspartner vraagt blijkbaar om een hoge mate van Extraversie, Openheid en Emotionele stabiliteit. Voor de provincie Gelderland betekent dit concreet dat bij de gewenste ontwikkeling van Financieel expert naar Partner in business rekening gehouden moet worden met de persoonskenmerken van de Financieel adviseurs. Hierdoor kan er een goede aansluiting tot stand worden gebracht tussen de controller als persoon en zijn/haar controllersrol binnen de organisatie. Kortom; de juiste persoon op de juiste plaats.
Resumo:
This report provides a comparative analysis of the existing and emergent Business models currently employed in the Entertainment digital game industry (referred to in this report as the Leisure industry) and the “serious”, or in the context of the RAGE project and this report, the Applied Games industry. In conjunction with the accompanying WP 7.2 report providing a value chain analysis this report will inform the development of a business mode or models for the proposed RAGE ecosystem.