1000 resultados para ouderlijke controle
Resumo:
Eén van de meest voorkomende stoornissen bij kinderen is de angststoornis en gangbare behandelmethoden sluiten niet altijd goed aan bij deze groep. Om kinderen optimaal te kunnen begeleiden of te behandelen is inzicht in factoren die een rol spelen bij angst van belang. Het doel van dit onderzoek, uitgevoerd in het kader van de masterthesis Klinische Psychologie, is het vergroten van inzicht in de mate waarin ouderlijke controle en psychologische inflexibiliteit een rol spelen bij angst. Ouderlijke controle staat in dit verband voor de mate waarin ouders gedrag van hun kind begrenzen en reguleren en psychologische flexibiliteit voor de mate waarin kinderen in staat zijn adequaat en doelgericht te kunnen reageren. Eerder onderzoek laat een verband zien tussen angst en psychologische inflexibiliteit en tussen angst en ouderlijke controle. Ook zijn er aanwijzingen voor een verband tussen ouderlijke controle en psychologische inflexibiliteit. Onderzoeksresultaten met betrekking tot de interactie tussen deze drie variabelen bij kinderen in de basisschoolleeftijd ontbreken vooralsnog. In dit onderzoek, dat de vorm heeft van een survey en is uitgevoerd bij de jeugd-GGZ en bij basisscholen in Groningen en Friesland, wordt getracht deze onderlinge samenhang in beeld te brengen. Zesenveertig kinderen in de leeftijd van 8 tot en met 12 jaar, waarvan 11 met een gediagnosticeerde angststoornis, hebben de AFQ-Y, de SCAS en een vragenlijst gebaseerd op de EMBU-C ingevuld. Hiermee zijn respectievelijk de mate van psychologische flexibiliteit, de mate van angst en de mate van ouderlijke controle gemeten. Met behulp van t-toetsen is nagegaan of de scores op deze drie variabelen verschillen bij kinderen die zijn gediagnosticeerd met een angststoornis (klinische groep) en kinderen die niet zijn gediagnosticeerd met een angststoornis (controlegroep). Daarnaast is gekeken of meisjes en jongens verschillend scoorden op deze factoren. Verder is voor de totale groep met behulp van een correlatie- en regressieanalyse de samenhang tussen de variabelen onderzocht en nagegaan of er sprake was van een mediërend effect van psychologische flexibiliteit. Uit de resultaten kwam naar voren dat kinderen uit de klinische groep hoger scoorden op angst, ouderlijke controle en psychologische inflexibiliteit. Verder scoorden meisjes hoger op angst en jongens hoger op ouderlijke controle. Uit de correlatie– en regressie analyses bleek dat de mate van angst en de mate van psychologische inflexibiliteit hoger is naarmate er meer ouderlijke controle is en de mate van angst lager is naarmate de psychologische flexibiliteit hoger is. Daarnaast bleek psychologische flexibiliteit het verband tussen ouderlijke controle en angst te mediëren. Geconcludeerd kan worden dat psychologische flexibiliteit een zeer belangrijke rol speelt bij angst en bij angststoornissen en dat preventie en behandeling gericht op het vergroten van de psychologische flexibiliteit, de mate van angst bij kinderen kan verminderen.
Resumo:
Het doel van dit onderzoek betrof het verkrijgen van meer zicht op de relatie tussen de opvoedstijl en externaliserend probleemgedrag en de mediërende rol van het zelfbeeld daarbij bij dak- en thuisloze jongeren in Utrecht in de leeftijd van 18 tot en met 25 jaar. Het onderzoek is uitgevoerd middels een ad hoc survey met een eenmalige meting onder dak- en thuisloze jongeren in Utrecht in de leeftijd van 18 tot en met 25 jaar. De respondenten zijn benaderd bij een voorziening in Utrecht waar ambulante hulp wordt geboden aan deze doelgroep in deze leeftijdscategorie. In totaal namen 89 respondenten deel aan het onderzoek waarvan er 79 overbleven na het verwijderen van respondenten met missende data. De populatie bestond uit 51 jongens met een gemiddelde leeftijd van 23 jaar en 28 meisjes met een gemiddelde leeftijd van 22 jaar. Het zelfbeeld is gemeten met de Rosenberg Self-Esteem Scale (Rosenberg, 1989), het externaliserende probleemgedrag met de Self-Report Delinquency Scale (SRD; West & Farrington, 1973), en de verkregen opvoedstijl met de Parenting Style Index (PSI; Steinberg, Lamborn, Darling, Mounts & Dornbusch,1994). Uit de resultaten van het onderzoek kwam bij de relatie van ouderlijke steun met externaliserend probleemgedrag een partiële mediatie naar voren door het zelfbeeld. Bij de relatie van ouderlijke controle met externaliserend probleemgedrag bleek geen mediatie op te treden door het zelfbeeld. Een hoge mate van ouderlijke steun leidde tot een hoger zelfbeeld, maar ouderlijke controle had geen effect op het zelfbeeld. Daarnaast werd gevonden dat een hoge mate van ouderlijke steun en controle, alsmede het hebben van een hoog zelfbeeld leidde tot minder externaliserend probleemgedrag.
Resumo:
The individual affective-cognitive evaluations are important factors that control the way he feels the disease impact in his life. Then, the perception of seizure control is a more important factor to evaluate Quality of Life (QoL) than the illness characteristics, such as the severity, type, sickening period and seizure frequency. This study searched for the relationship among the subjective variables (perception of seizure control) and the illness characteristics to evaluate QoL. The sample consisted of 60 individuals with chronic epilepsy, aging 18 to 70 (M=37.05; SD=11.25), chosen at randon from the ambulatory of epilepsy - HC/UNICAMP, by the Questionnaire 65. The illness characteristics were not significant, except the seizures frequency, when associated to the impairment in QoL among controlled seizures and seizures with frequency higher than 10 per month (p=0.021). The perception of control was significantly associated to QoL (p=0.005).
Resumo:
The aim of this study was to test fear, anxiety and control related to dental treatment. The subjects were 364 children with ages between 7 and 13 years. Three questionnaires with multiple choice questions were applied in groups of 10 children. The first instrument was the 15-item dental subscale from the Childrens Fear Survey Schedule9. The subjects rated their level of fear on a 5-point scale. The second survey instrument was the 20-item subscale from the State Trait Anxiety Inventory for Children16. This measure was used to capture how anxious the child was, in general. The third instrument was the Child Dental Control Assessment19. It contained 20 items to assess perceived control and 20 items to assess desired control. The results of the survey indicated that dental fear and anxiety were slightly higher for females when compared with male subjects (P < 0.05). Older children (11 to 13 years old) obtained higher fear scores than younger ones (7 to 9 years old). Concerning perceived control, the results indicate that younger children perceive more control than older ones. For desired control, the results indicate that younger children reported higher percentages than older ones. In this study, patients who had undergone anesthesia during treatment revealed higher fear scores when compared with those who had not. Dental fear etiology seems to be related to a procedure that may involve pain or lack of control.
Resumo:
Universidade Estadual de Campinas . Faculdade de Educação Física
Resumo:
Universidade Estadual de Campinas . Faculdade de Educação Física
Resumo:
Universidade Estadual de Campinas . Faculdade de Educação Física
Resumo:
Universidade Estadual de Campinas . Faculdade de Educação Física
Resumo:
Universidade Estadual de Campinas . Faculdade de Educação Física
Resumo:
Universidade Estadual de Campinas . Faculdade de Educação Física
Resumo:
Universidade Estadual de Campinas . Faculdade de Educação Física
Resumo:
Universidade Estadual de Campinas. Faculdade de Educação Física
Resumo:
Universidade Estadual de Campinas. Faculdade de Educação Física
Resumo:
OBJETIVOS: o objetivo deste trabalho foi verificar a incidência de cárie dentária em um programa de prevenção aplicado durante 25 anos em clínica particular. METODOLOGIA: participaram desse programa 640 crianças de ambos os gêneros, na faixa etária de 3 a 15 anos de idade. O programa foi baseado no controle mecânico da placa bacteriana dentária por meio da profilaxia profissional com jato de bicarbonato de sódio com uma periodicidade mensal. A incidência de cárie foi verificada por meio de exames clínicos durante as sessões de atendimento e radiográficos anualmente. A média de idade das crianças ao ingressarem no programa foi de 7,8 anos. RESULTADOS: antes de ingressar no programa, as crianças apresentaram, em média, 5,3 faces cariadas, enquanto após o programa a média foi de 0,18. A incidência de cáries por ano antes do programa foi de 0,9 faces cariadas e durante o programa de 0,03. O tempo de permanência das crianças no programa foi, em média, de 52,6 meses, e a média de faltas foi de 0,5 falta por ano. Esses resultados demonstram o sucesso do programa, principalmente por ter uma filosofia que procura o equilíbrio da biodiversidade da cavidade bucal, sem o risco de produzir efeitos colaterais indesejáveis. CONCLUSÕES: conclui-se, assim, que esse parece ser o caminho mais curto para resolver o problema da cárie dentária, ou seja, o controle mecânico da placa bacteriana dentária através da profilaxia profissional mensal, pois é um método de prevenção possível de ser aplicado em qualquer criança, independentemente de suas condições psicomotoras e sociais, e que proporciona a melhor relação custo-benefício, além de estar de acordo com os conceitos mais atuais de cárie e de seus fatores etiológicos. Em função da faixa etária das crianças, o programa é de suma importância para clínicas de Odontopediatria e Ortodontia.
Resumo:
A disfunção têmporo-mandibular é caracterizada pela presença de sintomatologia dolorosa articular/muscular na região da face. A principal justificativa do uso do laser da laserterapia na disfunção é seu efeito analgésico, fato observado na maioria dos estudos encontrados na literatura. OBJETIVO: Foi avaliar a eficácia da laserterapia no tratamento das disfunções têmporo-mandibulares. MATERIAL E MÉTODO: 50 voluntários com disfunção têmporo-mandibular foram divididos em dois grupos (controle e experimental) tiveram as amplitudes dos movimentos de abertura bucal, lateralidade direita e esquerda registrados, antes e após aplicação do laser. Foi registrada, também, a nota de dor do indivíduo através da escala analógica visual de dor e, através do exame físico, os pontos álgicos. Utilizou-se o laser de AsGaAl com potência de 40mW, com 80J/cm², por 16 segundos, em quatro pontos selecionados por apenas uma sessão com reavaliação após uma semana. Desenho Científico Utilizado: Clínico. RESULTADOS: Notou-se que a laserterapia promoveu aumento da média de amplitude dos movimentos mandibulares (p=0,0317) e houve redução significativa (43,6%) da intensidade de dor dos pacientes medida através da escala analógica visual de dor. CONCLUSÕES: A laserterapia promove redução da sintomatologia dolorosa do paciente após a aplicação por ação analgésica e/ou por um efeito placebo.