8 resultados para kwalitatieve aansluiting


Relevância:

70.00% 70.00%

Publicador:

Resumo:

Meyer, G. (2016). Aansluiting van de MBO Techniek opleiding niveau 4 op de arbeidsmarkt Een survey onder afgestudeerden. Juli, 14, 2016, Heerlen, Nederland:Open Universiteit.

Relevância:

30.00% 30.00%

Publicador:

Resumo:

Born, A.(2016). Leren Aansluiten na de Internationale Schakelklas (ISK) Een verkenning van de aansluiting van curriculum en leerlijnen Nederlands en rekenen tussen de ISK en MBO/Entree opleiding. Mei, 17, 2016, Heerlen, Nederland: Open Universiteit

Relevância:

20.00% 20.00%

Publicador:

Resumo:

Zelfbeeldvorming is een levenslang proces en vindt plaats in de sociale context. Het zelfbeeld wordt gevormd op basis van zelfreflectie en sociale vergelijking en staat onder invloed van verschillende factoren. Het zelfbeeld is belangrijk voor de zelfregulatie en heeft invloed op het psychologisch welzijn. Door een asynchrone ontwikkeling wijkt de ontwikkeling van hoogbegaafden af van de gangbare patronen. Hoewel wordt gedacht dat hierdoor een adequate en positieve zelfbeeldvorming problematisch is, is hiernaar nauwelijks onderzoek gedaan. Dit kwalitatieve onderzoek is een eerste verkenning naar levensloopontwikkelingen in het zelfbeeld van personen die op volwassen leeftijd als hoogbegaafd zijn geïdentificeerd. De ontwikkelingen worden daarnaast in verband gebracht met het psychologisch welzijn. Acht personen, die op volwassen leeftijd als hoogbegaafd zijn geïdentificeerd, werden tijdens een diepte-interview uitgenodigd hun levensverhaal te vertellen. De levensverhalen werden geanalyseerd volgens een narratieve analysemethode. Levensloopontwikkelingen van hoogbegaafden in dit onderzoek kunnen het best kunnen worden begrepen vanuit het samenspel van de aan- en afwezigheid van belemmerende en bevorderende factoren, de kwaliteit van sociale interacties, individuele persoonskenmerken en de opeenstapeling van levenservaringen. In verschillende levensfasen staan zelfbeelden centraal die betrekking hebben op sociale rollen in de betreffende levensfase en de sociale eisen die daaruit voortvloeien. Variëteit hierin is afhankelijk is van de levensomstandigheden en de opeenstapeling van levenservaringen. Persoonlijke levenservaringen beïnvloeden de manier waarop men zichzelf begrijpt en naar zijn verleden, heden en toekomst kijkt. De betekenis die men geeft aan de eigen hoogbegaafdheid is afhankelijk van de mate van inadequatheid van het zelfbeeld vóór de identificatie en de persoonlijke opvatting over hoogbegaafdheid. Voor sommigen is de identificatie cruciaal voor de vorming van een adequaat zelfbeeld en een solide identiteitsvorming. Na de identificatie als hoogbegaafd staan zelfbeelden met betrekking tot persoonlijkheidskenmerken verbonden aan de hoogbegaafde identiteit, emotionaliteit en autonomie op de voorgrond. De mate waarin deze op de voorgrond treden is afhankelijk van de betekenis die men geeft aan de eigen hoogbegaafdheid. Bij alle deelnemers zijn zelfbeelden met betrekking tot de sociale interactie, zelfsturing, persoonlijke ontwikkeling en zelfontplooiing gedurende de gehele levensloop belangrijk. Onder invloed van veranderingen in het zelfbeeld gedurende de levensloop neemt het psychologisch welzijn toe op de domeinen zelfacceptatie, autonomie, grip op de omgeving en persoonlijke groei en voor een enkeling op het domein levensdoel. In verhouding tot deze welzijnsdomeinen neemt het welzijn op het domein positieve relaties met anderen matig toe. Dit heeft te maken met de onconventionaliteit van de deelnemers, waardoor men niet in de sociale context past en te maken heeft met (zelf)stigmatisering en een negatieve benadering door anderen.

Relevância:

10.00% 10.00%

Publicador:

Resumo:

De laatste decennia is er in onderwijspraktijk en onderwijsonderzoek veel aandacht voor sociaal leren van (aanstaande) leraren als een stimulans voor hun professionele ontwikkeling. Bij het nastreven van innovatie in dergelijke lerarengroepen, blijkt faciliteren van belang. In deze studie is onderzocht op welke wijze lerarengroepen gefaciliteerd kunnen worden ter optimalisatie van de professionele ontwikkeling van de groepsleden. Hiervoor is gebruik gemaakt van een eerder ontwikkeld theoretisch kader met 4 dimensies en 11 indicatoren van sociaal leren. Het onderzoek is uitgevoerd in een lerarenopleiding primair onderwijs (pabo) waar groepen van pabodocenten, pabostudenten en leerkrachten primair onderwijs zijn gevolgd gedurende twee jaren in een enkelvoudige en meervoudige casestudie. Data zijn verzameld in de vorm van video/audio-opnames van de werkbijeenkomsten, het beantwoorden van reflectieve vragen, het volgen van de digitale leeromgeving en het uitvoeren van retrospectieve interviews. Op basis van kwalitatieve analyses is op diverse momenten samen met de groepsleden bekeken hoe de sociale configuratie eruit zag, of dit passend was bij de groepsdoelen en welke vervolgstappen wenselijk waren. De in deze studie ontwikkelde interviewleidraad blijkt een bruikbaar kwalitatief instrument in dit faciliteringsproces.

Relevância:

10.00% 10.00%

Publicador:

Resumo:

Bij de provincie Gelderland is per 01-01-2009 een reorganisatie doorgevoerd waarbij o.a. de ondersteunende disciplines zoals Financiën zijn samengevoegd binnen één centrale afdeling. Binnen de afdeling Financiën is een team ‘Business control’ gevormd waarin de Financieel adviseurs zijn ondergebracht. Daarbij is vanaf 2009, in verschillende termen en bewoordingen, steeds de ambitie uitgesproken om van de “Financieel expert” naar “Partner in business” te groeien. De ervaring tot dusver laat zien dat deze ambitie in de praktijk moeizaam te realiseren is. Dit onderzoek richt zich op verschillende facetten die samenhangen met bovengenoemde ambitie. Daarbij richt het onderzoek zich vooral op de vraag wat de invloed daarbij is van de persoonskenmerken van de medewerkers. De onderzoeksvraag is: Hoe beïnvloeden de persoonskenmerken de ontwikkeling naar “Partner in Business” bij het team Business control binnen de afdeling Financiën bij de provincie Gelderland? Uit het literatuuronderzoek blijkt dat New Public Management (NPM) een belangrijke externe ontwikkelingen is voor de publieke sector. NPM heeft als doel om publieke organisaties meer resultaatgericht, meer gecoördineerd en efficiënter te laten werken. Bij NPM gaat het o.a. om begrippen als resultaatgerichtheid, output en efficiency. Aangezien de controller het management adviseert bij het efficiënt realiseren van de organisatiedoelstellingen is NPM van invloed op de (rol van) de controller. Een verandering in de rol van de controller is ook het gevolg van de veranderingen in de financiële functie. Uit diverse onderzoeken blijkt dat de controllersfunctie zich ontwikkelt van een administratieve, ten behoeve van het top-management controlerende functie, naar een beslissingsondersteunende functie voor alle geledingen van het management. Conijn et al. (2005) beschrijven de ontwikkeling in de financiële functie aan de hand van een denkmodel met daarin vier fasen met de bijbehorende archetypes Scorekeeper, Financial controller, Managementcontroller en Businesspartner. Naast deze ontwikkelingen zijn ook persoonsgerelateerde factoren van invloed op de rol van een controller binnen een organisatie. Vanuit de organisatiepsychologie worden de persoonlijke eigenschappen van mensen dikwijls in vijf verschillende dimensies gevat, ook wel ‘the big five’ genoemd. Het big five factor model gaat ervan uit dat elk persoon in meer of mindere mate de volgende vijf persoonlijke dimensies heeft: Extraversie, Meegaandheid, Zorgvuldigheid, Openheid en Emotionele stabiliteit. De situatie bij de provincie Gelderland is onderzocht aan de hand van een enquête. De enquête is uitgezet bij de 28 Financieel adviseurs met 17 representatieve respondenten. Hieruit blijkt dat de Financieel adviseurs bij de provincie Gelderland voornamelijk activiteiten verrichten die horen bij de rol van Financial controller en in mindere mate die van respectievelijk Managementcontroller, Businesspartner en Scorekeeper. Daarbij beschikken de Managementcontrollers en de Businesspartners meer over de persoonskenmerken Extraversie, Openheid en Emotionele stabiliteit dan de Scorekeepers en Financial controllers. De Scorekeepers beschikken juist het minst over deze drie persoonskenmerken ten opzichte van de andere drie typen controllers. Voor wat betreft de persoonskenmerken Zorgvuldigheid en Meegaandheid laten de resultaten van de enquête geen eenduidig beeld zien in de relatie tot de typen controllers die de Financieel adviseurs vervullen. Op basis van dit onderzoek en met inachtneming van het aantal van 17 respondenten bij de enquête, lijkt er een relatie te zijn tussen de persoonskenmerken van controllers en de rol die zij als controller vervullen. De rol van Businesspartner vraagt blijkbaar om een hoge mate van Extraversie, Openheid en Emotionele stabiliteit. Voor de provincie Gelderland betekent dit concreet dat bij de gewenste ontwikkeling van Financieel expert naar Partner in business rekening gehouden moet worden met de persoonskenmerken van de Financieel adviseurs. Hierdoor kan er een goede aansluiting tot stand worden gebracht tussen de controller als persoon en zijn/haar controllersrol binnen de organisatie. Kortom; de juiste persoon op de juiste plaats.

Relevância:

10.00% 10.00%

Publicador:

Resumo:

De Groot, D. (2016). Flexibele Leerroutes voor Propedeusestudenten: Grounded Theory Onderzoek naar het Identificeren van Studentkenmerken in de Matching, ten behoeve van een Vraaggerichte, Gepersonaliseerde Leerroute in de Propedeuse Social Work. Juli, 26, 2016, Heerlen, Nederland: Open Universiteit.

Relevância:

10.00% 10.00%

Publicador:

Resumo:

Kinderen worden in basisscholen veelal in leeftijdsgroepen ingedeeld. Er zijn dan steeds leerlingen die ten opzichte van leeftijdsgenoten heel goed of juist slecht presteren. Dit leidt bij deze 'relatief afwijkende leerlingen' tot demotivatie, gerichtheid op andere activiteiten, en 'onderpresteren'. In de hier voorgestane pedagogiek en didactiek wordt elk kind, per ontwikkelings- of competentiegebied, doorlopend en adequaat gesteund. Dit is ook conform de vigerende onderwijswetgeving. De praktische consequentie is dat het onderwijsaanbod in elke groep of klas steeds dient te zijn afgestemd op de werkelijke (begin)kenmerken van de aanwezige leerlingen. Vervolgens dient elk kind in school steeds iets boven het eigen niveau te kunnen spelen en leren, deels volgens eigen voorkeuren en eigen regulatie. Dit vereist voorbereide onderwijsleersituaties en een doorlopend helder inzicht in relevante diagnostische ontwikkelings- en leerniveaus alsmede in de individuele leerprocessen en -effecten. Praktische realisatie van deze eisen vraagt ten eerste om vaststelling van de beginkenmerken van leerlingen. Ten tweede dient het feitelijke speel- en leeraanbod te zijn georganiseerd in aansluiting op deze individuele beginkenmerken, in een meer flexibele vormgeving dan gebruikelijk. Deze twee onderwijsaspecten worden hier concreet uitgewerkt en ingevuld in het kader van een handleiding voor ontwikkelings- of design-based onderzoek dat samen met leerkrachten en management wordt uitgevoerd.

Relevância:

10.00% 10.00%

Publicador:

Resumo:

Veerkracht en gezondheid zijn de hoofdconcepten in dit explorerend theoretisch onderzoek. Gezondheid wordt benaderd vanuit een biomedisch perspectief (objectieve gezondheid), een psychologisch/epidemiologisch perspectief (subjectieve gezondheid) en een levensloopperspectief (retrospectief evalueren van subjectieve gezondheid). De hoofdhypothese is dat veerkracht sterker positief samenhangt met subjectieve gezondheid, dan met objectieve gezondheid. Het onderzoek werd uitgevoerd bij mensen van 65 jaar en ouder vanuit de veronderstelling dat ouderen relatief veerkrachtiger zijn dan jongeren. De meetinstrumenten voor het operationaliseren van de begrippen zijn: Handgreepsterkte (HGS)meting en Tappingtesten voor objectieve gezondheid, Algemene Gezondheid (ASGZ)- en Visgezond(VG)vraag voor subjectieve gezondheid, Fysieke en Chinese Veerkrachtschaal voor veerkracht. Standaardisatie van testen en structureren van interview beogen eenvormigheid van afname met het oog op toekomstig grootschalig onderzoek. Resultaten worden hoofdzakelijk kwalitatief geanalyseerd. Door het beperkt aantal correspondenten dienen de kwantitatieve data uitsluitend als krijtlijnen. Resultaten De eerste preliminaire resultaten zijn niet in overeenstemming met de gestelde hypothese. De scores op de hoofdbegrippen correleren niet en onderzoek van de kwalitatieve data wijst meer op individuele verscheidenheid dan op overeenstemming in conceptuele invulling. Als veerkracht niet geassocieerd is met gezondheid krijgt het begrip ook in de context van gezondheidszorg een andere invulling. Zonder verder uitgebreider en diepgaander onderzoek zijn al deze interpretatieconclusies echter voorbarig.