137 resultados para psychologische flexibiliteit


Relevância:

10.00% 10.00%

Publicador:

Resumo:

We investigated the boundaries among imagery, memory, and perception by measuring gaze during retrieved versus imagined visual information. Eye fixations during recall were bound to the location at which a specific stimulus was encoded. However, eye position information generalized to novel objects of the same category that had not been seen before. For example, encoding an image of a dog in a specific location enhanced the likelihood of looking at the same location during subsequent mental imagery of other mammals. The results suggest that eye movements can also be launched by abstract representa- tions of categories and not exclusively by a single episode or a specific visual exemplar.

Relevância:

10.00% 10.00%

Publicador:

Resumo:

1. bd. Denken und gedächtnis. Eine psychologische monographie. 5. aufl 1894. Die schulmässige bildung der begriffe. 2 aufl. 1894.

Relevância:

10.00% 10.00%

Publicador:

Resumo:

"Festschrift. Wilhelm Wundt zum siebzigsten Geburtstage überreicht von seinen Schülern." I.-II. Th. Leipzig, W. Engelmann, 1902. v. 19-20.

Relevância:

10.00% 10.00%

Publicador:

Resumo:

Mode of access: Internet.

Relevância:

10.00% 10.00%

Publicador:

Resumo:

Vols. 18-20, 26-27, 34, 36-37, 41 also called Hamburger Arbeiten zur Begabungsforschung, nr.1-9.

Relevância:

10.00% 10.00%

Publicador:

Resumo:

1. abth. Ontologische und psychologische betrachtung des geistes.--2. abth. Pragmatologie des geistes, philosophie der geschichte und speculative theologie.

Relevância:

10.00% 10.00%

Publicador:

Resumo:

Sonderdruck aus "Wundt. Psychologische Studien". VIII. Bd., 1. Heft.

Relevância:

10.00% 10.00%

Publicador:

Resumo:

Das Salz im klassischen Altertum / von H. Blümner -- Griechische Heiratsverträge auf Papyrus / von H. Hitzig -- Die Anfänge des Sonderbundes nach österreichischen Gesandtschaftsberichten / von W. Oechsli -- Der Komtur : ein unausgeführter Roman Conrad Ferdinand Meyers / von A. Frey -- An den Sprachquellen / von L. Gauchat -- Das psychologische Experiment / von G.F. Lipps -- Genealogische und kulturelle Sprachverwandtschaft / von E. Schwyzer -- Ein Künstlerleben im 19. Jahrhundert / von C. Brun -- Die Anfänge von Gottfried Kellers Erzählungskunst / von E. Ermatinger.

Relevância:

10.00% 10.00%

Publicador:

Resumo:

Ziel vorliegender Studie waren eine explorative Analyse der Definition des unternehmerischen Erfolgs sowie eine Überprüfung, inwieweit sich die Geschlechter in der Definition von Unternehmenserfolg unterscheiden. Weiterhin wurden die Motive für die Selbstständigkeit bei Frauen untersucht. Die Ergebnisse zeigen, dass sowohl Unternehmer als auch Unternehmerinnen unternehmerischen Erfolg relativ breit definieren. Für beide Gruppen beinhaltet er sowohl finanzielle (Unternehmensleistung und persönliche Belohnung) als auch nicht finanzielle Aspekte (Arbeitsbeziehungen, Selbstverwirklichung und sozialer Erfolg). Weiterhin wurde bestätigt, dass Frauen den unternehmerischen Erfolg überwiegend über die sogenannten sozioemotionalen Kriterien definieren, während Männer die traditionellen statusbezogenen Aspekte und Leistung hervorheben. Die Analyse der Motive für Selbstständigkeit ergab, dass Unternehmerinnen besonders nach Selbstverwirklichung und Unabhängigkeit streben und in ihrem Durchsetzungsvermögen sowie in Kooperation und Rücksichtnahme ihre Stärken sehen. Fehlende Balance zwischen Familie und Beruf erleben sie als (unternehmerinnenspezifische) Schwierigkeit.

Relevância:

10.00% 10.00%

Publicador:

Resumo:

Doordat verhevigde concurrentiekrachten bedrijven dwingen om sneller te innoveren als voorheen wordt innovatie gezien als de belangrijkste uitdaging voor zowel publieke als private organisaties in de huidige tijd. Omdat elk nieuw product of innovatie start met 1 persoon in de organisatie die een vernieuwend idee heeft en dit idee in actie wil omzetten, is het van belang om het innovatiepotentieel van alle werknemers in de organisatie te benutten. Een belangrijke rol hierin is weggelegd voor de directe leidinggevende die met zijn gedrag in staat is om het innovatieve werkgedrag (IWG) van zijn ondergeschikten te stimuleren. In dit rapport is onderzocht of dienend leiderschap (DL), een leiderschapsstijl die in het bijzonder opvalt door de nadruk die hierin wordt gelegd op de emotionele, relationele en morele dimensies van leiderschap, IWG van werknemers bevordert. De relatie tussen deze leiderschapsstijl en individueel IWG is niet eerder onderzocht maar door aanwijzingen in de literatuur en empirisch onderzoek naar verwante concepten, was de verwachting dat DL IWG positief zou beïnvloeden en dat er een (gedeeltelijk) mediërende rol zou zijn weggelegd voor het gevoel van psychologische veiligheid (PV) dat werknemers ervaren in hun werkteam. Aan de hand van een open online vragenlijst met gestructureerde vragen zijn 226 werknemers, werkzaam in Nederland en Vlaanderen in een variëteit aan bedrijfstakken, ondervraagd. Middels de vragenlijst is in kaart gebracht: de perceptie van werknemers van het DL van hun directe leidinggevende, hoe groot het gevoel van PV is dat werknemers ervaren in hun werkteam en de mate waarin werknemers van zichzelf vinden dat zij IWG vertonen. Uit het onderzoek blijkt dat naarmate werknemers hun leidinggevende meer als dienend leider percipiëren zij zichzelf significant hoger scoren op IWG. Van de 8 dimensies waar DL uit bestaat (empowerment, accountability, nederigheid, dienstbaarheid, authenticiteit, moed, vergeving en rentmeesterschap) blijken enkel de dimensies empowerment en authenticiteit een significante invloed uit te oefenen op IWG boven de bijdragen van de andere DL-dimensies. Uit het onderzoek blijkt ook dat naarmate werknemers hun leidinggevende meer als dienend leider percipiëren, zij een significant hoger gevoel van PV in hun werkteam rapporteren. Hoewel er ook een significant positief verband is gevonden tussen het gevoel van PV dat werknemers ervaren in hun werkteam en de scores die zij zichzelf geven op IWG, blijkt PV geen mediërende rol te spelen in de relatie tussen DL en IWG. DL is in het onderzoek een dubbel zo sterke voorspeller gebleken van IWG dan PV. Aanbevelingen voor toekomstig onderzoek naar de relatie tussen DL, PV en IWG zijn onder andere dat PV en IWG op groepsniveau worden onderzocht in plaats van op individueel niveau, dat autonomie en zelfvertrouwen als variabelen worden meegenomen in het onderzoek en dat ook gebruik wordt gemaakt van beoordelingen van leidinggevenden voor wat betreft IWG in plaats van enkel van zelfbeoordeling. Organisaties die het belangrijk vinden dat het innovatiepotentieel van al hun werknemers wordt aangesproken, hebben leidinggevenden nodig die authentiek zijn en die hun ondergeschikten kunnen empoweren. Praktische aanbeveling is dan ook dat gedragingen van leidinggevenden die te maken hebben met empowerment en authenticiteit door de organisatie gestimuleerd worden. Het betreft hier onder andere de volgende leiderschapsgedragingen: werknemers aanmoedigen zich persoonlijk te ontwikkelen, werknemers het gevoel geven dat ze bekwaam zijn, sturen op het nemen van zelfstandige beslissingen (empowerment), professionele rollen ondergeschikt maken aan wie men is als persoon, doen wat beloofd is, eerlijk zijn en zich kwetsbaar durven opstellen (authenticiteit).

Relevância:

10.00% 10.00%

Publicador:

Resumo:

Empirische studies hebben aangetoond dat bij ouderen een veilige hechting positief samenhangt met het niveau van welbevinden. Hechting is een relatief stabiel en moeilijk te beïnvloeden persoonlijk kenmerk en daarom is het belangrijk om mediatoren van het verband tussen hechting en psychologische uitkomstmaten te vinden die met interventies te beïnvloeden zijn. De vraagstelling van de studie luidde: ‘Welk verband bestaat er tussen hechting en welbevinden bij ouderen en wordt dit verband gemedieerd door mindfulness en zingeving?’. De huidige studie was een survey met één meetmoment. De 210 respondenten waren 65 jaar of ouder (M = 71.25, SD = 5.42) en thuiswonend. Daarnaast mochten ze geen ernstige geheugenproblemen of een psychiatrische stoornis hebben. Via de sneeuwbalmethode werden de respondenten mondeling of schriftelijk door de onderzoeker benaderd. De vragenlijst kon anoniem online of op papier worden ingevuld. Hechting werd gemeten met de Experiences in Close Relationships-Revised (ECR-R), mindfulness met de Five Facet Mindfulness Questionnaire (FFMQ), zingeving met de Meaning in Life Questionnaire, subschaal ‘Presence of meaning in life’ (MLQ-P) en welbevinden met de Positive Affect Negative Affect Scale (PANAS) en de Satisfaction With Life Scale (SWLS). Zowel hechtingsgerelateerde angst (‘angst’) als hechtingsgerelateerde vermijding (‘vermijding’) bleek in correlatieanalyses negatief samen te hangen met mindfulness, zingeving en welbevinden. Tussen mindfulness, zingeving en welbevinden werden positieve verbanden gevonden. De (seriële) mediatieanalyse werd uitgevoerd met behulp van de macro PROCESS 2.13. Zowel het verband tussen ‘angst’ en welbevinden als tussen ‘vermijding’ en welbevinden werd volledig (serieel) gemedieerd door mindfulness en zingeving.

Relevância:

10.00% 10.00%

Publicador:

Resumo:

Ten eerste wordt nagegaan of volwassenen met ASS beperkt zijn in hun executieve functies Cognitieve Flexibiliteit, Zelfevaluatie, Initiatief nemen, Werkgeheugen en Plannen en Organiseren. Ten tweede wordt onderzocht of beperkingen in het executief functioneren (EF) negatief samenhangen met het gebruik van een probleemgerichte copingstijl (H.1), positief met het gebruik van een emotiegerichte copingstijl (H.2) en positief met gebruik van een passief reactiepatroon (H.3). Daarnaast wordt exploratief onderzocht of leeftijd een modererende invloed heeft op bovengenoemde drie relaties. Volwassenen met een gemiddeld of hoger intelligentieniveau bij wie ASS is vastgesteld hebben een zelfrapportagevragenlijst ingevuld (survey met één meetmoment). Circa 27% van de data is afkomstig uit GGZ-cliëntendossiers, de overige data zijn afkomstig via respondentenwerving (53% non-respons op 182 uitgezette vragenlijsten). Naast enkele biografische gegevens werd gebruik gemaakt van de Brief-A, die beperkingen in het executief functioneren meet en van de Utrechtse Copinglijst (UCL), die het gebruik van zeven copingmechanismen in kaart brengt. Conform H.1 blijken beperkingen in het EF (met name Cognitieve Flexibiliteit) gerelateerd te zijn aan een geringer gebruik van probleemgerichte coping. H.2 wordt niet ondersteund door de bevindingen, aangezien resultaten erop wijzen dat EF geen variantie verklaart in het gebruik van emotiegerichte coping. EF doet dit wel ten aanzien van een passieve reactie, conform H.3. Met name Cognitieve Flexibiliteit en Werkgeheugen spelen hier een betekenisvolle rol. Er is geen significante ondersteuning voor een modererende rol van leeftijd in de drie verbanden.

Relevância:

10.00% 10.00%

Publicador:

Resumo:

Das starke wissenschaftliche Interesse an der relativen Bedeutung genetischer Faktoren und variabler Umweltbedingungen für die Genese interindividueller Persönlichkeitsunterschiede hat in den letzten Jahren zu einer Intensivierung der Zwillings- und Adoptionsforschung geführt. In den meisten dieser Arbeiten wurden und werden bevorzugt Intelligenztests und Persönlichkeitsfragebogen verwendet. Dabei handelt es sich durchweg um Querschnittstudien. Im Vergleich dazu erstreckt sich die Gottschaldsche Längsschnittstudie an eineiigen und zweieiigen Zwillingen inzwischen auf einen Zeitraum von über 55 Jahren. Hinzu kommt, daß neben quantitativen Informationen auch vielfältige qualitative Daten aus Beobachtungen und Befragungen der Probanden verfügbar sind. (DIPF/Orig.)

Relevância:

10.00% 10.00%

Publicador:

Resumo:

This paper examines the entrepreneurial inclinations of young people who achieved excellence in vocational occupations. We propose a three-capital approach to the study of entrepreneurship. Relying on the existing theories and original qualitative and quantitative data analyses, findings from interviews with 30 entrepreneurial and 10 non-entrepreneurial WorldSkills competitors show that psychological capital, social capital and human capital can be combined to explore how young people who excel in vocational occupations develop entrepreneurial mindsets. We show that training for and participation in the largest vocational skills event globally - WorldSkills competition - develops selected aspects of three capitals. However, we also discover that the entrepreneurial motivation precedes competitors' involvement with WorldSkills. (DIPF/Orig.)