Philo und die Halacha : eine vergleichende Studie unter steter Berücksichtigung des Josephus

von Dr. Bernhard Ritter

Levensloopontwikkelingen in het Zelfbeeld van Hoogbegaafden: Een Kwalitatieve Studie

Zelfbeeldvorming is een levenslang proces en vindt plaats in de sociale context. Het zelfbeeld wordt gevormd op basis van zelfreflectie en sociale vergelijking en staat onder invloed van verschillende factoren. Het zelfbeeld is belangrijk voor de zelfregulatie en heeft invloed op het psychologisch welzijn. Door een asynchrone ontwikkeling wijkt de ontwikkeling van hoogbegaafden af van de gangbare patronen. Hoewel wordt gedacht dat hierdoor een adequate en positieve zelfbeeldvorming problematisch is, is hiernaar nauwelijks onderzoek gedaan. Dit kwalitatieve onderzoek is een eerste verkenning naar levensloopontwikkelingen in het zelfbeeld van personen die op volwassen leeftijd als hoogbegaafd zijn geïdentificeerd. De ontwikkelingen worden daarnaast in verband gebracht met het psychologisch welzijn. Acht personen, die op volwassen leeftijd als hoogbegaafd zijn geïdentificeerd, werden tijdens een diepte-interview uitgenodigd hun levensverhaal te vertellen. De levensverhalen werden geanalyseerd volgens een narratieve analysemethode. Levensloopontwikkelingen van hoogbegaafden in dit onderzoek kunnen het best kunnen worden begrepen vanuit het samenspel van de aan- en afwezigheid van belemmerende en bevorderende factoren, de kwaliteit van sociale interacties, individuele persoonskenmerken en de opeenstapeling van levenservaringen. In verschillende levensfasen staan zelfbeelden centraal die betrekking hebben op sociale rollen in de betreffende levensfase en de sociale eisen die daaruit voortvloeien. Variëteit hierin is afhankelijk is van de levensomstandigheden en de opeenstapeling van levenservaringen. Persoonlijke levenservaringen beïnvloeden de manier waarop men zichzelf begrijpt en naar zijn verleden, heden en toekomst kijkt. De betekenis die men geeft aan de eigen hoogbegaafdheid is afhankelijk van de mate van inadequatheid van het zelfbeeld vóór de identificatie en de persoonlijke opvatting over hoogbegaafdheid. Voor sommigen is de identificatie cruciaal voor de vorming van een adequaat zelfbeeld en een solide identiteitsvorming. Na de identificatie als hoogbegaafd staan zelfbeelden met betrekking tot persoonlijkheidskenmerken verbonden aan de hoogbegaafde identiteit, emotionaliteit en autonomie op de voorgrond. De mate waarin deze op de voorgrond treden is afhankelijk van de betekenis die men geeft aan de eigen hoogbegaafdheid. Bij alle deelnemers zijn zelfbeelden met betrekking tot de sociale interactie, zelfsturing, persoonlijke ontwikkeling en zelfontplooiing gedurende de gehele levensloop belangrijk. Onder invloed van veranderingen in het zelfbeeld gedurende de levensloop neemt het psychologisch welzijn toe op de domeinen zelfacceptatie, autonomie, grip op de omgeving en persoonlijke groei en voor een enkeling op het domein levensdoel. In verhouding tot deze welzijnsdomeinen neemt het welzijn op het domein positieve relaties met anderen matig toe. Dit heeft te maken met de onconventionaliteit van de deelnemers, waardoor men niet in de sociale context past en te maken heeft met (zelf)stigmatisering en een negatieve benadering door anderen.

Mentale Veerkracht als Buffer tegen Docenten Stress-Reactiviteit: een ESM-studie

Om meer inzicht te krijgen in factoren die positief bijdragen aan de stress-reactiviteit van de docent wordt in deze studie onderzocht in hoeverre mentale veerkracht en docenten eigen effectiviteitsverwachting (DEE) een bufferende werking hebben in de samenhang tussen dagelijkse gebeurtenissen met stress en het positief (PA) en negatief affect (NA). Deze kennis kan gebruikt worden op zowel preventief (selectie) als curatief niveau. Het onderzoek is gedaan onder 41 docenten (leeftijd M=40, SD=9.2) uit verschillende typen onderwijs. Middels de experience sample methode werden gedurende een week activiteitsgerelateerde, sociale en gebeurtenisgerelateerde stress en de emotionele reactiviteit, geobjectiveerd in veranderingen in PA en NA gemeten. Vooraf de onderzoeksweek vulden zij twee vragenlijsten in betreffende mentale veerkracht en DEE. Het meten van positief en negatief affect (PA en NA), activiteitsgerelateerde, sociale en gebeurtenisgerelateerde stress gebeurde door middel van de Experience Sample Methode, zowel via papieren boekje als digitaal (smartphone, tablet, computer). Mentale veerkracht is gemeten met de RS-NL, DEE door middel van een vertaalde vragenlijst van de Teacher Self-Efficacy Scale. Door middel van een multi-level regressieanalysie werden tussen de drie stressmaten en de afhankelijke variabelen PA en NA zijn significante samenhangen gevonden. Volgens de verwachting speelt mentale veerkracht een modererende rol in de samenhang tussen de stressmaten en NA. DEE speelt een modererende rol in de samenhang tussen sociale stress en PA.

Den lilla kemifabriken : En studie för att undersöka om nyttan av skogsrester kan ökas i norra Sveriges inland

The background of this work is to suggest ways to take care of branches and tops of trees that today are left out in the north of Sweden after logging because it has to low value to be worth transporting. A solution to this is to place small chemical factories in the sparsely populated areas in the inland of Norrland that can take care of the forest residues and break it into valuable chemicals directly in the forest an then transport it to a market. The aim of this work was to find out if it´s a good idea to invest in these small chemical factories in the north of Sweden. This study has been carried out using literature study and interviews of key people. The largest part of the result comes from the interviews. The results of this study show that the small chemical factory is a good idea. Forest residues contains many valuable substances that should be greater used today. The results section of the report describes various factor that are crucial for the small chemical factory and these are: the products that can be produced, what technology that is suitable, if there is an market, who should be taking care of the factory and how the inland endurance will be affected. The conclusions that can be drawn from the study is that the small chemical factory should produce high-grade-sary chemicals directed at the chemical market. It may also be noted that there is existing technology that can be used in the factories, what has been done in the laboratories today can be implemented in the factory. The market will obviously depend on which product that will be produces, but finding a suitable market should not be impossible. The inland endurance will be positively impacted, among other things, the social endurance is enhances when these small chemical factories creates job opportunities in the inland and it can lead to decreasing the emigration.

CHEFERS UPPLEVELSER AV ARBETSTIDSFÖRKORTNINGEN : - kvalitativ studie om chefers upplevelser av arbetstidsförkortning och dess eventuella effekter på arbetsplatsen?

2016-06-08

"I'm the bitch who makes you a man" : En studie av genus och heteronormativ tvåsamhet i Gone Girl

Gone Girl är den bästsäljande romanen av Gillian Flynn. Trots försäljningssiffrorna så har inte mottagandet varit genomgående positivt. I denna studie analyseras Gone Girl på de nivåer som sträcker sig utanför deckarens ramar. Syftet med studien är att studera hur genus dels porträtteras i romanen men även hur den påverkar den heteronormativa tvåsamheten mellan Amy och Nick som är romanens huvudkaraktärer. Utöver detta kommer även karaktären Amy att analyseras för att studera hur hon framställer sig själv genom sitt skrivande.                       Den använda metoden för analysen är en närläsning av romanen med fokus på utvalda scener. Analysen kommer främst att fokusera på heteronormen, genuskonstruktion, stereotypa könsroller men även vad normen för deckare och kriminalromanen är och hur den porträtteras i Gone Girl. Till analysen används dels Judith Butlers performansteori och teorin om den heterosexuella matrisen men även genusforskning av Heléne Thomsson och Ylva Elvin-Nowak.                       Min studie leder mig till att porträtteringen av genus och en heteronormativ tvåsamhet i Gone Girl är psykiskt skadlig för huvudpersonerna Amy och Nick men även fysiskt farlig för Desi som får offra livet för idén om kärnfamiljen. Studien fokuserar även på flera händelseförlopp i romanen som målar upp Amy som en pastisch snarare än den kvinnliga psykopat medier anklagat henne för att vara. 

Den psykosociala arbetsmiljön för första linjens chefer : - En kvalitativ studie av ett kommunalt bolag

2016-06-02

Lärares ledarskap som möjliggörande och begränsande i mötet med ’alla’ barn : En deltagarorienterad studie

The aim of this thesis is to, based on teachers’ experiences, describe and analyse meanings of teachers’ leadership in general, and in relation to children in need of special support in particular. The study was carried out within the tradition of participatory-oriented research, a research circle. The dialogues in the circle were based on the participants’ questions, experiences, interests, and knowledge. The circle included a researcher and nine teachers from the following types of schools: preschool, preschool class, compulsory school, and compulsory school for pupils with learning disabilities. The study is based on an understanding of leadership as a relational practice. Leadership is practised in the interaction between teacher and child. Both parties exert influence over the practice of leadership. A central assumption in the study is that knowledge can develop through and in interactions between people, that knowledge and power are connected, and that knowledge and actions are intertwined. Another central assumption is that learning is a complex phenomenon. In the analysis of the research circle’s dialogues, the following meanings of teachers’ leadership emerge: to facilitate learning and discipline, and to promote different interests. The practice of leadership involves teachers handling complex situations in their interactions with ‘all’ children, i.e. children in need of special support and children without such needs. Leadership is practised between teachers and children, and the teachers have to consider the group of children as a collective in relation to the individual children. At the same time, the teachers have to consider their intentions versus what happens during the interactions. In addition, the teachers have to pay heed to the fact that their own actions and the children’s actions influence one another. Finally, the teachers have to consider the individual child’s ‘best interest’ in relation to the requirements of the policy documents. Furthermore, the results indicate that the practice of leadership is perceived as both unpredictable and, to some extent, predictable at the same time, which adds to the complexity of leadership. The teachers cannot know for sure what the children understand or if the children’s actions facilitate learning. However, the teachers can make certain assumptions about how to practice leadership in order to facilitate learning and discipline in children with different needs. The meanings of leadership were expressed in different ways in the circle’s dialogues; both as enabling and limiting in interactions with children in need of special support. One of the study’s conclusions is that leadership seems to be particularly complex in interactions with children in need of special support. The research circle’s dialogues served to promote a democratic knowledge process. The dialogues were characterised by respect for the participants’ different opinions; however, this does not mean that they were free from power structures.

”För att vi ska kunna vårda våra äldre, måste vi själva vara friska” : - Chefer- och medarbetares syn på friskvård- en kvalitativ studie inom en vård och omsorgsförvaltning.

2016-06-02

Språkinlärning i en Ur och Skur praktik : En studie om platsens betydelse för språklärande

Denna uppsats har till syfte att öka kunskap om mellanrummet mellan platsens betydelse och motorikens inverkan på barns språkinlärning i en Ur och Skur verksamhet. Den valda metoden för att försöka få syn på detta mellanrum har varit observationer med fältanteckningar och ljudinspelningar. Sedan har materialet analyserats med hjälp av sociokulturellt perspektiv. Det resultat som framkommit ur mitt empiriska material är att barnens lekar har möjligheten att utvecklas åt många olika håll. Att vara utomhus leder till att de i mindre utsträckning är påverkade av normstyrda artefakter jämfört med en förskola som vistas till större delar inomhus. Dock finns det en social praktik som pedagogerna har skapat som gynnar barns språkinlärning. Strukturen och kulturen av att ställa frågor och ha möjligheten att ge ordentliga svar, i både lek och vardag. Ytterligare ett resultat som framkommit är att både barn och pedagoger är vana vid att använda sin omgivning för att utvidga sitt lärande så att även en skylt i tunnelbanan blev ett medierande redskap för språkinlärning och intresse. Slutsatsen blev att platsen och då främst skogen gav förutsättningarna till rörelse och fantasilek där barnen själva kunde utforska sina intressen. Samtidigt som pedagogerna gav möjligheterna till barnens lekar genom att visa att de tyckte de var viktiga och gav möjligheter för samtal genom bland annat frågelekar.

Lärares uppfattningar om särbegåvade elever : En studie om lärares kunskaper och erfarenheter inom området särbegåvning

Studien syftar till att ge insikt i lärares kunskaper och erfarenheter kring särbegåvade elever, samt lärares möjligheter att identifiera dessa elever. Den tidigare forskningen som ligger till grund för studien visar att det är en tydlig skillnad mellan högpresterande elever och särbegåvade elever. Den tidigare forskningen diskuterar också olika personlighetsdrag hos särbegåvade elever och hur man identifierar dessa, samt lärarens betydelse för dessa elevers utveckling i skolan. Baserat på tre intervjuer av lärare kan man se att erfarenheter och kunskaper inom området särbegåvning skiljer sig åt hos lärarna, något som forskningen också poängterar. Vidare visar också resultaten att de undersökta lärarna har vissa svårigheter med att identifiera särbegåvade elever, samt att skilja dessa från högpresterande elever. Den tidigare forskningen, tillsammans med resultaten från denna studie, visar att individanpassad undervisning tydligt måste förankras i skolan för att skolan skall lyckas med sitt uppdrag med att stimulera alla elever och låta alla elever utvecklas. Utan kunskaper inom området särbegåvning hos lärarna visar studien att den svenska skolan inte kan lyckas med att vara ’ en skola för alla’.

Diagnosens betydelse : En kvalitativ studie om hur anställda på Arbetsförmedlingen och Försäkringskassan upplever diagnosens betydelse i mötet med funktionshindrade

2016-06-02

Sean Banan och Frost-Elsa sjunger sig in i förskolan : En kvalitativ studie om hur förskollärare resonerar kring populärmusikens betydelse för barn gällande lärande och identitetsskapande.

Vårt syfte är att få syn på hur förskollärare resonerar kring populärmusikens betydelse för barn gällande lärande och identitetsskapande. Vi har valt att utgå ifrån förskollärares perspektiv på fenomenet. Som metod valde vi att göra en kvalitativ studie där vi intervjuade förskollärare från olika slumpmässigt utvalda förskolor. Det insamlade materialet har vi analyserat med hjälp av ett sociokulturellt perspektiv. Studiens resultat visar på att förskollärarna anser att populärmusiken har en stor betydelse för barnet som lärande och identitetsskapande. Den spelar enligt förskollärarna en betydelsefull roll i skapandet av sociala möten i förskolan. Även populärmusikens möjligheter som pedagogiskt redskap lyftes fram i intervjuerna. Slutligen diskuterades populärmusiken som ett verktyg i arbetet med normer och värderingar i förskolan.

En studie som visar i vilket syfte fyra lärare använder utomhusmatematik i förskoleklass-åk3

Utomhuspedagogik har under de senaste åren ökat inom skolans värld. Jag har upplevt att lärare har börjat prata mer om utomhuspedagogik och använder det mer och mer i undervisningen. Mitt självständiga arbete handlar om hur lärare i grundskolan förskoleklass-åk3 använder sig av utomhusmatematik och i vilket syfte lärarna har när de undervisar inom utomhusmatematik. Studiens syfte är att undersöka i vilket syfte lärare använder utomhusmatematik, vilka positiva respektive negativa sidor de ser/upplever när de undervisar med undervisningsformen samt ett ungefärligt snittvärde på hur många timmar i veckan lärarna använder det. Metoden som tillämpas till denna studie är kvalitativa semistrukturerade intervjuer med fyra verksamma lärare på olika skolor i samma kommun. Resultatet visar att alla lärare jag intervjuade jobbade med utomhusmatematik varje vecka och var positiv till att jobba med det. Lärarna såg också att fler elever fångades upp när de valde att ta ut klassrummet och jobba mer praktiskt. Genom att jobba på detta sätt har alla elever en större chans att jobba mot sina mål samt att eleverna får använda sin lärstil eftersom många olika lärstilar blir möjliga att använda utomhus.