Onderzoek naar het Effect van de Aanwezigheid van een Hond op het Alledaags Functioneren van een Kind met Autisme

Het Koninklijk Nederlands Geleidenhonden Fonds (KNGF) heeft een 3 daagse cursus ontwikkeld waarbij zij ouders leren hun hond in te zetten ten behoeve van het autistische kind. Om de cursus te kunnen evalueren en het effect van een door ouders getrainde huishond in kaart te kunnen brengen hebben zij ouders op 3 verschillende momenten vragenlijsten laten invullen waarbij het alledaags functioneren en autismespectrum gerelateerd probleemgedrag van het kind en stress bij ouders in kaart zijn gebracht. Deze data zijn gebruikt om te onderzoeken of de aan- of afwezigheid van de hond van invloed was op het alledaags functioneren van het kind en of er in de maanden na het volgen van de cursus verandering optrad in de genoemde uitkomstmaten. Resultaten laten zien dat het alledaags functioneren van het kind in aanwezigheid van de hond beter leek te zijn dan in vergelijkbare situaties in afwezigheid van de hond. Tevens was in de maanden na het onderzoek een vermindering te zien van autismespectrum gerelateerd probleemgedrag. Ook het alledaags functioneren leek in de tijd te verbeteren, maar dit effect leek ook weer iets af te nemen. Het maakte voor de genoemde uitkomstmaten niet uit of de respondenten bij aanvang van het onderzoek al een hond hadden of pas later een hond kregen. Stress bij ouders nam significant af voor de groep die bij aanvang van het onderzoek al een hond had.

Relatie van Eigenwaarde en Motivatie met Employability bij Werklozen

Dit onderzoek gaat over de relatie tussen zelfwaardering en employability en het mediërende effect van motivatie bij werklozen. Employability wordt gedefinieerd als loopbaanonderzoek en -planning, loopbaanidentiteit, sociaal en menselijk kapitaal (Koen, 2013). Verondersteld wordt dat eigenwaarde een positieve relatie met deze dimensies van employability laat zien. Als mediator wordt motivatie voor werkhervatting genomen. Deze wordt onderscheiden in autonome en gecontroleerde motivatie, gebaseerd op de Zelf Determinatie Theorie (ZDT) van Deci en Ryan (2002). Dit model geeft aan dat autonome motivatie, waarbij werklozen zelf graag weer willen werken, duidt op een sterke zelfdeterminatie en gecontroleerde motivatie, waarbij werklozen zich gedwongen voelen tot werkhervatting, op een zwakke zelfdeterminatie duidt. De onderzoeksgroep bestaat uit 90 werklozen die een re-integratietraject volgden. De deelnemers hebben, gedurende activiteiten van het re-integratiebedrijf, de vragenlijsten ingevuld. Zelfwaardering is gemeten met de Nederlandstalige Rosenberg Self-EsteemScale. Employability is gemeten met de schalen van Koen, Klehe en Van Vianen (2013) gebaseerd op het model van Fugate, Kinicki en Ashforth (2004). De kwaliteit van motivatie (autonoom en gecontroleerd) voor werkhervatting zijn gemeten met schalen die samengesteld zijn door Koen (2013) gebaseerd op de JS-SRQ. Er zijn significant positieve verbanden gevonden tussen eigenwaarde en loopbaanplanning, sociaal en menselijk kapitaal. Verder zijn er significante mediërende effecten gevonden van autonome motivatie voor werkhervatting op de verbanden tussen eigenwaarde enerzijds en loopbaanonderzoek, loopbaanplanning, loopbaanidentiteit en menselijk kapitaal anderzijds. Er zijn geen significant mediërende effecten van gecontroleerde motivatie voor werkhervatting op de hoofdeffecten gevonden.

Veerkracht en de Samenhang met Gezondheid vanuit het Levensloopperspectief

Veerkracht en gezondheid zijn de hoofdconcepten in dit explorerend theoretisch onderzoek. Gezondheid wordt benaderd vanuit een biomedisch perspectief (objectieve gezondheid), een psychologisch/epidemiologisch perspectief (subjectieve gezondheid) en een levensloopperspectief (retrospectief evalueren van subjectieve gezondheid). De hoofdhypothese is dat veerkracht sterker positief samenhangt met subjectieve gezondheid, dan met objectieve gezondheid. Het onderzoek werd uitgevoerd bij mensen van 65 jaar en ouder vanuit de veronderstelling dat ouderen relatief veerkrachtiger zijn dan jongeren. De meetinstrumenten voor het operationaliseren van de begrippen zijn: Handgreepsterkte (HGS)meting en Tappingtesten voor objectieve gezondheid, Algemene Gezondheid (ASGZ)- en Visgezond(VG)vraag voor subjectieve gezondheid, Fysieke en Chinese Veerkrachtschaal voor veerkracht. Standaardisatie van testen en structureren van interview beogen eenvormigheid van afname met het oog op toekomstig grootschalig onderzoek. Resultaten worden hoofdzakelijk kwalitatief geanalyseerd. Door het beperkt aantal correspondenten dienen de kwantitatieve data uitsluitend als krijtlijnen. Resultaten De eerste preliminaire resultaten zijn niet in overeenstemming met de gestelde hypothese. De scores op de hoofdbegrippen correleren niet en onderzoek van de kwalitatieve data wijst meer op individuele verscheidenheid dan op overeenstemming in conceptuele invulling. Als veerkracht niet geassocieerd is met gezondheid krijgt het begrip ook in de context van gezondheidszorg een andere invulling. Zonder verder uitgebreider en diepgaander onderzoek zijn al deze interpretatieconclusies echter voorbarig.

Hedonisme en Eudemonisme bij Activiteiten in Verband met Depressieve Symptomen en Welbevinden bij Ouderen in Verpleeghuizen

Het onderzoek beoogt het vergroten van het inzicht in het verband tussen het ervaren van hedonisme en eudemonisme bij activiteiten enerzijds en depressie en welbevinden anderzijds bij ouderen op somatische afdelingen in verpleeghuizen, teneinde te kunnen bijdragen aan een verbetering van hun kwaliteit van leven. Het betrof een cross-sectioneel survey onderzoek met het ervaren hedonisme en eudemonisme als predictoren, de ernst van depressieve symptomen als primaire uitkomstmaat en welbevinden als secundaire uitkomstmaat. In totaal namen 59 bewoners deel aan dit onderzoek met een gemiddelde leeftijd van 87.9 jaar (SD = 5.9), waarvan 51 (86.4%) vrouwen. Bewoners met ernstige gedrags- of communicatiestoornissen werden uitgesloten. De mate van depressieve symptomen werd gemeten met de Geriatrische Depressie Schaal (GDS-8) (Gerritsen et al., 2007); de levenstevredenheid met de Satisfaction With Life Scale (SWSL) (Arrindell, Heesink, & Feij, 1999); het positief en negatief affect met de Positive and Negative Affect Schedule (PANAS) (Engelen, Peuter, Victoir, Diest, & Van den Bergh, 2006); de hedonische en eudemonische ervaringen bij activiteiten met een voor dit onderzoek ontwikkelde vragenlijst; en de afhankelijkheid bij de Activiteiten Dagelijks Leven (ADL) met de Barthel Index (Mahoney & Barthel, 1965). Er waren significante negatieve verbanden tussen depressieve symptomen en het ervaren van hedonisme, R² = .14, B = -.56, 95% Cl [-1.07, -.06] en van eudemonisme, R² = .12, B = -.53, 95% Cl [-1.05, .00]. De regressieanalyse van hedonisme én eudemonisme samen gaf echter geen significante effecten op depressieve symptomen. Opvallend was de sterke correlatie (r = .90) tussen hedonische en eudemonische ervaringen. Er zijn geen verbanden gevonden tussen het ervaren van hedonisme en eudemonisme aan de ene kant en het subjectief welbevinden aan de andere kant, te weten levenstevredenheid, positief en negatief affect. Echter bij instrumentele activiteiten van het dagelijks leven (o.a. boodschappen doen en bed opmaken) had eudemonisme een positief verband, R² = .20, B = 3.55, 95% Cl [.75, 6.34] en hedonisme een negatief verband, R² = .20, B = -2.71, 95% Cl [-.5.50, .08] met negatief affect.

A study to determine whether the needs of the physically handicapped are being met by the hotels in the city of Miami Beach, Florida

The purpose of this study was to determine whether the needs of the physically handicapped traveler are being met by the hotels in the City of Miami Beach, Florida. A sample was drawn from the hotel population. Mail questionnaires and personal interviews were used as the methods for collecting the data from the sample. The data was compiled and a hotel mean was computed. A mean was also calculated from the standards recommended by the American National Standards Institute to the American Hotel and Motel Association. The statistical test, The Significance of Difference Between Two Means, was used to test the hypothesis. A significance of difference was found and the hypothesis: The hotels in the City of Miami Beach, Florida, are not meeting the needs of the physically handicapped traveler, was accepted.

Doing Time in the Retail Industry

This paper uses survey data to explore employee satisfaction with working time arrangements within a large supermarket chain in Queensland. The findings confirm those in the literature that employees have a diverse range of working time preferences, and that employees will be more satisfied if those preferences are met by their employer. In general, many full-time employees wanted shorter hours and a sizeable proportion of part-time employees wanted longer working hours. This paper is a preliminary attempt at teasing out the explanations behind working time preferences.

In the beginning...

Professor John Frazer and architect Gianni Botsford met as tutor and student in 1994 at the Architural Association. Two years of never talking about architecture and nearly burning the studio down led to a new way of approaching design.

Investigating the links between muscle strength, sun exposure, dietary vitamin D intake and the vitamin D status of ambulatory older adults in South East Queensland

Vitamin D deficiency and insufficiency are now seen as a contemporary health problem in Australia with possible widespread health effects not limited to bone health1. Despite this, the Vitamin D status (measured as serum 25-hydroxyvitamin D (25(OH)D)) of ambulatory adults has been overlooked in this country. Serum 25(OH)D status is especially important among this group as studies have shown a link between Vitamin D and fall risk in older adults2. Limited data also exists on the contributions of sun exposure via ultraviolet radiation and dietary intake to serum 25(OH)D status in this population. The aims of this project were to assess the serum 25(OH)D status of a group of older ambulatory adults in South East Queensland, to assess the association between their serum 25(OH)D status and functional measures as possible indicators of fall risk, obtain data on the sources of Vitamin D in this population and assess whether this intake was related to serum 25(OH)D status and describe sun protection and exposure behaviors in this group and investigate whether a relationship existed between these and serum 25(OH)D status. The collection of this data assists in addressing key gaps identified in the literature with regard to this population group and their Vitamin D status in Australia. A representative convenience sample of participants (N=47) over 55 years of age was recruited for this cross-sectional, exploratory study which was undertaken in December 2007 in south-east Queensland (Brisbane and Sunshine coast). Participants were required to complete a sun exposure questionnaire in addition to a Calcium and Vitamin D food frequency questionnaire. Timed up and go and handgrip dynamometry tests were used to examine functional capacity. Serum 25(OH)D status and blood measures of Calcium, Phosphorus and Albumin were determined through blood tests. The Mean and Median serum 25-Hydroxyvitamin D (25(OH)D) for all participants in this study was 85.8nmol/L (Standard Deviation 29.7nmol/L) and 81.0nmol/L (Range 22-158nmol/L), respectively. Analysis at the bivariate level revealed a statistically significant relationship between serum 25(OH)D status and location, with participants living on the Sunshine Coast having a mean serum 25(OH)D status 21.3nmol/L higher than participants living in Brisbane (p=0.014). While at the descriptive level there was an apparent trend towards higher outdoor exposure and increasing levels of serum 25(OH)D, no statistically significant associations between the sun measures of outdoor exposure, sun protection behaviors and phenotypic characteristics and serum 25(OH)D status were observed. Intake of both Calcium and Vitamin D was low in this sample with sixty-eight (68%) of participants not meeting the Estimated Average Requirements (EAR) for Calcium (Median=771.0mg; Range=218.0-2616.0mg), while eighty-seven (87%) did not meet the Adequate Intake for Vitamin D (Median=4.46ug; Range=0.13-30.0ug). This raises the question of how realistic meeting the new Adequate Intakes for Vitamin D is, when there is such a low level of Vitamin D fortification in this country. However, participants meeting the Adequate Intake (AI) for Vitamin D were observed to have a significantly higher serum 25(OH)D status compared to those not meeting the AI for Vitamin D (p=0.036), showing that meeting the AI for Vitamin D may play a significant role in determining Vitamin D status in this population. By stratifying our data by categories of outdoor exposure time, a trend was observed between increased importance of Vitamin D dietary intake as a possible determinant of serum 25(OH)D status in participants with lower outdoor exposures. While a trend towards higher Timed Up and Go scores in participants with higher 25(OH) D status was seen, this was only significant for females (p=0.014). Handgrip strength showed statistically significant association with serum 25(OH)D status. The high serum 25(OH)D status in our sample almost certainly explains the limited relationship between functional measures and serum 25(OH)D. However, the observation of an association between slower Time Up and Go speeds, and lower serum 25(OH)D levels, even with a small sample size, is significant as slower Timed Up and Go speeds have been associated with increased fall risk in older adults3. Multivariable regression analysis revealed Location as the only significant determinant of serum 25(OH)D status at p=0.014, with trends (p=>0.1) for higher serum 25(OH)D being shown for participants that met the AI for Vitamin D and rated themselves as having a higher health status. The results of this exploratory study show that 93.6% of participants had adequate 25(OH)D status-possibly due to measurement being taken in the summer season and the convenience nature of the sample. However, many participants do not meet their dietary Calcium and Vitamin D requirements, which may indicate inadequate intake of these nutrients in older Australians and a higher risk of osteoporosis. The relationship between serum 25(OH)D and functional measures in this population also requires further study, especially in older adults displaying Vitamin D insufficiency or deficiency.

Increased body temperature following subarachnoid haemorrhage : a retrospective correlational study

Introduction: Nursing clinicians are primarily responsible for the monitoring and treatment of increased body temperature. The body temperature of patients during their acute care hospital stay is measured at regular repeated intervals. In the event a patient is assessed with an elevated temperature, a multitude of decisions are required. The action of instigating temperature reducing strategies is based upon the assumption that elevated temperature is harmful and that the strategy employed will have some beneficial effect. Background and Significance: The potential harmful effects of increased body temperature (fever, hyperthermia) following neurological insult are well recognised. Although few studies have investigated this phenomenon in the diagnostic population of non-traumatic subarachnoid haemorrhage, it has been demonstrated that increased body temperature occurs in 41 to 72% of patients with poor clinical outcome. However, in the Australian context the frequency, or other characteristics of increased body temperature, as well as the association between increased body temperature with poor clinical outcome has not been established. Design: This study used a correlational study design to: describe the frequency, duration and timing of increased body temperature; determine the association between increased body temperature and clinical outcome; and describe the clinical interventions used to manage increased body temperature in patients with non-traumatic subarachnoid haemorrhage. A retrospective clinical chart audit was conducted on 43 patients who met the inclusion criteria. Findings: The major findings of this study were: increased body temperature occurred frequently; persisted for a long time; and onset did not occur until 20 hours after primary insult; increased body temperature was associated with death or dependent outcome; and no intervention was recorded in many instances. Conclusion: This study has quantified in a non-traumatic subarachnoid haemorrhage patient population the characteristics of increased body temperature, established an association between increased body temperature with death or dependent outcome and described the current management of elevated temperatures in the Australian context to improve nursing practice, education and research.

Evaluation of functional performance in commercial buildings

This report fully summarises a project designed to enhance commercial real estate performance within both operational and investment contexts through the development of a model aimed at supporting improved decision-making. The model is based on a risk adjusted discounted cash flow, providing a valuable toolkit for building managers, owners, and potential investors for evaluating individual building performance in terms of financial, social and environmental criteria over the complete life-cycle of the asset. The ‘triple bottom line’ approach to the evaluation of commercial property has much significance for the administrators of public property portfolios in particular. It also has applications more generally for the wider real estate industry given that the advent of ‘green’ construction requires new methods for evaluating both new and existing building stocks. The research is unique in that it focuses on the accuracy of the input variables required for the model. These key variables were largely determined by market-based research and an extensive literature review, and have been fine-tuned with extensive testing. In essence, the project has considered probability-based risk analysis techniques that required market-based assessment. The projections listed in the partner engineers’ building audit reports of the four case study buildings were fed into the property evaluation model developed by the research team. The results are strongly consistent with previously existing, less robust evaluation techniques. And importantly, this model pioneers an approach for taking full account of the triple bottom line, establishing a benchmark for related research to follow. The project’s industry partners expressed a high degree of satisfaction with the project outcomes at a recent demonstration seminar. The project in its existing form has not been geared towards commercial applications but it is anticipated that QDPW and other industry partners will benefit greatly by using this tool for the performance evaluation of property assets. The project met the objectives of the original proposal as well as all the specified milestones. The project has been completed within budget and on time. This research project has achieved the objective by establishing research foci on the model structure, the key input variable identification, the drivers of the relevant property markets, the determinants of the key variables (Research Engine no.1), the examination of risk measurement, the incorporation of risk simulation exercises (Research Engine no.2), the importance of both environmental and social factors and, finally the impact of the triple bottom line measures on the asset (Research Engine no. 3).

ARCS collaboration tools and support workshop

Registration fees for this workshop are being met by ARCS. There is no cost to attend; however space is limited.----- The Australian Research Collaboration Service (ARCS) has been supporting a wide range of Collaboration Services and Tools which have been allowing researchers, groups and research communities to share ideas and collaborate across organisational boundaries.----- This workshop will give an introduction into a number of web based and real-time collaboration tools and services which researchers may find useful for day-to-day collaboration with members of a research team located within an institution or across institutions. Attendees will be shown how a number of these tools work with strong emphasis placed on how these tools can help facilitate communication and collaboration. Attendees will have the opportunity to try out a number of examples themselves, and interact with the workshop staff to discuss how their own use cases could benefit from the tools and services which can be provided.----- Outline: A hands on introduction will be given to a number of services which ARCS is now operating and/or supporting such as:--- * EVO – A video conferencing environment, which is particularly suited to desktop or low bandwidth applications.--- * AccessGrid – An open source video conferencing and collaboration tool kit, which is great for room to room meetings.--- * Sakai – An online collaboration and learning environment, support teaching and learning, ad hoc group collaboration, support for portfolios and research collaboration.--- * Plone and Drupal – A ready-to-run content management system, that provides you with a system for managing web content that is ideal for project groups, communities, web sites, extranets and intranets.--- * Wikis – A way to easily create, edit, and link pages together, to create collaborative websites.

Post-traumatic stress disorder in response to HIV infection

This study investigated the psychological impact of HIV infection through assessment of posttraumatic stress disorder in response to HIV infection. Sixty-one HIV-positive homosexual/bisexual men were assessed for posttraumatic stress disorder in response to HIV infection (PTSD-HIV) using a modified PTSD module of the DIS-III-R. Thirty percent met criteria for a syndrome of posttraumatic stress disorder in response to HIV diagnosis (PTSD-HIV). In over one-third of the PTSD cases, the disorder had an onset greater than 6 months after initial HIV infection diagnosis. PTSD-HIV was associated with other psychiatric diagnoses, particularly the development of first episodes of major depression after HIV infection diagnosis. PTSD-HIV was significantly associated with a pre-HIV history of PTSD from other causes, and other pre-HIV psychiatric disorders and neuroticism scores, indicating a similarity with findings in studies of PTSD from other causes. The findings from this preliminary study suggest that a PTSD response to HIV diagnosis has clinical validity and requires further investigation in this population and other medically ill groups. The results support the inclusion of the diagnosis of life-threatening illness as a traumatic incident that may lead to a posttraumatic stress disorder, which is consistent with the DSM-IV criteria.

Older patients request more information : a survey of use of written patient education materials in general practice

Objectives: To determine GPs' reported use of written education materials with older patients and older patients' reported receipt of these materials. To determine GPs' and older patients' perceptions of written materials.---------- Method: Using self-report questionnaires, two populations were surveyed; a randomised sample of 50 GPs (29 males and 21 females) practising in Brisbane's southern suburbs and a convenience sample of 188 older community-dwelling people (aged over 64 years).----------- Results: All GPs reported using written materials with patients, although 28% had not given any to the Last 10 patients. This increased to 46% when patients were older. Twenty percent of patients wanted more written information from their GP, while some GPs believed that older patients preferred verbal information and gave out written information only when they perceived patient interest. All GPs reported giving written materials at the time of consultation and over two thirds discussed the content with patients. Just over 50% of patients reported receiving written information from GPs in the Last six months and only hall of these again discussed it directly with their GP. Overall, patients were more positive than GPs about the value of written education materials.---------- Conclusions: Older patients' desire for written information may be better met if they are more assertive in requesting this of GPs and GPs may better serve their patients' needs if they make written information more readily available to them. Better access to materials and more financial incentives to give them out might also increase GPs' use of written materials.

Improved maritime target tracker using colour fusion

Searching for humans lost in vast stretches of ocean has always been a difficult task. This paper investigates a machine vision system that addresses this problem by exploiting the useful properties of alternate colour spaces. In particular, the paper investigates the fusion of colour information from the HSV, RGB, YCbCr and YIQ colour spaces within the emission matrix of a Hidden Markov Model tracker to enhance video based maritime target detection. The system has shown promising results. The paper also identifies challenges still needing to be met.

Transitioning students to work through authentic employment-based training in an Australian senior secondary VET program.

A common challenge among OECD countries has been the development of education and training pathways that accommodate student needs and interests at the upper secondary level (OECD, 2000). The introduction of trade-focussed Australian Technical Colleges (ATCs) has met with mixed response. The ATCs aim to create a supported transition from school to work through dual pathway programs enabling students to follow a trade career while completing their upper secondary studies. There has been little explicit examination of the effectiveness of such senior secondary school arrangements. Using one such Australian Technical College as a case-study, this paper investigates the perceptions of the employers and students who were associated with the college. Using mixed-methods consisting of quantitative perception surveys and focus interviews, the results of this study show that students and employers are very satisfied with the College and illustrate that students have made significant gains in relating their learning to the workplace and everyday life.