Levensloopontwikkelingen in het Zelfbeeld van Hoogbegaafden: Een Kwalitatieve Studie

Zelfbeeldvorming is een levenslang proces en vindt plaats in de sociale context. Het zelfbeeld wordt gevormd op basis van zelfreflectie en sociale vergelijking en staat onder invloed van verschillende factoren. Het zelfbeeld is belangrijk voor de zelfregulatie en heeft invloed op het psychologisch welzijn. Door een asynchrone ontwikkeling wijkt de ontwikkeling van hoogbegaafden af van de gangbare patronen. Hoewel wordt gedacht dat hierdoor een adequate en positieve zelfbeeldvorming problematisch is, is hiernaar nauwelijks onderzoek gedaan. Dit kwalitatieve onderzoek is een eerste verkenning naar levensloopontwikkelingen in het zelfbeeld van personen die op volwassen leeftijd als hoogbegaafd zijn geïdentificeerd. De ontwikkelingen worden daarnaast in verband gebracht met het psychologisch welzijn. Acht personen, die op volwassen leeftijd als hoogbegaafd zijn geïdentificeerd, werden tijdens een diepte-interview uitgenodigd hun levensverhaal te vertellen. De levensverhalen werden geanalyseerd volgens een narratieve analysemethode. Levensloopontwikkelingen van hoogbegaafden in dit onderzoek kunnen het best kunnen worden begrepen vanuit het samenspel van de aan- en afwezigheid van belemmerende en bevorderende factoren, de kwaliteit van sociale interacties, individuele persoonskenmerken en de opeenstapeling van levenservaringen. In verschillende levensfasen staan zelfbeelden centraal die betrekking hebben op sociale rollen in de betreffende levensfase en de sociale eisen die daaruit voortvloeien. Variëteit hierin is afhankelijk is van de levensomstandigheden en de opeenstapeling van levenservaringen. Persoonlijke levenservaringen beïnvloeden de manier waarop men zichzelf begrijpt en naar zijn verleden, heden en toekomst kijkt. De betekenis die men geeft aan de eigen hoogbegaafdheid is afhankelijk van de mate van inadequatheid van het zelfbeeld vóór de identificatie en de persoonlijke opvatting over hoogbegaafdheid. Voor sommigen is de identificatie cruciaal voor de vorming van een adequaat zelfbeeld en een solide identiteitsvorming. Na de identificatie als hoogbegaafd staan zelfbeelden met betrekking tot persoonlijkheidskenmerken verbonden aan de hoogbegaafde identiteit, emotionaliteit en autonomie op de voorgrond. De mate waarin deze op de voorgrond treden is afhankelijk van de betekenis die men geeft aan de eigen hoogbegaafdheid. Bij alle deelnemers zijn zelfbeelden met betrekking tot de sociale interactie, zelfsturing, persoonlijke ontwikkeling en zelfontplooiing gedurende de gehele levensloop belangrijk. Onder invloed van veranderingen in het zelfbeeld gedurende de levensloop neemt het psychologisch welzijn toe op de domeinen zelfacceptatie, autonomie, grip op de omgeving en persoonlijke groei en voor een enkeling op het domein levensdoel. In verhouding tot deze welzijnsdomeinen neemt het welzijn op het domein positieve relaties met anderen matig toe. Dit heeft te maken met de onconventionaliteit van de deelnemers, waardoor men niet in de sociale context past en te maken heeft met (zelf)stigmatisering en een negatieve benadering door anderen.

Investigation of the chemical origin and evidential value of differences in the SERS spectra of blue gel inks

Highly swellable polymer films doped with Ag nanoparticle aggregates (poly-SERS films) have been used to record very high signal:noise ratio, reproducible surface-enhanced (resonance) Raman (SER(R)S) spectra of in situ dried ink lines and their constituent dyes using both 633 and 785 nm excitation. These allowed the chemical origins of differences in the SERRS spectra of different inks to be determined. Initial investigation of pure samples of the 10 most common blue dyes showed that the dyes which had very similar chemical structures such as Patent Blue V and Patent Blue VF (which differ only by a single OH group) gave SERRS spectra in which the only indications that the dye structure had been changed were small differences in peak positions or relative intensities of the bands. SERRS studies of 13 gel pen inks were consistent with this observation. In some cases inks from different types of pens could be distinguished even though they were dominated by a single dye such as Victoria Blue B (Zebra Surari) or Victoria Blue BO (Pilot Acroball) because their predominant dye did not appear in other inks. Conversely, identical spectra were also recorded from different types of pens (Pilot G7, Zebra Z-grip) because they all had the same dominant Brilliant Blue G dye. Finally, some of the inks contained mixtures of dyes which could be separated by TLC and removed from the plate before being analysed with the same poly-SERS films. For example, the Pentel EnerGel ink pen was found to give TLC spots corresponding to Erioglaucine and Brilliant Blue G. Overall, this study has shown that the spectral differences between different inks which are based on chemically similar, but nonetheless distinct dyes, are extremely small, so very close matches between SERRS spectra are required for confident identification. Poly-SERS substrates can routinely provide the very stringent reproducibility and sensitivity levels required. This, coupled with the awareness of the reasons underlying the observed differences between similarly coloured inks allows a more confident assessment of the evidential value of inks SERS and should underpin adoption of this approach as a routine method for the forensic examination of inks.

Treinamento de natação protege do desequilíbrio em ratos expostos à vincristina

A Vincristina (VCR) é um quimioterápico amplamente utilizado na clínica. Entre os efeitos colaterais descritos, devido a sua toxicidade, estao às alteraçoes do equilíbrio e na coordenaçao motora. O presente estudo tem como objetivo avaliar o efeito do exercício aeróbico prévio (6 semanas de nataçao, 1h/dia, 5 dias/semana, sobrecarga de 5 do peso corporal) em aspectos comportamentais de ratos Wistar tratados com o quimioterápico Vincristina. A administraçao da Vincristina foi realizada com dose única semanal de 0,5mg/kg, durante duas semanas, com dose acumulada de 1mg/kg, via intraperitoneal. Um dia e 7 dias depois de cada dose os ratos foram avaliados com testes de equilíbrio (Rotarod), de exploraçao (Campo Aberto) e de força muscular (Grip-Test). Observou-se uma diminuiçao significativa do equilíbrio corporal e do comportamento exploratório nos ratos expostos à vincristina com proteçao significativa do exercício físico. Nao houve diminuiçao significativa da força muscular nos ratos tratados com VCR, porém o exercício por si só aumentou a força muscular e a distancia percorrida pelos ratos que fizeram nataçao. Portanto, o exercício físico mostrou-se protetor contra a perda de equilíbrio e diminuiçao da exploraçao observada nos ratos expostos ao quimioterápico

Automatisation de la fonction de façonnage de deux têtes d’abatteuses-façonneuses : Effets sur la productivité et le taux de conformité des billes façonnées

Pour rester compétitives, les entreprises forestières cherchent à contrôler leurs coûts d’approvisionnement. Les abatteuses-façonneuses sont pourvues d’ordinateurs embarqués qui permettent le contrôle et l’automatisation de certaines fonctions. Or, ces technologies ne sont pas couramment utilisées et sont dans le meilleur des cas sous-utilisées. Tandis que l’industrie manifeste un intérêt grandissant pour l’utilisation de ces ordinateurs, peu de travaux de recherche ont porté sur l’apport en productivité et en conformité aux spécifications de façonnage découlant de l’usage de ces systèmes. L’objectif de l’étude était de mesurer les impacts des trois degrés d’automatisation (manuel, semi-automatique et automatique) sur la productivité (m3/hmp) et le taux de conformité des longueurs et des diamètre d’écimage des billes façonnées (%). La collecte de données s’est déroulée dans les secteurs de récolte de Produits forestiers résolu au nord du Lac St-Jean entre les mois de janvier et d’août 2015. Un dispositif en blocs complets a été mis en place pour chacun des cinq opérateurs ayant participé à l’étude. Un seuil de 5 % a été employé pour la réalisation de l’analyse des variances, après la réalisation de contrastes. Un seul cas a présenté un écart significatif de productivité attribuable au changement du degré d’automatisation employé, tandis qu’aucune différence significative n’a été détectée pour la conformité des diamètres d’écimage; des tendances ont toutefois été constatées. Les conformités de longueur obtenues par deux opérateurs ont présenté des écarts significatifs. Ceux-ci opérant sur deux équipements distincts, cela laisse entrevoir l’impact que peut aussi avoir l’opérateur sur le taux de conformité des longueurs.

La résilience des corps - Suivi de - Femmes sans enfant : une impossibilité? Analyse de "La lune dans un HLM" de Marie-Sissi Labrèche et d’ "Un léger désir de rouge" d’Hélène Lépine

Ce mémoire en recherche-création s’articule en deux parties, soit un roman et un essai. La résilience des corps, roman à double narration, met en scène Clara et Romain, un couple dont l’avenir est ébranlé par une grossesse surprise. Dans les chapitres s’alternent les voix des deux personnages, tant dans le passé que dans le présent. La voix de Clara se démultiplie, elle qui souffre de schizophrénie. L’essai Femmes sans enfant : une impossibilité? Analyse de La lune dans un HLM de Marie-Sissi Labrèche et d’Un léger désir de rouge d’Hélène Lépine répond à un questionnement soulevé durant l’écriture du roman, soit « Une femme peut-elle dire, sans se justifier, qu’elle ne veut pas d’enfant? ». Les romans La lune dans un HLM de Marie-Sissi Labrèche et Un léger désir de rouge d’Hélène Lépine sont analysés avec une perspective féministe, de façon à faire ressortir la thématique du refus de la maternité dans le discours et dans les actes des personnages.

O marketing em um hospital universitário na relação com o trabalho da enfermagem: um estudo de caso

No setor hospitalar, o marketing compõe um grupo interdependente de serviços e tem como objetivo principal aproximar clientes - externos, internos e corpo gestor -, através de estratégias específicas que promovem satisfação e qualidade. Esta organização possui uma larga diversidade de profissionais da saúde e o marketing, neste sentido, auxilia no processamento de seus serviços de forma a lapidá-los sob a ótica do cliente, buscando efetividade e produtividade. Neste cenário encontra-se o enfermeiro, cujo trabalho é composto pelas dimensões cuidar, gerenciar, educar/pesquisar, que se entrelaçam e caracterizam o serviço deste profissional. No entanto, costumeiramente, a enfermagem não declara o marketing como uma ferramenta estratégica ao seu processo de trabalho – fato verificável na exploração de publicações científicas -, e, paralelamente, depara-se com empecilhos na execução de seu trabalho que podem comprometer a sua excelência. Assim, este estudo busca analisar a relação do marketing com o trabalho do enfermeiro nas dimensões cuidar, gerenciar, ensinar/pesquisar. Para sua efetivação, optou-se pelo referencial metodológico Estudo de Caso, onde o fenômeno é verificado como ocorre em seu cenário real. Assim, a coleta, caracterizada por pesquisador e unidade únicos, ocorreu em um hospital universitário, geral e público no sul do país que declara publica e virtualmente o marketing institucional. Como fontes de evidência, foram utilizadas: entrevista focada com quatro sujeitos de áreas estratégicas para esta pesquisa; análise de documentação criada pela assessoria de marketing e observação direta. O tratamento e a análise dos dados ocorreram por meio da Análise Temática, que possibilitou a exposição dos resultados através de dois artigos: “A relação do marketing com o processo de trabalho do enfermeiro na dimensão cuidar” e “A relação do marketing com o processo de trabalho do enfermeiro nas dimensões gerenciar e educar/pesquisar”. Os resultados evidenciaram que o marketing no cuidar - auxilia a efetividade do cuidado através de novas estratégias de comunicação com o usuário, produz materiais elucidativos, lúdicos para sua continuação e manutenção e o divulga no meio intra e extra-hospitalar; no gerenciar - auxilia a o enfermeiro a ter um método mais inovador e criativo, a focar no cliente e no bom relacionamento interpessoal com a equipe; no educar/pesquisar - cria canais de comunicação interna e campanhas únicas que, além de auxiliar na realização da educação permanente e na atualização de enfermeiros, propicia meios para transmitir novos achados científicos à prática da enfermagem hospitalar. Através deste estudo, percebeu-se que ações de marketing podem contribuir para a efetividade do trabalho do enfermeiro em suas facetas dimensionais, aproximando este agente de saúde do usuário ao qual seu serviço é destinado e da gestão da organização, propiciando a este profissional maior visibilidade e valorização no espaço hospitalar e social.

Handgrip dynamometry and patient-generated subjective global in patients with non-resectable lung cancer

Rationale: Undernutrition is frequently associated with advanced lung cancer. Accurate nutritional assessment tools are important to provide the proper nutritional therapy. Hand grip strength (HGS) has already been used in these patients and the findings suggest it is a good indicator of nutritional status. The aim of this study was to evaluate the association between nutritional status and hand grip strength in patients with nonresectable lung cancer.

Increased hospital-based physical rehabilitation and information provision after intensive care unit discharge: the RECOVER randomized clinical trial.

Importance: critical illness results in disability and reduced health-related quality of life (HRQOL), but the optimum timing and components of rehabilitation are uncertain. Objective: to evaluate the effect of increasing physical and nutritional rehabilitation plus information delivered during the post–intensive care unit (ICU) acute hospital stay by dedicated rehabilitation assistants on subsequent mobility, HRQOL, and prevalent disabilities. Design, Setting, and Participants: a parallel group, randomized clinical trial with blinded outcome assessment at 2 hospitals in Edinburgh, Scotland, of 240 patients discharged from the ICU between December 1, 2010, and January 31, 2013, who required at least 48 hours of mechanical ventilation. Analysis for the primary outcome and other 3-month outcomes was performed between June and August 2013; for the 6- and 12-month outcomes and the health economic evaluation, between March and April 2014. Interventions: during the post-ICU hospital stay, both groups received physiotherapy and dietetic, occupational, and speech/language therapy, but patients in the intervention group received rehabilitation that typically increased the frequency of mobility and exercise therapies 2- to 3-fold, increased dietetic assessment and treatment, used individualized goal setting, and provided greater illness-specific information. Intervention group therapy was coordinated and delivered by a dedicated rehabilitation practitioner. Main Outcomes and Measures: the Rivermead Mobility Index (RMI) (range 0-15) at 3 months; higher scores indicate greater mobility. Secondary outcomes included HRQOL, psychological outcomes, self-reported symptoms, patient experience, and cost-effectiveness during a 12-month follow-up (completed in February 2014). Results: median RMI at randomization was 3 (interquartile range [IQR], 1-6) and at 3 months was 13 (IQR, 10-14) for the intervention and usual care groups (mean difference, −0.2 [95% CI, −1.3 to 0.9; P = .71]). The HRQOL scores were unchanged by the intervention (mean difference in the Physical Component Summary score, −0.1 [95% CI, −3.3 to 3.1; P = .96]; and in the Mental Component Summary score, 0.2 [95% CI, −3.4 to 3.8; P = .91]). No differences were found for self-reported symptoms of fatigue, pain, appetite, joint stiffness, or breathlessness. Levels of anxiety, depression, and posttraumatic stress were similar, as were hand grip strength and the timed Up & Go test. No differences were found at the 6- or 12-month follow-up for any outcome measures. However, patients in the intervention group reported greater satisfaction with physiotherapy, nutritional support, coordination of care, and information provision. Conclusions and Relevance: post-ICU hospital-based rehabilitation, including increased physical and nutritional therapy plus information provision, did not improve physical recovery or HRQOL, but improved patient satisfaction with many aspects of recovery.

Desenvolvimento de um veículo para a prática de cicloturismo

Com uma Sociedade cada vez mais complexa e evolutiva, vários são os desafios a que somos postos à prova. Com isto, a população apesar das suas dependências e comodismos, tende a procurar novos meios de lazer que se envolvam com a natureza e com a prática desportiva. Deste modo, o Cicloturismo vai ao encontro destas práticas, tornando-se um mercado em evolução, cuja a aderência do número de pessoas tem vindo a crescer, sendo um tipo de turismo que acarreta resultados positivos, tais como um estilo de vida saudável, bem como a utilização de um meio de transporte de baixo custo e com uma pegada ecológica. Na mesma linha de pensamento, o presente documento aborda todo o processo de execução de um Quadriciclo. O objetivo geral do mesmo, incide em satisfazer as necessidades dos praticantes de cicloturismo e incentivar as pessoas para o uso da bicicleta como meio de transporte. Para tal, os participantes envolvidos foram utilizadores assíduos do uso da bicicleta, não só procurando-a para o lazer, mas sim para a prática do Cicloturismo. Assim, os utilizadores do veiculo projetado têm o privilégio de ter como painel de fundo das suas viagens, o coração da natureza, disfrutando do conforto e da segurança que este proporciona, e ainda como resultado das mesmas, um estilo de vida mais saudável. De forma sequencial e organizada, utilizando como base a Metodologia de Ulrich e Eppinger, são notáveis os passos que foram dados para obter o produto final. Para além dos fortes conceitos de conforto, estabilidade, engenharia e ergonomia, é primordial salientar toda a importância do Design, uma vez que influenciou a disposição do veículo de quatro rodas, do início ao fim.

Muscle fatigue resistance: comparison of Martin vigorimeter and Jamar dynamometer in community-dwelling people

Background: For the diagnosis of frailty exhaustion is a criteria currently measured by self-reported questionnaires, which are subjective and dependent on individual perception. The FR test has been developed as a bed side objective evaluation of muscle fatigue. The test was validated for the VM. However, the JD is frequently used to measure the grip strength. So the comparison of these devices is required to understand if FR is similar when measured with both devices. Methods: Fifty-four (29 female and 25 male; mean age: 39.98 ± 18.09) community-dwelling people were tested for muscle function. The Fatigue resistance (FR), which is the time during that grip strength drops to 50% of its maximum, was recorded with each device and simultaneous sEMG of the forearm muscles was obtained. The (co-)activation of agonist and antagonist muscles was calculated and compared with the differences between the performances with each device (controlling for gender and age). Results: FR was significantly better when measured with VM compared to JD. At all phases of the FR-test the antagonist muscle co-activation was significantly higher for VM compared to JD. In contrast, the agonist muscle activation level was significantly higher in JD compared to VM. When performing the FR-test with VM, both the agonist muscle activation and antagonist muscle co-activation decreased significantly (p<0.05). Whereas when using the JD, only a significant decrease in the antagonist muscle co-activation was observed. The difference in antagonist muscle activation between VM and JD was significantly related to the difference in FR between both devices. Conclusion: The results suggest that the FR-test when using the VM induces a more prominent muscle exhaustion than when using the JD, which makes the VM more suitable for measuring muscle fatigue resistance. However, these findings must be confirmed in a larger study population.

Sauvegarde et valorisation du patrimoine culturel immatériel du Sénègal: projet de création d'un écomusée des pratiques divinatoires et curatives

7 RESUME/ABSTRACT Au Sénégal, il existe des pratiques culturelles et cultuelles, séculaires que l’on retrouve au niveau de toutes les composantes ethnolinguistiques. Une donnée qui nous interpelle, chacun en ce qui nous concerne, et nous invite à repenser le devenir de nos spécificités et particularités culturelles face aux assauts répétés et multiformes de la modernité. La caractéristique qui entoure les rites et rituels est le plus souvent sujette à plusieurs formes d’interprétations fantaisistes et parfois dévalorisantes. Force est de reconnaître que le recours à la médecine moderne ne saurait pleinement répondre à ce besoin de tranquillité et de sérénité mystique qui habite chaque africain en général et chaque sénégalais en particulier. Il s’agit ici, pour l’africain et en ce qui nous concerne le sénégalais, de trouver une tranquillité psychologique et une assurance symbolique propres à créer les conditions d’une guérison physique et/ou morale. En ce sens que l’emprise du modernise ne peut aucunement influer totalement sur cette croyance ancestrale que bon nombre de sénégalais, et pas des moindres, ont en l’endroit de ces pratiques. Une prédisposition culturelle sous-tendue par des préoccupations cultuelles qui font l’objet d’une communion agissante entre les différents membres des communautés. Une prise de conscience qui se manifeste à travers des cérémonies ponctuellement organisées et présidées par des prêtres et prêtresses. Notre présente étude participe de la recherche d’un juste équilibre spirituel et temporel apte à offrir une possibilité de concilier les aspects traditionnels des spécificités culturelles de nos composantes ethnolinguistiques avec ce qui constitue les contraintes et exigences de la modernité. Il reste certes évident que cette opposition a généré une sorte de fracture culturelle en véhiculant une autre manière de voir, mais surtout de percevoir nos traditions et coutumes. Cependant à l’heure d’un redimensionnement et d’une adaptation contextuelle de ce qui constitue nos valeurs identitaires, il nous revient de procéder à une démarche de sensibilisation et d’explication pour conférer plus de lisibilité à nos expressions culturelles. La mise en place d’un écomusée des pratiques divinatoires et curatives, est un moyen moderne et pratique de sauvegarde et de valorisation des savoirs et connaissances thérapeutiques endogènes. Outre la création d’emplois et de revenus, cette infrastructure sera une vitrine du patrimoine local qui favorisera le développement d’un tourisme culturel source de devises et vecteur de développement local; ABSTRACT: In Senegal, there are cultural and religious practices, ancient that we find in all the ethno-linguistic components. A given that challenges us, each in our case, and invites us to rethink the future of our cultural specificities and characteristics and multifaceted face of repeated assaults of modernity. The characteristic surrounding the rites and rituals is usually subject to various forms of demeaning and sometimes fanciful interpretations. We must recognize that the use of modern medicine can not fully meet this need of tranquility and mystical serenity that inhabits every African in general and Senegal in particular each. This is, for Africa and for us Senegalese, find a psychological tranquility and symbolic own insurance to create conditions for physical healing and / or legal. In that the grip of modernizing can in no way affect totally on this ancient belief that many Senegalese, not least, have the place of such practices. A cultural predisposition underpinned by cultic concerns that are the subject of an active communion between the community members. An awareness that manifests itself through occasionally organized ceremonies presided over by priests and priestesses. Our present study involved the search for a fair balance spiritual and temporal able to offer an opportunity to reconcile the traditional aspects of the cultural specificities of our ethno-linguistic components with which constitutes the constraints and demands of modernity. While it remains clear that this opposition has generated a kind of cultural divide by conveying a different way of seeing, but above all to collect our traditions and customs. However at the time resizing and contextual adaptation of what constitutes our identity values, it is our responsibility to conduct an outreach approach and explanation to give greater clarity to our cultural expressions. The establishment of a museum of divination and healing practices, is a modern and convenient way to backup and recovery of therapeutic knowledge and endogenous knowledge. In addition to creating jobs and income, this infrastructure will be a showcase of local heritage that promote the development of cultural tourism source of foreign exchange and local development vector.

Behavioural alterations are independent of sickness behaviour in chronic experimental Chagas disease

The existence of the nervous form of Chagas disease is a matter of discussion since Carlos Chagas described neurological disorders, learning and behavioural alterations in Trypanosoma cruzi-infected individuals. In most patients, the clinical manifestations of the acute phase, including neurological abnormalities, resolve spontaneously without apparent consequence in the chronic phase of infection. However, chronic Chagas disease patients have behavioural changes such as psychomotor alterations, attention and memory deficits, and depression. In the present study, we tested whether or not behavioural alterations are reproducible in experimental models. We show that C57BL/6 mice chronically infected with the Colombian strain of T. cruzi (150 days post-infection) exhibit behavioural changes as (i) depression in the tail suspension and forced swim tests, (ii) anxiety analysed by elevated plus maze and open field test sand and (iii) motor coordination in the rotarod test. These alterations are neither associated with neuromuscular disorders assessed by the grip strength test nor with sickness behaviour analysed by temperature variation sand weight loss. Therefore, chronically T. cruzi-infected mice replicate behavioural alterations (depression and anxiety) detected in Chagas disease patients opening an opportunity to study the interconnection and the physiopathology of these two biological processes in an infectious scenario.

Avaliação de concretos reforçados por confinamento com manta de fibra de vidro estrutural e pré-impreganada

Due to the occurrence of diseases in the use of structural reinforcements in composites, with presentation of concrete blanket detachment, has been identified the need to evaluate the performance of concrete reinforced with glass fiber. This study aims to evaluate these concretes by means of testing methodologies, using concrete with low resistance with structural reinforcement for confinement by preimpregnated glass fiber and traditional fiberglass blanket. The first stage of work was the development of methodologies for analysis, opting for four types, such as the acoustic survey, strength to compressive, the pull-off and ultrasound. Next, tests were carried out using the four selected methodologies in 30 of proof-of-specimens by 5x10 cm, 15 were reinforced with the traditional fiberglass blanket with 5specimens exposed to test a marine environment of marine coastline of Natal-RN and 15 were reinforced with a pre-impregnated glass fiber blanket, as well as 5specimens exposed to a test environment of the marine coastline of Natal-RN. After conducting the acoustic survey, it has been verified a lack of delaminating and air bubbles in the samples, confirming the absence of gross shortcomings in the implementation of the ribs both the traditional fiberglass blanket and in the preimpregnated fiber glass blanket. After carrying out methods of pull-off and compressive strengthening test it was observed that the reinforced proof-bodies with pre-impregnated glass blanket showed maximum stresses higher than the traditional fiberglass blanket; consequently a greater grip with the formation of a smaller area of . fracture, unlike traditional glass mat, which showed lower maximum stresses, with a greater area of fracture. It was also found that the traditional fiberglass blanket presented detachment of blanket-concrete interface, unlike the pre-impregnated fiberglass blanket, which showed a better grip on the blanket-concrete interface. In the trial of ultrasound there was no presence of cracks in the blanket-concrete interface, yielding to both blankets good compactness of the concrete. At the end of this work, they were developed and proposed two methods of testing for evaluation of reinforced concrete structures with composites, for standardization, the acoustic survey and pull-off

One-year follow-up of the nutritional status of patients undergoing liver transplantation

Background: Choosing the method of nutritional assessment is essential for proper follow-up of the nutritional status of patients undergoing liver transplantation. Objectives: Evaluate and compare the nutritional status of cirrhotic patients before and after liver transplantation over a year by different methods of nutritional assessment. Methods: Patients undergoing liver transplantation were assessed in five phases: pre-transplant, 1, 3, 6 and 12 months after transplantation at the hospital Santa Casa de Misericordia de Porto Alegre, RS, Brazil. The methods used for nutritional assessment were anthropometry, grip strength of the non-dominant hand (HGS) by dynamometry, thickness of the adductor pollicis muscle (APM) and phase angle (PA) by bioelectrical impedance analysis (BIA). In all evaluations, the same measurements were taken. Results: Evaluations were performed in 22 patients. Methods that showed a higher prevalence of malnourished patients before transplantation were PA by BIA (25%), arm muscle circumference (AMC) (21.9%) and arm circumference (AC) (18.8%). When comparing the nutritional status of patients during follow-up, there was a significant difference only in the evaluation methods AC, triceps skinfold thickness and PA by BIA. At the end, the methods of nutritional assessment were compared again. They showed a significant statistical difference, with HGS being the best method for detecting malnutrition. Conclusions: In conclusion, it is suggested that the method PA by BIA could be widely used with this population since the results are consistent with other findings in the literature and they are significant, reliable, and reproducible.

Desenvolvimento de argamassa para restauração utilizando resíduo do polimento do porcelanato

The coatings mortars are essential elements of building structures because they execute an important role in protecting walls and are particularly exposed to aggressive action responsible for its degradation over time. The importance of wall coverings has been the subject of discussion and analysis in the conservation and rehabilitation of old buildings. Are sometimes removed and replaced with inappropriate solutions of constructive point of view or architecture. The most commonly used coatings on walls of old buildings is based on traditional hydraulic lime mortars. The present study aims at the formulation of new lime- based mortars and aerial fine aggregate, in order to contribute to a better field of conservation and restoration mortar coating of old buildings. Residue was used for polishing porcelain as fine aggregate, replacing the aggregate (sand), in percentages 05-30% by mass. We conducted a thorough evaluation of the mortar properties in fresh and hardened state by comparing the performance of the same with a reference mortar. The residue used was characterized as the density, bulk density, and particle size laser, scanning electron microscopy, X-ray diffraction and X-ray fluorescence. Formulations were produced 7, 6 with residue and one commonly used formulation, which served as a reference. In the formulations of lime mortars air (hydrated lime powder CH-I) has been adopted a stroke volume (1:3) with constant binder, was varied and the water / binder and aggregate and waste. For evaluation of mortars fresh, proceeded to consistency analysis, specific gravity, water retention and air content embedded. In the hardened state assays were performed in specific gravity, water retention, modulus of elasticity, tensile strength in bending, compressive strength, water absorption by capillary action, adhesion, tensile strength, resistance to shrinkage and salts by of crystallization trials with resources chloride solution, nitrate and sulfate all sodium in prismatic at 90 days of age, in addition to the micro structural analysis of mortars. Based on the results we can see that the mortar formulated with 10% content of waste and the reference free retraction feature more stable closer to neutrality. The composition of 10% was obtained better performance against the action of the salt crystallization. The mortar with 15% residue obtained better density, lower air content embedded and high capacity for water retention developing good workability. The replacement of 20% of waste generates a satisfactory utilization of resistance to compression, flexion and traction grip the base. And, finally, it can be seen that the mortar with 10, 15 and 20% residual show, in principle, good suitability as coatings, thus enabling a final result consistent with durability, workability and aesthetics developing therefore a material with better performance to repair or replace existing mortars in old buildings