23 resultados para Hyperplasie


Relevância:

10.00% 10.00%

Publicador:

Resumo:

Mémoire numérisé par la Direction des bibliothèques de l'Université de Montréal.

Relevância:

10.00% 10.00%

Publicador:

Resumo:

Mémoire numérisé par la Direction des bibliothèques de l'Université de Montréal.

Relevância:

10.00% 10.00%

Publicador:

Resumo:

Thèse numérisée par la Direction des bibliothèques de l'Université de Montréal.

Relevância:

10.00% 10.00%

Publicador:

Resumo:

Mémoire numérisé par la Direction des bibliothèques de l'Université de Montréal.

Relevância:

10.00% 10.00%

Publicador:

Resumo:

Mémoire numérisé par la Direction des bibliothèques de l'Université de Montréal.

Relevância:

10.00% 10.00%

Publicador:

Resumo:

Mémoire numérisé par la Direction des bibliothèques de l'Université de Montréal.

Relevância:

10.00% 10.00%

Publicador:

Resumo:

Thèse numérisée par la Direction des bibliothèques de l'Université de Montréal.

Relevância:

10.00% 10.00%

Publicador:

Resumo:

Dit onderzoek richtte zich op psychosociale klachten en welbevinden van optimaal medische behandelde PHA patiënten ná het eerste jaar. De twee typen PHA – adenoom en hyperplasie – zijn met elkaar vergeleken en de invloed van sekse en co-morbiditeit is onderzocht. Via de patiëntenvereniging NVACP en het Radboud Universitair Medisch Centrum zijn 397 patiënten benaderd, waarvan 123 de eenmalige digitale vragenlijst hebben ingevuld. Het betrof 89 personen met adenoom en 34 met hyperplasie. De gemiddelde leeftijd was 57,45 jaar. De groep bestond voor 75% uit mannen en voor 25% uit vrouwen. De (start van de) behandeling varieerde van 13 tot 295 maanden geleden, gemiddeld was dit 59,3 maanden. De psychische klachten zijn gemeten met de subschalen voor angst, voor depressie en voor insufficiëntie van denken en handelen van de SCL-90 (Arrindell & Ettema, 2003); welbevinden is gemeten met de DMHC-SF (Lamers, Westerhof, Bohlmeijer, ten Klooster, & Keyes, 2011). De resultaten toonden geen verschil tussen de twee typen PHA noch qua psychische klachten noch qua welbevinden. Psychische klachten bleken 10,6% van de variantie in welbevinden te verklaren (β = -.34 Adjusted R2 = .106, F (1,121) = 15.44, p < .001). Ook na controle voor de variabelen sekse en co-morbiditeit bleek type PHA geen invloed te hebben op psychische klachten en op welbevinden. Wel werd duidelijk dat co-morbiditeit met 26,3% significant van invloed was op psychische klachten (β = .52, Adjusted R2 = .263, F (1,121) = 44.56, p < .001).