5 resultados para universal primary education

em Open University Netherlands


Relevância:

90.00% 90.00%

Publicador:

Resumo:

Background. In pre-school and primary education pupils differ in many abilities and competences (‘giftedness’). Yet mainstream educational practice seems rather homogeneous in providing age-based or grade-class subject matter approaches. Aims. To clarify whether pupils scoring initially at high ability level do develop and attain differently at school with respect to language and arithmetic compared with pupils displaying other initial ability levels. To investigate whether specific individual, family or educational variables co-vary with the attainment of these different types of pupils in school. Samples. Data from the large-scale PRIMA cohort study including a total of 8258 grade 2 and 4 pupils from 438 primary schools in The Netherlands. Methods. Secondary analyses were carried out to construct gain scores for both language and arithmetic proficiency and a number of behavioural, attitudinal, family and educational characteristics. The pupils were grouped into different ability categories (highly able; able; above average; average and below). Further analyses used Pearson correlations and analyses of variance both between and within ability categories. Cross-validation was done by introducing a cohort of younger pupils in pre-school and grouping both cohorts into decile groups based on initial ability in language and arithmetic. Results. Highly able pupils generally decreased in attainment in both language and arithmetic, whereas pupils in average and below average groups improved their language and arithmetic scores. Only with highly able pupils were some educational characteristics correlated with the pupils’ development in achievement, behaviour and attitudes. Conclusions. Pre-school and primary education should better match pupils’ differences in abilities and competences from their start in pre-school to improve their functioning, learning processes and outcomes. Recommendations for educational improvement strategies are presented in closing.

Relevância:

80.00% 80.00%

Publicador:

Resumo:

In dit artikel staat het onderpresteren van leerlingen in het basisonderwijs centraal. Onderpresteren is opgevat als de discrepantie tussen intelligentie en schools presteren op het gebied van taal en rekenen. Met behulp van secundaire analyse van longitudinale gegevens uit de grootschalige PRIMA-cohort:studie zijn drie vragen beantwoord: 1) Hoe groot is de groep onderpresteerders? 2) Op welk moment begint (en eventueel eindigt) het onderpresteren? 3) Met welke leerling-en klaskenmerken hangt het onderpresteren samen? De analyse heeft betrekking op bijna 5800 leerlingen die in de jaren 2000, 2002 en 2004 in de groepen 4, 6 en 8 zaten. De resultaten laten zien dat er qua taal bij circa 20% en wat betreft rekenen bij 16% van de leerlingen sprake is van onderpresteren. Met name hoogbegaafde leerlingen gaan in de loop van hun schoolloopbaan onderpresteren. Tevens is er een aantal relaties tussen onderpresteren en andere leerlingkenmerken vastgesteld. De bevindingen maken duidelijk dat er zich nog een reservoir aan verborgen talent bevindt in het basisonderwijs.

Relevância:

80.00% 80.00%

Publicador:

Resumo:

In deze Masterclass worden de begrippen ‘excellent’ en ‘hoogbegaafd’ met elkaar vergeleken vanuit multiniveau perspectief. Ingegaan wordt op verschillen die zich tijdens het doen van onderzoek manifesteren en waarmee niet altijd adequaat rekening wordt gehouden. Ook worden leerpsychologische en pedagogische accenten verhelderd. Tenslotte wordt ingegaan op noodzakelijke schoolontwikkeling in het primair en voortgezet onderwijs.

Relevância:

80.00% 80.00%

Publicador:

Resumo:

Een review van onderwijsanalyses en (beleids)onderzoeken verricht in de periode 1916-2015 wijst uit dat de reguliere jaarklassensystematiek in het Nederlandse primair en voortgezet onderwijs aanleiding geeft tot prestatie- en motivatieproblemen bij risico-leerlingen. Dit zijn met name de leerlingen die qua ontwikkelingspotenties of leervorderingen (aanvankelijk) duidelijk naar beneden of naar boven afwijken van leeftijdsgenoten in een groep of klas. Ondervanging van deze problemen lijkt mogelijk via een preventieve systematiek van ‘Optimaliserend Onderwijs’ voor elk kind in de vóór- of vroegschoolse educatie en elke leerling in het primair of voortgezet onderwijs. Een eerste vraag betreft de inhoudelijke en vormgevingskenmerken van dit onderwijsontwerp: welke richtlijnen en specificaties daarvan kunnen het onderwijs, spelen en leren voor elke leerling, zo optimaal mogelijk inhoud en vorm geven en hoe ziet een model van dit Optimaliserend Onderwijs eruit? Een tweede vraag is gericht op de realisatie van dit onderwijsontwerp: hoe is deze onderwijssystematiek te ontwikkelen in de Nederlandse schoolpraktijk? Gebruik van de sneeuwbalmethode in met name Nederlandse onderzoeks- en designliteratuur leidt tot beantwoording van de eerste vraag in de vorm van een multiniveau theoretisch ontwerp van ‘Optimaliserend Onderwijs’. Kernpunten hierin zijn: landelijke (deel)curricula gekenmerkt door instructievarianten; integratie van dubbele diagnostiek (individueel-longitudinaal en vergelijkend-genormeerd); flexibele certificerings- en diplomeringsstructuur; een ondersteunende schoolorganisatie; gecontroleerde opbrengst-optimalisering per kind of leerling en op instellings- en schoolniveau; per vóór- of vroegschoolse instelling of school(bestuur) kunnen ook vrije ofwel eigen onderwijsinvullingen worden ingericht. Beantwoording van de tweede vraag gebeurt met behulp van (onderzoeks)literatuur over multiniveau onderwijsinnovatie in de schoolpraktijk. Aanbevolen wordt om, op basis van een gezamenlijk besluit van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, de Tweede Kamer, relevante onderwijsinstanties, schoolbesturen en ouderorganisaties, te komen tot inrichting van samenhangende ontwikkelingsprojecten en -onderzoeken. Via een projectenserie in instellingen voor vóór- of vroegschoolse educatie en scholen voor primair en voortgezet onderwijs kan gecontroleerd worden samengewerkt tussen leid(st)ers, leerkrachten en docenten, scholen, ontwikkelings- en andere onderwijsinstellingen, instellingen voor onderzoek en informatietechnologie, en onderwijspolitiek. Tussenresultaten van Optimaliserend Onderwijs worden steeds in andere instellingen en scholen beproefd en verder verspreid.

Relevância:

80.00% 80.00%

Publicador:

Resumo:

Een Pedagogisch-Didactische KernStructuur® (PDKS®) bestaat uit een diagnostische, met name op kerndoelen en curriculumspecificaties gebaseerde systematiek voor het ontwerpen en realiseren van ‘Optimaliserend Onderwijs’ en de bijbehorende speel-/leerprocessen voor elk kind of elke leerling. In dit document wordt een nieuw ontwerp van een praktijkgerichte PDKS®-systematiek uitgewerkt die is ingebed in een webapplicatie ten behoeve van gebruik in instellingen voor vóór- en vroegschoolse educatie en in scholen voor PO en VO. Doel van dit digitale curriculumbeheersysteem is om het voor genoemde instellingen, scholen en leerkrachten / docenten gemakkelijker te maken het onderwijs en de speel-/leerprocessen verantwoord te individualiseren. Dit wil zeggen: deze onderwijs- en leerprocessen adequaat voor te bereiden en in te zetten ter ondersteuning van de ontwikkeling en de leerbehoefte, het leerniveau en het leertempo van individuele leerlingen en groepjes leerlingen in een flexibel groeps- of klasverband. De groeps- of klasorganisatie van leerlingen wordt onafhankelijk(er) van leeftijd en leerlingen kunnen verantwoord, individueel of samen, de eigen speel-/leerprocessen méér zelf reguleren. Via de hier ontwikkelde, informatietechnologisch ingebedde PDKS® kunnen essentiële onderwijs- en leerprocessen worden geïntegreerd. Bijvoorbeeld diagnostiek gebaseerd op individuele én landelijke indicatoren (dubbele diagnostiek), passende instructie en speel-/leerprocessen, vrije curriculumactiviteiten, curriculuminformatie en -beheer, en systematische evaluatie op verschillende onderwijsniveaus (leerling, groepje, groep/klas, school, bovenschools, landelijk). Samenwerking met jeugdzorg wordt eenduidiger, gemakkelijker en méér preventief. De combinatie van resultaten van landelijk genormeerde toetsing en de schoolgebonden evaluatie van leerarrangementen levert tevens concreet zicht op de feitelijke ‘schoolkwaliteit’.