4 resultados para detached mindfulness

em Open University Netherlands


Relevância:

20.00% 20.00%

Publicador:

Resumo:

Existential loneliness is a concept that is largely ignored in the psychological research tradition, although from a philosophical perspective it is deeply connected to inherent human longings of connection and meaning. This research investigated the relationship between existential loneliness and two variables that are theoretically closely related to the concepts of connection and meaning, namely mindfulness (connection to oneself and others) and spiritual well-being (connection to a larger whole). This was done in a sample of n = 180 individuals (61.7% female; mean age 41.72, SD = 12.16) of the Dutch population. A multiple regression analysis was conducted. It can be concluded that there is a negative relationship between mindfulness and existential loneliness, as well as between spiritual well-being and existential loneliness. This means that people with a higher level of mindfulness and/or a higher level of spiritual well-being experience a lower level of existential loneliness. At the same time, people with a lower level of mindfulness and/or spiritual well-being experience a lower level of existential loneliness. There are some limitations to this study, for example the use of a non-random sampling method, a limited sample group, a scale that has not been widely tested, and a potential bias towards the higher educated. However, these limitations are inherent to exploratory research and does not diminish the main strength of this thesis, namely that it has provided more insight into an important and prevalent societal phenomenon, that had not been extensively researched previously, that has so far only been addressed in more philosophical instead of scientific debates, and linked almost exclusively to negative concepts, such as terminal illness. This research provides a first understanding of two positive determinants of existential loneliness, which could potentially be used to help make sense of this inherently humane condition, as well as to actively cope with the potential (adverse) effects of it.

Relevância:

20.00% 20.00%

Publicador:

Resumo:

Empirische studies hebben aangetoond dat bij ouderen een veilige hechting positief samenhangt met het niveau van welbevinden. Hechting is een relatief stabiel en moeilijk te beïnvloeden persoonlijk kenmerk en daarom is het belangrijk om mediatoren van het verband tussen hechting en psychologische uitkomstmaten te vinden die met interventies te beïnvloeden zijn. De vraagstelling van de studie luidde: ‘Welk verband bestaat er tussen hechting en welbevinden bij ouderen en wordt dit verband gemedieerd door mindfulness en zingeving?’. De huidige studie was een survey met één meetmoment. De 210 respondenten waren 65 jaar of ouder (M = 71.25, SD = 5.42) en thuiswonend. Daarnaast mochten ze geen ernstige geheugenproblemen of een psychiatrische stoornis hebben. Via de sneeuwbalmethode werden de respondenten mondeling of schriftelijk door de onderzoeker benaderd. De vragenlijst kon anoniem online of op papier worden ingevuld. Hechting werd gemeten met de Experiences in Close Relationships-Revised (ECR-R), mindfulness met de Five Facet Mindfulness Questionnaire (FFMQ), zingeving met de Meaning in Life Questionnaire, subschaal ‘Presence of meaning in life’ (MLQ-P) en welbevinden met de Positive Affect Negative Affect Scale (PANAS) en de Satisfaction With Life Scale (SWLS). Zowel hechtingsgerelateerde angst (‘angst’) als hechtingsgerelateerde vermijding (‘vermijding’) bleek in correlatieanalyses negatief samen te hangen met mindfulness, zingeving en welbevinden. Tussen mindfulness, zingeving en welbevinden werden positieve verbanden gevonden. De (seriële) mediatieanalyse werd uitgevoerd met behulp van de macro PROCESS 2.13. Zowel het verband tussen ‘angst’ en welbevinden als tussen ‘vermijding’ en welbevinden werd volledig (serieel) gemedieerd door mindfulness en zingeving.

Relevância:

20.00% 20.00%

Publicador:

Resumo:

Angst- en stemmingsklachten worden geassocieerd met verminderde self-disclosure. Met self-disclosure wordt zelfonthulling van ervaren emoties bedoeld. Dit speelt een rol bij zelfacceptatie en zelfinzicht, en is belangrijk bij gesprekstherapie. Deze studie onderzocht of emotie-inhibitie de negatieve relatie tussen angst- en stemmingsklachten en self-diclosure verklaart, en of de relatie gunstig te beïnvloeden is door mindfulness. Het effect van mindfulness op deze relatie was nog niet eerder onderzocht. Deelnemers waren 99 vrouwen van 24 t/m 74 jaar (M = 44.60, SD = 10.55) en 26 mannen van 26 t/m 77 jaar (M = 48.27, SD = 12.68), afkomstig uit de normale Nederlands populatie. Het onderzoeksontwerp betrof een cross-sectioneel online vragenlijstonderzoek, waarbij gebruik gemaakt werd van de Symptom Checklist (Arrindel & Ettema, 1986), Emotional Self-Disclosure Scale (Snell, Miller, & Belk, 1988), Emotion Regulation Questionnaire (Gross & John, 2003) en Five Factor Mindfulness Questionnaire – Short Form (Bohlmeijer, Ten Klooster, Fledderus, Veehof, & Baer, 2011). Resultaten tonen, conform bestaande literatuur, dat angst- en stemmingsklachten negatief samenhangen met self-disclosure. Emotie-inhibitie heeft echter géén mediatie-effect en mindfulness heeft géén moderatie-effect op de negatieve relatie tussen angst- en stemmingsklachten en self-disclosure. Mindfulness heeft wel mediatie-effect op deze relatie. Mindfulness hangt hierbij positief samen met self-disclosure. De relevantie van de bevindingen is vooral praktisch: om mensen met angst- en stemmingsklachten te stimuleren over hun emoties te praten zou mindfulness aangewend kunnen worden.

Relevância:

20.00% 20.00%

Publicador:

Resumo:

Despite the apparent benefits of being mindful, people are often not very mindful. There seem to be forces that drive people toward as well as away from mindfulness. These forces are conceptualised in terms of a competition for scarce attentional capacity. To explore these forces and to test this framework, an experience sampling study among people with an explicit intention to be mindful and an ongoing practice to that end (29 participants, 1012 measurements) was done to examine the antecedents of mindfulness in their daily lives. The results generally support the framework. People tend to be more mindful if the intention to be mindful is salient, and if they feel good. They tend to be less mindful when they are in a hurry, experiencing threat, tired, or very busy. A conscious intention to be mindful seems to be very important, and its development may be a key ingredient in the development of mindfulness.