7 resultados para Van Der Pol Equation
em Open University Netherlands
Resumo:
Het doel van dit onderzoek is om inzicht te geven in de ontwikkeling van de rol van de controller en te onderzoeken hoe de rol van de controller zich verhoudt tot het gebruik van hard en soft controls. Het onderzoek is uitgevoerd in de vorm van een case study waarbij de onderzoeksdata op twee manieren is verzameld. Ten eerste is door middel van desk research op basis van brondocumenten een overzicht in de tijd gemaakt van de gehanteerde management control systemen bij de casusorganisatie, zijnde vier lokale Rabobank vestigingen. Ten tweede is voor het beantwoorden van de deelvragen en hoofdvraag gebruik gemaakt van semigestructureerde interviews. De ontwikkelingen binnen management control laten zien dat de invulling hiervan bij de casusorganisatie veranderd is en dat management control niet meer alleen vraagt om hard controls. In de casusorganisatie zijn de hard controls duidelijk ingericht en laten de onderzoeksresultaten zien dat soft controls wel worden uitgevoerd maar niet concreet zijn geformuleerd en ingericht. Ten aanzien van het toepassen van hard of soft controls blijkt dat de nadruk ligt op hard controls. De verhouding lijkt samen te hangen met de verschillen in inrichting van de control afdeling en fase waarin de vier verschillende lokale banken zich bevinden. De ontwikkeling die reeds heeft plaatsgevonden en de verwachte ontwikkelingen ten aanzien van de taken van de controller en het toepassen van het type controls, duiden op een verschuiving van traditioneel controlewerk naar een controller die steeds meer betrokken is bij de business en gesprekspartner is van management en directie. De rol van de controller heeft zich doorontwikkeld en is veranderd van achteraf controle uitvoeren (controleur-rol) naar een veel bredere partner-rol die ook aan de voorkant met de business probeert mee te denken en management en directie ondersteunt bij organisatieveranderingen. Het bewustzijn ten aanzien van het inzetten van verschillende type controls, passend bij de doelstelling en situatie, is de laatste jaren toegenomen. Naast sturing op resultaat-, vindt nu ook actiesturen en medewerker- en leiderschapssturing plaats. De rol van de controller is over tijd veranderd, maar er heeft geen duidelijke verschuiving plaatsgevonden in het toepassen van het type controls van hard naar soft.
Resumo:
De Hoofdvraag van dit onderzoek is: Is er een relatie tussen de lever of control Interactive control en het vervullen van de controllerrol business partner? Dit onderzoek is gebaseerd op de dataset verkregen uit de controllerenquête 2013, uitgevoerd in opdracht van de Open Universiteit (Bork & van der Wal, 2014). Vanuit het literatuuronderzoek is het duidelijk: de rol business partner is een zeer gewenste rol voor controllers. Daarnaast is er in de literatuur een verband te vinden tussen de rol business partner en de lever of control Interactive control. De factor- en clusteranalyse zoals beschreven door Bork & van der Wal (2014), resulteerde in de identificatie van twee type controllers. In dit uitgebreide onderzoek is TYPE II geïdentificeerd als business partner, omdat hij/zij activiteitencombinaties uitvoert die gerelateerd zijn aan strategie, analyseren, het management ondersteunen in besluitvorming, advisering, change management en de organisatie vertegenwoordigen. 36% van de populatie van aan Nederlandse Universiteiten afgestudeerde controllers die ook werkzaam zijn als controller vervullen een rol grotendeels gelijk aan de rol business partner. De vervulling van de rol (TYPE II) is niet puur business partner. Vervaardigen en organiseren van rapportagestromen zijn ook activiteiten die uitgevoerd worden door TYPE II. Daarnaast voert TYPE I activiteiten als change en risk management uit, volgens de definitie zou de business partner deze activiteiten uit moeten voeren. De rol business partner wordt uitgevoerd, maar nog niet in de optimale vorm zoals aangegeven in de theorie. De logistische regressieanalyse op de dataset laat zien dat geen van de levers of control een significante trigger is voor het uitvoeren van een van de twee types controllerrollen (Bork & van der Wal, 2014). Dit verdiepende onderzoek concentreert zich op de relatie tussen de lever of control Interactive control en de zes activiteitencombinaties (factoren) in plaats van de twee clusters (TYPE I & II). De statistische analyses bevestigen de uitkomsten het onderzoek van Bork & van der Wal (2014). Er is geen significantie tussen Interactive control en de factoren die behoren bij de business partner rol. De hoofdvraag moet ontkennend beantwoord worden, er is geen relatie tussen de lever of control Interactive control en de controllerrol business partner. Een paar beperkingen van het onderzoek richten zich op de vragenlijst over de levers of control: is het de juiste vragenlijst voor dit onderzoek en meet deze vragenlijst de levers of control van controllers? Vervolg onderzoek kan zich richten op bovenstaande beperking. Daarnaast zijn er uit het onderzoek van Bork & van der Wal (2014) triggers naar voren gekomen die verder onderzocht kunnen worden.
Resumo:
De Groot, D. (2016). Flexibele Leerroutes voor Propedeusestudenten: Grounded Theory Onderzoek naar het Identificeren van Studentkenmerken in de Matching, ten behoeve van een Vraaggerichte, Gepersonaliseerde Leerroute in de Propedeuse Social Work. Juli, 26, 2016, Heerlen, Nederland: Open Universiteit.
Resumo:
Little attention in literature so far has been given to the impact of feedback on organizational development and change. As well as the impact of feedback on the innovation power of organizations. The capacity of innovation of organizations however may be seen as a crucial capacity of organizations to survive in competitive markets. Prior studies towards the impacts of feedback have more often analyzed formal and informal feedback separately, other than analyzing them together in one study. This master thesis develops and explores a model to assess the possible impact of both formal and informal feedback on the capacity of innovation within organizations. The master thesis is the closing assignment of a Master Study Management at the Open Universiteit Nederland. The general question of the single-case study is: What is the impact of formal and informal feedback on the capacity of innovation of companies? The explored model in the study is a combination of the model of Lawson and Samson (2001) about the capacity of innovation and the framework model of Pitkänen and Lukka (2011) about formal and informal feedback. The single-case study is performed at Yellowbrick, a Dutch company which offers consumers an online parking service, suitable for the use on smartphones. The single-case study is performed twofold by semi-structured interviews and a survey. Although conclusions may not be generalized, because of the limitations of the study and the particularly small investigated group, some findings may be suitable for further investigation. In the study was found that feedback has an impact on the capacity of innovation. Formal feedback scored higher than informal feedback when asked about the impact on the capacity of innovation. The study also found multiple ‘new’ kinds of feedback used by organizations, other than the more ‘traditional’ forms of feedback, such as team meetings and bilateral meetings. Further on was analyzed that when employees find themselves more involved in the process of an innovation, they also seem to score the organization higher on the capacity of this innovation.
Resumo:
Diverse onderzoeken bij adolescenten tonen, met name bij meisjes, een verband aan tussen sociale stress, fysieke activiteit en negatief affect en het ontwikkelen van depressie. Jongeren kunnen tijdens de adolescentiefase meer negatief affect ervaren als gevolg van te veel sociale stress en te weinig fysieke activiteit. In dit onderzoek is specifiek gekeken naar het verband tussen sociale stress en negatief affect en naar het verband tussen fysieke activiteit en negatief affect en naar de rol van sekse in deze verbanden. De data zijn verzameld middels de Experience Sampling Methode (ESM); via een applicatie op de smartphone vulden 33 adolescenten tussen de 12 en 18 jaar gedurende vijf dagen (drie weekdagen en twee weekenddagen) op 10 willekeurige tijdstippen per dag vragenlijsten in met betrekking tot sociale stress, fysieke activiteit en negatief affect. Multilevel regressie analyse toont aan dat er een significant positief verband is tussen sociale stress en negatief affect en dat sekse dit verband niet modereert. In dit onderzoek wordt geen relatie aangetoond tussen fysieke activiteit en negatief affect. Vervolgonderzoek naar determinanten van sociale stress, fysieke activiteit en de rol van sekse is nodig om meer inzicht te krijgen in risico- en protectieve factoren ten aanzien van het ontwikkelen van depressie.
Resumo:
Mooij, T. (2010). Pesten op de basisschool. In R. Loeber, W. Slot, P. van der Laan, M. Hoeve, & D. Graas (Eds.), Misdadigers van morgen? Over de ontwikkeling en effectieve aanpak van jeugddelinquentie onder twaalfminners (pp. 101-108). Amsterdam: SWP.
Resumo:
For seizing the potential of serious games, the RAGE project - funded by the Horizon-2020 Programme of the European Commission - will make available an interoperable set of advanced technology components (software assets) that support game studios at serious game development. This paper describes the overall software architecture and design conditions that are needed for the easy integration and reuse of such software assets in existing game platforms. Based on the component-based software engineering paradigm the RAGE architecture takes into account the portability of assets to different operating systems, different programming languages and different game engines. It avoids dependencies on external software frameworks and minimizes code that may hinder integration with game engine code. Furthermore it relies on a limited set of standard software patterns and well-established coding practices. The RAGE architecture has been successfully validated by implementing and testing basic software assets in four major programming languages (C#, C++, Java and Typescript/JavaScript, respectively). A demonstrator implementation of asset integration with an existing game engine was created and validated. The presented RAGE architecture paves the way for large scale development and application of cross-engine reusable software assets for enhancing the quality and diversity of serious gaming.