2 resultados para Satisfaction with Life
em Open University Netherlands
Resumo:
Empirische studies hebben aangetoond dat bij ouderen een veilige hechting positief samenhangt met het niveau van welbevinden. Hechting is een relatief stabiel en moeilijk te beïnvloeden persoonlijk kenmerk en daarom is het belangrijk om mediatoren van het verband tussen hechting en psychologische uitkomstmaten te vinden die met interventies te beïnvloeden zijn. De vraagstelling van de studie luidde: ‘Welk verband bestaat er tussen hechting en welbevinden bij ouderen en wordt dit verband gemedieerd door mindfulness en zingeving?’. De huidige studie was een survey met één meetmoment. De 210 respondenten waren 65 jaar of ouder (M = 71.25, SD = 5.42) en thuiswonend. Daarnaast mochten ze geen ernstige geheugenproblemen of een psychiatrische stoornis hebben. Via de sneeuwbalmethode werden de respondenten mondeling of schriftelijk door de onderzoeker benaderd. De vragenlijst kon anoniem online of op papier worden ingevuld. Hechting werd gemeten met de Experiences in Close Relationships-Revised (ECR-R), mindfulness met de Five Facet Mindfulness Questionnaire (FFMQ), zingeving met de Meaning in Life Questionnaire, subschaal ‘Presence of meaning in life’ (MLQ-P) en welbevinden met de Positive Affect Negative Affect Scale (PANAS) en de Satisfaction With Life Scale (SWLS). Zowel hechtingsgerelateerde angst (‘angst’) als hechtingsgerelateerde vermijding (‘vermijding’) bleek in correlatieanalyses negatief samen te hangen met mindfulness, zingeving en welbevinden. Tussen mindfulness, zingeving en welbevinden werden positieve verbanden gevonden. De (seriële) mediatieanalyse werd uitgevoerd met behulp van de macro PROCESS 2.13. Zowel het verband tussen ‘angst’ en welbevinden als tussen ‘vermijding’ en welbevinden werd volledig (serieel) gemedieerd door mindfulness en zingeving.
Resumo:
Het onderzoek beoogt het vergroten van het inzicht in het verband tussen het ervaren van hedonisme en eudemonisme bij activiteiten enerzijds en depressie en welbevinden anderzijds bij ouderen op somatische afdelingen in verpleeghuizen, teneinde te kunnen bijdragen aan een verbetering van hun kwaliteit van leven. Het betrof een cross-sectioneel survey onderzoek met het ervaren hedonisme en eudemonisme als predictoren, de ernst van depressieve symptomen als primaire uitkomstmaat en welbevinden als secundaire uitkomstmaat. In totaal namen 59 bewoners deel aan dit onderzoek met een gemiddelde leeftijd van 87.9 jaar (SD = 5.9), waarvan 51 (86.4%) vrouwen. Bewoners met ernstige gedrags- of communicatiestoornissen werden uitgesloten. De mate van depressieve symptomen werd gemeten met de Geriatrische Depressie Schaal (GDS-8) (Gerritsen et al., 2007); de levenstevredenheid met de Satisfaction With Life Scale (SWSL) (Arrindell, Heesink, & Feij, 1999); het positief en negatief affect met de Positive and Negative Affect Schedule (PANAS) (Engelen, Peuter, Victoir, Diest, & Van den Bergh, 2006); de hedonische en eudemonische ervaringen bij activiteiten met een voor dit onderzoek ontwikkelde vragenlijst; en de afhankelijkheid bij de Activiteiten Dagelijks Leven (ADL) met de Barthel Index (Mahoney & Barthel, 1965). Er waren significante negatieve verbanden tussen depressieve symptomen en het ervaren van hedonisme, R² = .14, B = -.56, 95% Cl [-1.07, -.06] en van eudemonisme, R² = .12, B = -.53, 95% Cl [-1.05, .00]. De regressieanalyse van hedonisme én eudemonisme samen gaf echter geen significante effecten op depressieve symptomen. Opvallend was de sterke correlatie (r = .90) tussen hedonische en eudemonische ervaringen. Er zijn geen verbanden gevonden tussen het ervaren van hedonisme en eudemonisme aan de ene kant en het subjectief welbevinden aan de andere kant, te weten levenstevredenheid, positief en negatief affect. Echter bij instrumentele activiteiten van het dagelijks leven (o.a. boodschappen doen en bed opmaken) had eudemonisme een positief verband, R² = .20, B = 3.55, 95% Cl [.75, 6.34] en hedonisme een negatief verband, R² = .20, B = -2.71, 95% Cl [-.5.50, .08] met negatief affect.