2 resultados para Health Survey Sf-36
em Open University Netherlands
Resumo:
Het doel van dit onderzoek is te onderzoeken welke psychosociale determinanten een voorspellende waarde hebben voor het resultaat vier maanden na deelname aan een multidisciplinair behandelprogramma gebaseerd op Cognitief Gedragsmatige Therapie (CGT) voor verzuimende werknemers met Somatisch Onvoldoende verklaarde Lichamelijke Klachten (SOLK). Het onderzoek betreft een within-subject quasi-experiment van een retrospectieve selecte steekproef (n=1685) met twee meetmomenten: tijdens baseline en vier maanden na start interventie. De hoofdmaat voor het bepalen van behandelsucces is het percentage werkhervatting en de verschilscore op de Medical Outcomes Study 36-Item Short Form Health Survey (SF-36). De potentiële voorspellende variabelen zijn leeftijd, verzuimduur distress, klachteninterferentie, werkgerelateerde stressoren, vermijding, perfectionisme en een belastende thuissituatie (als gevolg van kleine dagelijkse irritaties en levensgebeurtenissen) Uit de analyse blijken alleen de variabelen verzuimduur en klachteninterferentie een klein negatief verband te hebben met het te bereiken resultaat wat betreft werkhervattingspercentage en SF-36 verschilscore. Deze twee determinanten voorspellen het werkhervattingspercentage bij gedeeltelijk verzuim voor 2.7% en bij volledig verzuim voor 11.9%. Overige onderzochte psychosociale variabelen blijken geen evidente voorspellende waarde te hebben op de uitkomst van de behandeling. De verschilscore op de VAR-schalen heeft slechts een beperkte samenhang met het werkhervattingspercentage.
Resumo:
In hoeverre zijn bepaalde omstandigheden van invloed op iemands welbevinden? En hoe belangrijk is iemands kijk op het leven (tijdsperspectief) daarbij? In dit onderzoek is onderzocht of er een relatie is tussen gezondheidsklachten en negatief affect. Daarnaast is gekeken of er een relatie is tussen een fatalistische kijk en negatief affect. Ook is onderzocht of fatalisme de relatie tussen gezondheidsklachten en negatief affect versterkt. De onderzoeksgroep bestaat uit personen van 40 jaar of ouder, zonder biologische en/of adoptiekinderen. Reden hiervoor is dat in de nabije toekomst een kwart van de ouderen kinderloos zal zijn, maar dat er nog weinig onderzoek is gedaan naar deze groep. Voor deze survey is gebruik gemaakt van 3 gevalideerde, in het Nederlands vertaalde vragenlijsten: de Positive and Negative Affect Schedule (PANAS), de MOS Short-form General Health Survey (MOS-20) en de Zimbardo Time Perspective Inventory (ZTPI). Deze vragenlijsten zijn, aangevuld met enkele andere vragen, als een samengestelde enquête op internet gezet en deze is door 136 personen, die voldeden aan de criteria, volledig ingevuld. Er zijn significant positieve relaties gevonden tussen gezondheidsklachten en negatief affect en ook tussen fatalisme en negatief affect. Beide relaties zijn reeds eerder in de literatuur gevonden en worden nu bevestigd voor deze specifieke groep van kinderloze ouderen. Er is geen interactie-effect gevonden tussen gezondheidsklachten en fatalisme in hun relatie tot negatief affect. Bij mensen met gezondheidsklachten en/of een fatalistische instelling kunnen gerichte therapieën en steun wellicht leiden tot minder negatief affect.