2 resultados para HYDROXYACYCLOVIR BW-B759U

em Open University Netherlands


Relevância:

10.00% 10.00%

Publicador:

Resumo:

Het onderwerp van deze scriptie betreft de wettelijke regeling van het individuele keuzeinformatierecht van de patiënt, i.e. het recht op informatie over de prijs en kwaliteit van de behandelaar. De vraagstelling is of deze regeling beter in het privaatrecht (art. 7:448 BW) of in het publiekrecht (art. 10 Wkkgz) kan worden geplaatst. De vraagstelling is actueel omdat het wetgevend proces dat de informatierechten van de patiënt moet codificeren nog gaande is. Ter beantwoording van de onderzoeksvraag zijn juridische argumenten gezocht in de Nederlandse, Duitse en Belgische wetshistorie, jurisprudentie en wetenschappelijke literatuur. De gevonden argumenten zijn vervolgens getoetst aan hoger recht, namelijk de Patiëntenrichtlijn, en het in casu voornaamste rechtsbeginsel, namelijk de rechtszekerheid. De conclusie is dat het individuele keuze-informatierecht van de patiënt het meest doelmatig en ordenend geplaatst wordt door het in dezelfde regeling als de andere informatierechten van de patiënt te codificeren. In Nederland is dat in het privaatrecht.

Relevância:

10.00% 10.00%

Publicador:

Resumo:

Klimaatverandering is een van de grootste wereldwijde problemen van onze tijd. Niet alleen overheden, maar ook bedrijven en banken worden aangesproken op de impact die zij hebben op het klimaat. Er zijn en worden inmiddels ook juridische stappen gezet om de staat aansprakelijk te stellen voor deze impact: in 2015 beval de Rechtbank Den Haag in de zogenoemde klimaatzaak de Nederlandse overheid meer te doen om CO2-uitstoot tegen te gaan. Naar aanleiding van dit vonnis (waarvan appel is ingesteld bij het Gerechtshof Den Haag) wordt in deze scriptie onderzocht of het juridisch houdbaar is dat Nederlandse banken aansprakelijk kunnen zijn voor hun indirecte invloed - via financieringen, inhoudende leningen of beleggingen - op klimaatverandering. De rechtsgrond daarvoor is art. 6:162 BW in samenhang met de bancaire zorgplicht van artikel 4:24a Wft dan wel een ongeschreven zorgvuldigheidsnorm. Daarbij wordt bekeken wat de zorgplicht van banken precies inhoudt en wordt bezien welke toezeggingen banken ter zake hebben gedaan en welke overeenkomsten zij hebben gesloten voor wat betreft klimaatimpact. De conclusie luidt dat banken niet, naar analogie met de klimaatzaak, rechtens aansprakelijk kunnen worden gehouden voor hun indirecte klimaatimpact middels financieringen.