3 resultados para Emotional Disorders
em Open University Netherlands
Resumo:
Pesten komt voor op alle scholen en kan psychosociale gevolgen hebben zoals (sociale) angst klachten. Op cognitieve gedragstherapie gebaseerde interventies hebben dikwijls de voorkeur bij behandeling van de klachten. De cognitieve vaardigheden van kinderen van 8 tot 11 jaar schieten echter soms tekort om optimaal te kunnen profiteren van cognitieve therapie. Acceptance and Commitment Therapy (ACT) zet in op het vergroten van de psychologische flexibiliteit en is mogelijk een geschikte alternatieve therapie voor kinderen. In de huidige studie werd onderzocht of psychologische inflexibiliteit een onderliggend probleem vormt bij kinderen die angsten hebben of dat gepest worden de kwetsbaarheid voor psychologische inflexibiliteit vergroot. Er werd een positieve samenhang tussen de variabelen psychologische inflexibiliteit, (sociale) angst en gepest worden verwacht. Tevens werd verwacht dat de positieve samenhang tussen gepest worden en (sociale) angst wordt gemodereerd door psychologische inflexibiliteit. Aan 126 kinderen, 66 jongens en 60 meisjes in de leeftijd van 8 tot 11 jaar, afkomstig van basisscholen in Zuid-Nederland werd door de ouders toestemming verleend voor deelname. Eenmalig werden een drietal zelfrapportage vragenlijsten klassikaal aan de kinderen voorgelegd. (Sociale) angst werd gemeten met de Screen for Child Anxiety Related Emotional Disorders-71 (SCARED-71), gepest worden werd gemeten met de Personal Experience Checklist-32 (PECK-32) en psychologische inflexibiliteit werd gemeten met de Avoidance and Fusion Questionnaire for Youth (AFQ-Y). Er werd een positieve samenhang gevonden tussen psychologische inflexibiliteit, (sociale) angst en gepest worden. Een moderatie effect van psychologische inflexibiliteit op de relatie tussen gepest worden en (sociale) angstklachten werd niet gevonden. De huidige studie bevestigt dat psychologische inflexibiliteit een onderliggend probleem vormt voor kinderen met angsten of kinderen die gepest worden. De gevonden verbanden bleken sterker voor angst als algemene trek dan voor sociale angst. Geslacht werd ter controle meegenomen in de analyses, maar verschillen tussen jongens en meisjes werden niet gevonden. ACT vermindert de psychologische inflexibiliteit door het versterken van de psychologische flexibiliteit. De verwachting dat de inzet van ACT de angstklachten en de gevolgen van het gepest worden bij kinderen kan verminderen wordt middels deze studie ondersteund. Verklaringen, beperkingen en relevantie worden besproken evenals suggesties voor verder onderzoek.
Resumo:
Het doel van dit onderzoek is inzicht geven in het effect van preventieve angstinterventies op verschillende stijlen (algeheel, functioneel, disfunctioneel) van het gezinsfunctioneren bij hoogangstige kinderen en hun ouders. De proefpersonen (N = 2494) werden gerekruteerd op basisscholen. Uiteindelijk bleven 150 respondenten over. Deze respondenten bestaan uit 70 (46.7%) jongens en 80 (53.3%) meisjes. De respondenten zijn kinderen van 8 tot 13 jaar. De gemiddelde leeftijd van de respondenten is 9.83 jaar (SD = 1.14), de jongste is 8 en de oudste is 13 jaar. De screeningsprocedure is uitgevoerd met de kindversie van de zelfrapportage vragenlijst Screen for Child Anxiety Related Emotional Disorders. Na screening werden de hoogangstige kinderen en hun ouders gerandomiseerd over de drie onderzoekscondities. Daarnaast werd aan de deelnemers gevraagd de Family Functioning Scale in te vullen. Maximaal 3 maanden na de screening vond de voormeting plaats bij kinderen en ouders, hierna vond na maximaal 6 weken de interventie plaats. Na de voormeting volgden de follow-up metingen na respectievelijk 1 en 2 jaar. Om de variabele angst te meten is gebruik gemaakt van de Screen for Child Anxiety Related Emotional Disorder (SCARED-71; Bodden, Bögels, & Muris, 2009). Om de variabele gezinsfunctioneren te meten is gebruik gemaakt van de Family Functioning Scale (FFS; Bloom, 1985). De resultaten lieten zien dat het gezinsfunctioneren bij hoogangstige kinderen en hun ouders niet verbetert na het volgen van een interventie of geen interventie. Daarnaast is geen verschil in effectiviteit gevonden tussen de kind- of oudergerichte interventie op de verschillende aspecten van het gezinsfunctioneren.
Resumo:
Optimal assistance of an adult, adapted to the current level of understanding of the student (scaffolding), can help students with emotional and behavioural problems (EBD) to demonstrate a similar level of understanding on scientific tasks, compared to students from regular education (Van Der Steen, Steenbeek, Wielinski & Van Geert, 2012). In the present study the optimal scaffolding techniques for EBD students were investigated, as well as how these differ from scaffolding techniques used for regular students. A researcher visited five EBD students and five regular students (aged three to six years old) three times in a 1,5 years period. Student and researcher worked together on scientific tasks about gravity and air pressure, while the researcher asked questions. An adaptive protocol was used, so that all children were asked the same basic questions about the mechanisms of the task. Beside this, the researcher was also allowed to ask follow-up questions and use scaffolding methods when these seemed necessary. We found a bigger amount of scaffolding in the group of EBD students compared to the regular students. The scaffolding techniques that were used also differed between the two groups. For EBD students, we saw more scaffolding strategies focused on keeping the student committed to the task, and less strategies aimed at the relationship between the child and the researcher. Furthermore, in the group of regular students we saw a decreasing trend in the amount of scaffolding over the course of three visits. This trend was not visible for the EBD students. These results highlight the importance for using different scaffolding strategies when working with EBD students compared to regular students. Future research can give a clearer image of the differences in scaffolding needs between these two groups.