3 resultados para Aquaflow (van Hinte, 1995)

em Open University Netherlands


Relevância:

30.00% 30.00%

Publicador:

Resumo:

Volgens de hechtingstheorie komt de band die een kind met zijn of haar primaire verzorgers heeft gehad, op latere leeftijd tot uiting in veilige dan wel onveilige hechtingspatronen of –stijlen binnen de affectieve relaties met nabije anderen. Onveilig gehechte individuen hanteren specifieke hechtingsstrategieën in reactie op nonresponsiviteit of insensitiviteit van nabije anderen, zoals een geïntensiveerd (angstig) zoeken naar steun of bescherming, ofwel de vermijding van intimiteit waarbij de pogingen om steun of bescherming te verkrijgen, volledig worden opgeven. Hechtingsrepresentaties werden lange tijd gezien als vrij stabiele constructen (trait-hechting). Inmiddels is echter bewezen dat hechting veranderlijk kan zijn in de tijd en over verschillende soorten relaties heen (state-hechting). Individuen blijken meer aanpasbaar te zijn voor wat betreft de hechtingsstijlen en –strategieën binnen nauwe verbintenissen dan vroeger werd gedacht. In onderzoek is een verband geconstateerd tussen onveilige hechtingsstijlen en –strategieën en psychopathologie. Voor het vaststellen van de (dominante) volwassen hechtingsstijl binnen intieme partnerrelaties en in relaties met anderen ‘in het algemeen’, worden in de praktijk veelal hechtingsvragenlijsten ingezet. Met kennis van en inzicht in de hechtingsstijl en –strategieën van cliënten en met een goed hechtingsinstrument om deze te meten, kan de therapeut gerichte interventies toepassen om cliënten te begeleiden van meer onveilige hechtingspatronen en ineffectieve hechtingsstrategieën naar veilige hechting en effectieve hechtingsstrategieën binnen relaties. Met dit onderzoek werd getracht een idiografische (persoonsbeschrijvende) state-hechtingslijst voor de psychologiepraktijk te ontwikkelen. Daartoe werden twee instrumenten op interne structuur en psychometrische kwaliteiten onderzocht, namelijk de State Adult Attachment Measure (SAAM; Gillath et al., 2009) en de Hechtingslijst (HL-48; Van Geel et al., 2011). Een externe validatie werd gedaan met een hexagon-analyse (Van Geel, 2011) door projectie van de twee instrumenten en (een Nederlandse vertaling van) de Relationship Questionnaire van Bartholomew en Horowitz (1991; RQ-NL; Emmelkamp, 2011) tegen de achtergrond van de zes affectieve prototypen van de Zelfconfrontatiemethode (ZKM; Hermans & Hermans-Jansen, 1995; Hermans, Hermans-Jansen & Van Gilst, 1985).

Relevância:

20.00% 20.00%

Publicador:

Resumo:

Mooij, T., & Fettelaar, D. (2013). Observatie van voorlichtingslessen seksuele diversiteit in het Voortgezet Onderwijs: Een pilot onderzoek. Tijdschrift voor Orthopedagogiek, 52(6), 282-298.

Relevância:

20.00% 20.00%

Publicador:

Resumo:

De laatste decennia is er in onderwijspraktijk en onderwijsonderzoek veel aandacht voor sociaal leren van (aanstaande) leraren als een stimulans voor hun professionele ontwikkeling. Bij het nastreven van innovatie in dergelijke lerarengroepen, blijkt faciliteren van belang. In deze studie is onderzocht op welke wijze lerarengroepen gefaciliteerd kunnen worden ter optimalisatie van de professionele ontwikkeling van de groepsleden. Hiervoor is gebruik gemaakt van een eerder ontwikkeld theoretisch kader met 4 dimensies en 11 indicatoren van sociaal leren. Het onderzoek is uitgevoerd in een lerarenopleiding primair onderwijs (pabo) waar groepen van pabodocenten, pabostudenten en leerkrachten primair onderwijs zijn gevolgd gedurende twee jaren in een enkelvoudige en meervoudige casestudie. Data zijn verzameld in de vorm van video/audio-opnames van de werkbijeenkomsten, het beantwoorden van reflectieve vragen, het volgen van de digitale leeromgeving en het uitvoeren van retrospectieve interviews. Op basis van kwalitatieve analyses is op diverse momenten samen met de groepsleden bekeken hoe de sociale configuratie eruit zag, of dit passend was bij de groepsdoelen en welke vervolgstappen wenselijk waren. De in deze studie ontwikkelde interviewleidraad blijkt een bruikbaar kwalitatief instrument in dit faciliteringsproces.