De relatie tussen de professionele ruimte van leraren en hun deelname aan professionaliseringsactiviteiten: de modererende rol van motivatie
Data(s) |
17/06/2016
17/06/2016
23/05/2016
|
---|---|
Resumo |
Meinen, E. (2016). De relatie tussen de professionele ruimte van leraren en hun deelname aan professionaliseringsactiviteiten:de modererende rol van motivatie. Mei, 23, 2016, Heerlen, Nederland: Open Universiteit Samenvatting De professionalisering van docenten wordt gezien als een belangrijke factor voor de kwaliteit van het onderwijs. Met name de professionele ruimte waarin de professionaliseringsactiviteiten van docenten plaatsvinden. Voldoende professionele ruimte zou moeten leiden tot een grotere inhoudelijke ontwikkelingstaak van leraren, en tot meer reflectie en ideeënuitwisseling. Toch wordt professionele ruimte niet overal even positief ervaren. Voor de vormgeving van professionele ruimte is het belangrijk om de ervaren professionele ruimte en het professionaliseringsgedrag van docenten te onderzoeken. Professionele ruimte op het werk en tijdens het professionaliseren op het werk zijn in dit onderzoek vanuit motivatie- en gedragstheoretisch perspectief gedefinieerd. Met andere woorden professionele ruimte is hier gedefinieerd aan de hand van de basisbehoeften voor motivatie namelijk (1) autonomie, (2) uitvoerbaarheid/competentie en (3) saamhorigheid & verbondenheid. De ervaren professionele ruimte in dit onderzoek staat hier voor alle drie basisbehoeften gezamenlijk. Hierbij is niet alleen de professionele ruimte en de invloed daarvan op de deelname aan professionaliseringsactiviteiten onderzocht maar ook de leerbereidheid van docenten. Doel van dit onderzoek was om alternatieve relaties tussen de ervaren professionele ruimte op het werk en ervaren professionele ruimte tijdens het professionaliseren op het werk en de deelname aan formele, informele en non-formele professionaliseringsactiviteiten te onderzoeken. Er is gebruik gemaakt van aangepaste versies van de CAR vragenlijst en de TPD@Work scale. Uit een cross-sectioneel onderzoek onder 157 docenten van verschillende scholen uit het openbaar voortgezet onderwijs is gebleken dat er geen positieve relatie was tussen de ervaren professionele ruimte tijdens het werk en de deelname aan formele professionaliseringsactiviteiten. Wel was er een positieve relatie tussen de ervaren professionele ruimte tijdens het professionaliseren op het werk en formele professionaliseringsactiviteiten. De ervaren basisbehoeften uitvoerbaarheid/competentie en saamhorigheid & verbondenheid op het werk en tijdens het professionaliseren op het werk vertoonden een positieve relatie met de deelname aan informele professionaliseringsactiviteiten. Ervaren professionele ruimte op het werk en tijdens het professionaliseren op het werk vertoonden een positieve relatie met non-formele professionaliseringsactiviteiten. Daarnaast bleek dat autonome motivatie de relatie modereerde tussen de ervaren autonomie tijdens het professionaliseren op het werk en de deelname aan formele en informele leeractiviteiten en dat gecontroleerde motivatie de relatie modereerde tussen de ervaren saamhorigheid & verbondenheid tijdens het professionaliseren op het werk en formele professionaliseringsactiviteiten. Echter, het verband was negatief in het geval van autonome motivatie en positief in het geval van gecontroleerde motivatie. De bevindingen leverden geen ondersteuning voor de gemaakte hypothesen die stelden dat de relatie tussen de ervaren professionele ruimte en deelname aan professionaliseringsactiviteiten sterker is naarmate de autonome motivatie hoger is en dat de relatie tussen de ervaren professionele ruimte en deelname aan professionaliseringsactiviteiten zwakker is naarmate de gecontroleerde motivatie hoger is. Implicaties voor de praktijk en aanbevelingen voor toekomstig onderzoek worden besproken. |
Identificador | |
Idioma(s) |
nl |
Publicador |
Open Universiteit |
Palavras-Chave | #Autonome motivatie #Gecontroleerde motivatie #Professionele ruimte #Zelfbepaling |
Tipo |
Master thesis |